De Groen-blauwe Metropool

Archief
Auteur ROmagazine.nl

26 juni 2018 om 11:11, Leestijd ca. 8 minuten


Nederland heeft een sterke internationale aantrekkingskracht, juist vanwege de fijnmazige en karakteristieke stedelijke en landschappelijke verscheidenheid. Versterken we die aantrekkelijke groen-blauwe metropool of laten we de Randstad zonder sturing de komende twintig jaar uitdijen en wordt ons land een stedelijke lappendeken? Volgens Pieter van der Heijde, algemeen directeur van Bureau Stedelijke Planning, is actief ingrijpen cruciaal.

Dit is een verkorte versie van het artikel in ROm 6, juni 2018
Opmaat voor de NOVI
Eind dit jaar presenteert het kabinet de concept-NOVI, waarin de hoofdlijnen voor de toekomstige ontwikkeling en inrichting van de fysieke leefruimte worden vastgelegd. ROm biedt ruimte aan vakgenoten om het debat te voeden met hún visie over waar het naartoe moet en wat daarvoor nodig is. Bijdragen zijn welkom: marcel.bayer@romagazine.nl.

Nederland ligt goed in de markt als woonplek en als vestigingslocatie voor bedrijven. Het fiscale klimaat is vriendelijk, de internationale bereikbaarheid door de lucht uitstekend, er zijn aantrekkelijke werklocaties en het woon- en leefklimaat is hoogwaardig. Bovendien beschikken we over historische binnensteden en een uitgestrekte kustzone die in toenemende mate buitenlandse toeristen aantrekken. Ons land trekt dan ook in toenemende mate buitenlandse investeringen aan.

Kerngebieden

Vooral de stedelijke gebieden in Nederland zullen daar de komende periode van profiteren. Neem de zuidwestcorridor van de Metropoolregio Amsterdam (MRA): Amsterdam-Amstelveen-Haarlemmermeer. Uit onderzoek van Bureau Stedelijke Planning blijkt dat de kantoorhoudende werkgelegenheid hier de afgelopen tien jaar circa 25 procent toenam – tegen de stroom van het economische tij in. De komende periode zal dit gebied als motor van de Nederlandse economie blijven fungeren. Ook andere grootstedelijke gebieden zoals Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Eindhoven zitten in de lift. Vooral waar sprake is van topsectoren, bijvoorbeeld de High Tech in Eindhoven en Delft, en de Bio Science in Leiden. Zo nam de werkgelegenheid in de hightech in de regio Eindhoven de afgelopen tien jaar met vijftien procent toe. Dit straalt door in de randgemeenten, waar nog ruimte beschikbaar is, zoals bijvoorbeeld Hoofddorp, Zaanstad, Rijswijk en Lansingerland, en ook elders in het land zijn de effecten van de aanhoudende economische groei merkbaar. Het onderzoek ‘De Kracht van Oost-Nederland’ wijst uit dat de groei van de werkgelegenheid in de periode 2000-2015 daar met bijna drie procent zelfs iets hoger was dan het nationale gemiddelde.

Verdichten

Als we de Randstad in de komende decennia willen transformeren tot een aantrekkelijk en onderscheidend metropolitaan gebied, vergt dat actief ingrijpen. De huidige uitgangspositie van Nederland is dermate gunstig dat zich nu een belangrijk momentum voordoet om een aantrekkelijke Groen-blauwe Metropool te ontwikkelen. Deze zou zich uiteindelijk kunnen uitstrekken over het gehele economische kerngebied van Nederland: van de Randstad tot en met de Brabantse stedenrij, Arnhem-Nijmegen, Food Valley en de regio Zwolle. Met het Groene Hart en de rest van Nederland als aantrekkelijke voor-, achter- en binnentuin. Deze afwisseling tussen (hoog)stedelijk gebied en een aantrekkelijke groene en waterrijke omgeving met sfeervolle dorpen is in vergelijking met andere metropolitane regio’s een unique sellingpoint zonder weerga.
Gebruik de Ladder om de regionale woningbehoefte vast te stellen
Teneinde het groene en blauwe karakter van Nederland veilig te stellen, is het cruciaal om het bestaande stedelijke gebied waar mogelijk te verdichten. Dat kan door op die plekken veel meer dan in de afgelopen decennia te kiezen voor (middel)hoogbouw. Vooral in aansluiting op de binnensteden en in de nieuwe centra die na de Tweede Wereldoorlog zijn ontstaan, zoals stadsdeelcentra en wijkcentra. Ook verouderde haven- en industriegebieden lenen zich hier goed voor, zoals Stadshavens in Rotterdam laat zien (met 10.000 woningen en 13.000 arbeidsplaatsen), net als de plannen voor Havenstad in Amsterdam (met 40.000 tot 70.000 woningen).

Multifunctionele (nieuwe) centra

Naast verdichting is uitbreiding van het stedelijke gebied nodig. De totale behoefte aan woningen en andere functies is simpelweg te groot om volledig in bestaand stedelijk gebied in te passen. Bovendien wil niet iedereen in (hoog)stedelijk gebied wonen of werken. Zo toonde het CBS recentelijk een sterke uitstroom aan van jonge gezinnen uit de grote steden. De uitbreidingen kunnen bijvoorbeeld plaatsvinden in de vorm van nieuwe tuinsteden op niet al te grote afstand van het stedelijke gebied, en uitbreiding van bestaande kernen. De keuze van locaties dient zorgvuldig plaats te vinden. Zij liggen bij voorkeur in de nabijheid van knooppunten van openbaar vervoer en het streven is de mooiste delen van het landelijke gebied te sparen. De (nieuwe) centra moeten een optimale mix aan functies bieden. Dit sluit aan op de huidige flexibilisering in de maatschappij waarbij wonen, werken, winkelen en vrije tijd steeds meer in elkaar overlopen. Behalve voor woningen en diverse voorzieningen zijn de (nieuwe) centra bij uitstek de plek voor kantoorhoudende bedrijven, die zich graag vestigen in dynamische gebieden met veel voorzieningen en optimale ov-verbindingen.
Regionale en internationale ov-verbindingen uitbreiden
Het parool is: concentratie van centrumfuncties in plaats van versnippering over het stedelijke gebied, en differentiatie tussen de verschillende soorten centra – bijvoorbeeld met een internationaal, nationaal, regionaal of lokaal bereik. De programmering van deze gebieden kan hier vervolgens optimaal op aangepast worden; dat versterkt hun functionaliteit en aantrekkelijkheid voor de beoogde doelgroepen. Een interessant voorbeeld van een nieuw centrumgebied met regionale reikwijdte is Leidsche Rijn Centrum, met een optimale mix aan woningen, winkels, kantoren en vrijetijdsvoorzieningen. Utrecht creëert met deze locatie een ‘tweede binnenstad’. Een ander voorbeeld is Amsterdam Sloterdijk, voorheen een monofunctioneel kantorengebied, dat zich nu ontpopt tot een nieuw centrum met een mix van kantoren, woningen, winkels en vrijetijdsvoorzieningen.

Topmilieus

Nederland dient te beschikken over voldoende aantrekkelijke internationale topmilieus, die tevens gericht zijn op de vestiging van Nederlandse bedrijven. In de zuidwestcorridor van de MRA is ruimte nodig voor uitbreiding van de Zuidas. Elders is behoefte aan campusachtige ontwikkelingen voor de topsectoren zoals de High Tech Campus en de Brainport Industry Campus in Eindhoven. De (inter)nationale topmilieus en campussen zullen moeten voorzien in een mix van wonen, werken, winkelen en vrije tijd en streven naar topkwaliteit van de bebouwing en de openbare ruimte. Cruciaal is de aansluiting op hoogwaardige openbaarvervoerverbindingen, onder andere door regionale netwerken te versterken met metro- en sneltramverbindingen – een punt waarop we nu achterlopen ten opzichte van buitenlandse metropolitane regio’s. Ook moeten we de verbindingen van het hogesnelheidsnet uitbreiden, onder andere met een nieuwe zuidoost-verbinding tussen Amsterdam, Eindhoven en Aken/Maastricht/Luik en een volwaardige HSL-Oost. Tot slot moet de capaciteit van het snelwegennet verder worden uitgebreid. Zelfrijdende auto’s kunnen tot slot bijdragen aan een betere benutting van de beschikbare capaciteit.

Actief ingrijpen

Een aantrekkelijke Groen-blauwe Metropool vergt actief ingrijpen. De Rijksoverheid kan het voortouw nemen door de hoofdlijnen van een nieuw ruimtelijk-economisch beleid uit te zetten in de Nationale Omgevingsvisie. Dit beleid wordt vervolgens op provinciaal niveau verder uitgewerkt met een functionele programmering op regionaal niveau. Door de Ladder voor Duurzame Verstedelijking veel vroeger dan nu in het planproces in te zetten, kan de behoefte van diverse functies effectief worden bepaald. Bijvoorbeeld om de regionale woningbehoefte vast te stellen, uitgesplitst naar woningtype en -milieu. En om tot een afweging te komen tussen de functies en programmering van de diverse centrumgebieden. De Ladder is tevens een instrument om in de hoogstedelijke gebieden voldoende schaarste te creëren en zo (middel)hoogbouw te stimuleren. Verouderde werklocaties kunnen worden herontwikkeld of getransformeerd. Dit biedt tegelijk een kans de energieproductie en -uitstoot te reduceren – een enorme internationale opgave waar ook Nederland voor staat. Zonder actief ingrijpen wordt die opgave alleen maar groter. Het mes snijdt zo aan twee kanten. Vanwege de onrendabele top die meestal bij herstructurering aan de orde is, is het dan wel van belang dat de overheid fondsen ter beschikking stelt om dit mogelijk te maken. Ten slotte is een versnelling van locatie- en gebiedsontwikkeling nodig. Vooral de plancapaciteit voor woningen is onvoldoende, waardoor in bepaalde delen van het land oververhitting van de woningmarkt dreigt. Denk hiervoor aan gebiedsontwikkeling nieuwe stijl, waarbij intensieve samenwerking tussen lokale overheid en private partijen samengaat met het optimaal betrekken van de eindgebruikers. Bij deze aanpak is er geen blauwdruk vooraf. Het proces staat centraal met duidelijke doelstellingen voor het eindproduct. Uiteindelijk zal dit leiden tot versnelling en kwaliteitsverbetering van de stedelijke ontwikkeling.

Het verschil

Met de ontwikkeling van een Groen-blauwe Metropool kunnen we optimaal inspelen op de aantrekkelijke uitgangspositie die zich momenteel in Nederland voordoet. Dit voorkomt dat in de komende periode het stedelijke gebied ongecontroleerd zal blijven uitdijen. Door actief in te grijpen, kunnen we samen met alle stakeholders een metropool ontwikkelen die het verschil maakt. Een metropool waar sprake is van hoogstedelijke gebieden en (tuin)dorpen in een groene en waterrijke omgeving. En levendige centra met een optimale mix van woningen, kantoren, winkels en vrijetijdsvoorzieningen die optimaal aangesloten zijn op hoogwaardig openbaar vervoer. Een Groen-blauwe Metropool met aantrekkelijke (inter)nationale toplocaties en een uitstekende internationale bereikbaarheid. Pieter van der Heijde Bureau Stedelijke Planning

Opmaat voor de NOVI

Eind dit jaar presenteert het kabinet de concept-NOVI, waarin de hoofdlijnen voor de toekomstige ontwikkeling en inrichting van de fysieke leefruimte worden vastgelegd. ROm biedt ruimte aan vakgenoten om het debat te voeden met hún visie over waar het naartoe moet en wat daarvoor nodig is. Bijdragen zijn welkom: marcel.bayer@romagazine.nl

Gerelateerde Artikelen