In de stikstofdiscussie vliegen de voorstellen om uit de impasse te komen je om de oren. Korte- en langetermijnoplossingen lopen soms door elkaar. Een voorstel voor de wat langere termijn trok eind augustus de aandacht. De landbouwwereld stelde bij monde van LTO-voorzitter Marc Calon voor om de 160 Natura 2000-gebieden sterk te reduceren en te vervangen door minder, maar wel grotere gebieden.
Dat is op zich een zinnige gedachte, want al die kleine natuurgebieden leggen in hun wijde omgeving forse beperkingen op aan economische ontwikkelingen. Daarnaast – en dat lijkt mij minstens even belangrijk – kan in grote natuurgebieden een rijkere, diversere flora en fauna tot wasdom komen dan op eco-eilandjes.
Ik neem als voorbeeld het Oostvaarderswold, het ambitieuze plan om in Flevoland een robuuste natuurzone aan te leggen van 15.000 hectare tussen de Oostvaardersplassen en de Veluwe, via het Veluwemeer. Na jaren van voorbereiding onder leiding van het provinciebestuur van Flevoland kon bij wijze van spreken de schop bijna de grond in, toen staatssecretaris Henk Bleker in 2010 de rijksbijdrage van 240 miljoen euro terugtrok. Twee jaar later bracht LTO de genadeklap toe met een juridische procedure bij de Raad van State, met het argument dat de financiële uitvoerbaarheid van het plan onvoldoende was geborgd. Vanuit agrarisch oogpunt was de felle oppositie tegen het Oostvaarderswold wel te begrijpen: prima langbouwgrond zou verloren gaan.
‘Verkleining van de veestapel komt steeds dichterbij’
Het voorstel voor minder maar grotere natuurgebieden mag inhoudelijk
interessant zijn, juridisch en waarschijnlijk ook maatschappelijk is het nagenoeg
kansloos. Als een land eenmaal Natura 2000-gebieden heeft aangewezen, kun je
die in principe niet meer wijzigen, zo luidt de Europese wetgeving. Nederland heeft
in 2003 de keuze gemaakt voor veel kleine gebieden; daar zitten we nu aan vast.
Misschien valt het gesprek met de EU te openen over een breed totaalplan voor algehele
renovatie van het Natura 2000-beleid in Nederland. Dat zou precieze aanwijzing
van nieuwe, grote natuurgebieden vergen én beschikbaarstelling van honderden
miljoenen euro’s om daar de natuurkwaliteit op het juiste kwalitatieve peil te
brengen. Geen vage intenties, maar zekerheden wil Europa dan zien.
Dat gaat Nederland waarschijnlijk niet lukken; kijk naar het drama van het Oostvaarderswold.
Ik zie nog niet zo snel een grootschalig alternatief met grote (potentiële)
natuurkwaliteit, breed maatschappelijk draagvlak en financiële uitvoerbaarheid.
Maar misschien zie ik opties over het hoofd.
Los hiervan: de agrarische sector – veroorzaker van 70 procent van de
stikstofuitstoot – moet aan de bak. Naast een zoektocht naar technische
innovaties zoals gesloten stalsystemen, komt een maatregel zoals verkleining
van de veestapel steeds dichterbij. Dat zat er al aan te komen; het stikstofdossier
geeft de laatste zet.
Friso de Zeeuw
Deze column komt uit ROm 10, oktober 2019. ROm is gratis voor ambtenaren in het domein van de fysieke leefomgeving. Word nu abonnee!