Landschapsarchitect Adriaan Geuze, oprichter en partner van ontwerpbureau voor stedenbouw en landschapsarchitectuur West 8, pleit voor een systemische benadering bij het vergroenen van stad en regio. ‘Hoe maken wij de in Photoshop beloofde groene gebouwen en groene steden? Daarvoor moeten we de kennis van de systemen van bodem en water delen en werken aan duurzaamheid en biodiversiteit. Duurzaam groen en robuuste natuur spelen een belangrijk rol in onze toekomstperspectieven.’
In de gemeente Rheden is een burgerberaad ingezet om te komen tot een “klimaatneutrale” samenleving. Het beleid, de acties en maatregelen in de ontwikkeling daarnaartoe kunnen namelijk niet zonder ideeën en draagvlak uit de samenleving. Voor burgers en gemeente was het een nog onbekende aanpak, waar nuttige lessen uit zijn te leren, zeker met het oog op de inwerkingtreding van de Omgevingswet waarin participatie in enigerlei vorm een verplichting vormt. Voor het succes daarvan is een structurele open en constructieve overheid een basisvoorwaarde.
Gemeenten zijn volop bezig met het vergroenen van wijken vanwege de klimaatverandering, achteruitgang van de biodiversiteit én om de volksgezondheid te verbeteren. De relatie tussen groen en gezondheid is echter complexer dan “hoe groener, hoe gezonder”. Oog voor wat bewoners belangrijk vinden en de randvoorwaarden voor het gebruik, zoals een veilige en schone omgeving, zijn belangrijk om positieve gezondheidseffect te bereiken. Aldus blijkt uit heel lokaal onderzoek in Utrecht.
In de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezing van woensdag staat de groeiende kloof in toegang tot voorzieningen tussen stedelijke en landelijke gebieden hoog op de politieke agenda. Toch zijn de meeste plattelanders tevreden met de toegang tot voorzieningen. Dat evenwicht is echter fragiel en leunt sterk op de auto. Het wringt daardoor met milieudoelstellingen en zorgt er ook voor dat niet iedereen volledig kan meekomen. Kernvraag is dus hoe het landelijk gebied bereikbaar kan blijven op een manier die zowel inclusiever als duurzamer is. Felix Pot en Teade Tillema geven antwoord op die vraag.
Weinig gemeenten zijn zo ver met een digital twin als Alkmaar. De gemeente timmert al een paar jaar aan de weg, betrekt ambtenaren en inwoners, en heeft de processen gestroomlijnd. Programmamanager Niek Hendriks en zijn collega-planoloog Riette Boom leggen uit hoe Alkmaar deze digitale tweeling ontwikkelt en tegelijkertijd borgt in zowel de gemeentelijke organisatie als de samenleving.
Door net buiten de stad te kiezen voor klimaatadaptatie met natuur snijdt het mes aan meerdere kanten. Waar moet je dan beginnen, en wie neemt het initiatief? Met steun van LNV is deze werkwijze ontwikkeld en toegepast.
Te pas en te onpas worden ontwikkelingen op de woningmarkt en in de volksbuurten van Amsterdam en in de andere grote steden negatief gekwalificeerd als gentrification, waar de gemeente met haar beleid aan zou bijdragen. Maar de focus op het frame van verdringing van huishoudens met een laag inkomen door kapitaalkrachtige, jonge, hoog opgeleide stedelingen vertroebelt de discussie over stedelijke ontwikkeling, betoogt Errik Buursink. Ten onrechte wordt het streven naar sociaal-economisch gemengde buurten met meer stedelijke kwaliteit verdacht gemaakt. En daarvan zijn juist kwetsbare groepen de dupe.
De Nota Ruimte moet (globale) kaders geven en daarnaast locaties aanwijzen, onder meer grote woningbouwlocaties. Die kaders moeten ruimte laten voor regionale invulling. Daar waren de vier bestuurders het over eens bij de boekpresentatie van Ploeterend voorwaarts.
Om de ruimtelijke opgaven van stad en land aan te pakken, moeten we verbindend inbreiden. Dat was de strekking tijdens de tweede aflevering van ROm-Live, waarin wethouder Gerdien Rots vertelde over de verstedelijkingsstrategie van Zwolle: focussen op de complementaire waarde van verschillende stadsharten.
Protest tegen de plaatsing van windmolens in Culemborg, februari 2021. Beeld Sander Koning, ANP/Hollandse Hoogte
Draagvlak bij realisatie van de Regionale Energie Strategieën (RES’en) draait veelal om legitimiteit. Met andere woorden: accepteren burgers beleid vanuit het besef van algemeen belang, ook als ze het zelf met dat beleid niet eens zijn. Onderzoekers van PBL keken naar de criteria die bij legitimiteit een rol spelen en hoe die in het beleidsproces worden vertaald. Er vallen nuttige lessen uit te leren. Zo verkiezen burgers zorgvuldige boven snelle procedures en vinden zij wind- en zonneparken legitiemer als deze in handen zijn van de overheid.
Verwar de stad vooral niet met natuur. Dat stelt ecoloog Koos Biesmeijer, wetenschappelijk directeur van Naturalis Biodiversity Center. Liever spreekt hij van een ‘natuurinclusieve stad’, waar de natuur te gast is. Verdichten en vergroenen gaan volgens Biesmeijer prima samen. Maar de stad mag wat hem betreft in de toekomst ook naar buiten uitbreiden.
We lopen overal vast met ruimtelijke opgaven. Waar we geen antwoord hebben, vluchten we in gezwollen beleidsambities of transities: voor de landbouw, de energiesector en de economie. Ook de roep om het met elkaar heel anders aan te pakken, klinkt al een tijdje; dat we dat integrerend en samen moeten doen, en vooral door over de grenzen van ieders directe belang heen te kijken, door keuzes te maken. Over hoe we dat precies kunnen doen heeft Igno Pröpper een duidelijk idee.
‘We lopen nu op een plek die straks het meest verstedelijkt is van de hele stad!’ Deze opmerking werd gemaakt toen we met een groep ambtenaren op bezoek gingen bij Maassluis en Vlaardingen, om te leren over verstedelijking in stationsomgevingen van de Hoekse Lijn.
In zijn pakket aan maatregelen om de grondprijs omlaag te krijgen laat minister Hugo de Jonge de zogeheten planbatenheffing buiten beschouwing. De minister wil nader onderzoek naar de heffing, waarmee de winst op grondbezit wordt afgeroomd. Experts en ontwikkelaars zijn wisselend in hun reacties variërend van 'deze heffing komt er nooit' en 'de urgentie is groter dan ooit.’
Zowel marktpartijen als de Tweede Kamer zouden graag meer woningbouw buiten de bestaande stads- en dorpsgrenzen zien. Het narratief daarbij is dat er krampachtig wordt vastgehouden aan bouwen op complexe en dure binnenstedelijke locaties. Maar een inventarisatie van de regionale woningbouwafspraken die minister Hugo de Jonge, de provincies en de gemeenten tekenden, toont dat er in de praktijk voor woningbouw al veelvuldig buiten bebouwd gebied wordt gekeken.
Provincies moeten ontwikkelaars, beleggers en woningbouwcorporaties meer betrekken bij hun woningbouwplannen als ze de woondeals willen vlottrekken. ‘Je kunt niet zonder de markt een woondeal sluiten en dan maar zien wat ervan komt’, stelt Peter Boelhouwer, hoogleraar Housing Systems aan de TU Delft.
Veel parken in Nederlandse steden hebben geen bebouwde rand. Onderzoekers van het PBL berekenden dat 43 procent van de parkranden in Nederland niet grenst aan woningen of voorzieningen, maar aan een bedrijventerrein of onbebouwd terrein. Dat biedt kansen voor de woningbouw en stadsverbetering.
De relatie tussen leefomgeving en gezondheid, en het effect van stedelijke verdichting daarop, blijkt complex. Er is en wordt veel onderzoek naar gedaan. Groen in de buurt maakt verschil en er is een duidelijk verband tussen sociaaleconomische omstandigheden, groenvoorzieningen en de mentale en fysieke gesteldheid van de bewoners. Toch is de stelling dat verdichting een ongezondere leefomgeving oplevert te kort door de bocht. De kwaliteit van het groen, de beloopbaarheid, een goed stedenbouwkundig ontwerp blijken ook van belang.