
[caption id="attachment_8976" align="alignright" width="200"]

Jos Gadet[/caption]Recentelijk stond in dagblad Trouw een
pleidooi van de hoogleraren Hemel (grootstedelijke vraagstukken, UvA) en Van Oort (stedelijke economie, UU en EUR) voor stevige groei van Amsterdam. Ik was er blij mee want zowel de lokale als nationale overheid zouden alle zeilen bij moeten zetten om de enorme vraag naar wonen in Amsterdam bij te benen. Agglomeratievoordelen worden steeds sterker nu ook blijkt dat dichtbevolkte compacte westerse steden steeds grotere positieve effecten hebben op het milieu. Bovendien is de huidige kenniseconomie een stedelijke economie vanwege de dichte pakking van verschillende soorten mensen die toegevoegde economische waarde creëren. Hemel en Van Oort wijzen daar nog maar eens op, al had ik gehoopt dat dit bij collega’s nu eindelijk wel bekend zou zijn.
Uit de reacties op Hemel en Van Oort blijkt echter het tegendeel: Arrogant en megalomaan denken zijn verwijten uit de onderbuik van de samenleving; ‘de heren zijn de weg kwijt’ en ‘een miljoenenstad past niet bij Nederland’ is de stemming onder de nationale gentry. Een collega van Hemel bij de
Economic Board van Amsterdam verweet de apologeten van de groei zelfs gebrek aan cijfermatige onderbouwing. Die is er nu juist wel dankzij het prachtige werk van Geoffrey West en Luis Bettencourt.
[caption id="attachment_10903" align="aligncenter" width="665"]

Yonge Street (oude stad, nieuwe stad) in Toronto (eigen foto)[/caption]
Toronto is pas na de Tweede Wereldoorlog uitgegroeid tot een miljoenstad met een huidige bevolkingsomvang (binnen de gemeente) van ongeveer 3 miljoen inwoners. Het kan dus snel. Toronto is een van de meest economisch succesvolle, beloopbare, aantrekkelijkste, tolerantste en multicultureelste stad van de wereld. Ik zal ongetwijfeld het verwijt krijgen dat je die steden niet met elkaar kunt vergelijken vanwege de vele verschillen. Maar je moet ze juist vergelijken om de verschillen, de oorzaken en de gevolgen ervan op het spoor te komen. En dan blijken sociaaleconomische processen toch redelijk universeel te zijn. Lees Jacobs, Lofland, Bahrdt, West, Bettencourt, Glaeser, Florida en vele anderen er nog maar eens op na en bekijk door hun oogharen de steden Toronto en Amsterdam.
Past Nederland wel bij een miljoenenstad? De nationale overheid denkt van niet. In een van de weinige positieve reacties op Hemel en Van Oort wees iemand erop dat de rem op stedelijke groei, kenmerkend voor de nationale overheid van na de laatste oorlog, ons heel wat banen, economische groei en sociale ontwikkeling heeft gekost. Die rem is in elk geval een verschil met de Amerikaanse en Canadese (stedelijke) politiek. Want, blijkens een recent advies van de SER over de toekomst van steden bij monde van Mariette Hamer, gelooft de nationale overheid niet in het verdubbelen van het inwonertal van Amsterdam. Volgens Hamer loop ook Amsterdam tegen zijn grenzen aan, want “… de succesvolle stad Amsterdam heeft te maken met werkloosheid”. Dat dankt je de koekoek. Succesvolle steden trekken allerhande economisch mobielen aan, want daar zijn de kansen op een baan groter. Tijdens de zoektocht naar werk ligt frictiewerkloosheid op de loer.
Het op deze manier kortwieken van de gedachten van Hemel, Van Oort en vele anderen (Hemel heeft het echt niet alleen bedacht!), remt Amsterdam uit te groeien tot een metropool van allure.
De nationale overheid remt overigens niet alleen de wereldstad in spe, maar ook kansrijke steden in de periferie. Aantrekkelijke steden zijn steden waar de bereikbaarheid van banen groot is. Wat dit betreft laten kaarten uit de Atlas voor Gemeenten van Gerard Marlet steevast het succes van West Nederland enerzijds zien, en anderzijds de deplorabele positie van de perifere grensstreken. Rekent Marlet de banen aan de andere kant van de grens mee, dan zou Zuidoost Nederland goed mee kunnen met het westen. Maar, slechts vijf procent van de beroepsbevolking passeert dagelijks de grens op weg naar werk. Slechts vijf procent! De oorzaak ligt in administratieve en bureaucratische rompslomp bij werken over de grens, belastingrestricties, slechte ov-verbindingen en taalproblemen. De nationale overheid laat zich hieraan weinig gelegen liggen.
In plaats van te blijven geloven, moet de nationale overheid serieuzer luisteren naar academische stadsvorsers en lokale beleidsambtenaren. Dat levert werk voor velen op!
Jos Gadet
Hoofdplanoloog, Dienst Ruimtelijke Ordening gemeente Amsterdam