Deze maand lanceerde het kabinet de stimuleringsmaatregel wonen en zorg. Doel is het aanjagen van nieuwe vormen van wonen en zorg voor ouderen. Maar wie zijn de ouderen? En wat betekent dit voor de dagelijkse praktijk van gebiedsontwikkeling? Krijgen we in Nederland net als in de VS speciale dorpen voor 70+?
Ouder worden is het begin van een laatste levensfase, waarin het arbeidzame leven wordt afgerond. De huidige generatie ouderen is opgegroeid in een tijd van de wederopbouw, een tijd van het aangaan van wederzijdse verplichtingen. Een generatie opgegroeid met het ‘ oans bin zunig’ motto. Ooit slim ingezet in de reclame voor margarine met een vrouw in Zeeuwse klederdracht. Na de wederopbouw volgde een stijgende lijn in welvaart en werd de samenleving steeds individualistischer. Maar sinds het einde van de vorige eeuw is onder premier Wim Kok de overgang van de verzorgingsstaat naar een participatiesamenleving in gang gezet.
Communities als mooi concept voor het langer zelfstandig wonen van ouderen
Ook in gebiedsontwikkeling is participatie niet meer weg te denken. Of het nu gaat om binnenstedelijke nieuwbouw, het klimaatakkoord of gezonder leven. Het betrekken van burgers staat hoog op de agenda. Wat betekend dit voor de vergrijzingstrend? De oproep aan ouderen om te verhuizen uit de grote hypotheekvrije woning, maar ook (huur) appartementen zonder lift horen we steeds vaker. Waar de AOW leeftijd nu op 66 jaar staat, verschuift dit gaandeweg naar 70-75 jaar. En kijkend naar de demografische cijfers de komende decennia neemt dit aantal 70 plussers fors toe.
Gaat deze groep opzoek naar een andere woonvormen? Diverse onderzoeken laten zien dat er een mismatch is in de ontwikkeling van de bevolkingssamenstelling naar leeftijd en het huidige woningaanbod. Na het individueel tijdperk horen we nu steeds vaker het belang van communities. Een concept dat mooi aansluit bij het langer zelfstandig wonen van ouderen. Naast de sociale dimensie, dragen gedeelde (zorg) voorzieningen bij aan de betaalbaarheid. Maar laten we niet vergeten dat veel ouderen van dit moment gezonder en fitter zijn dan hun ouders op dezelfde leeftijd. Veel ouderen peinzen er niet over om te verhuizen, ze wonen prima en betaalbaar of met een afgeloste hypotheek zelfs gratis. Al is er ook een groep kwetsbare ouderen met een extra zorgvraag. En kan een fitte oudere van de ene op de andere dag een zorgbehoevende oudere worden. Waarbij hij of zij door gebrek aan beschikbare voorzieningen in de nabijheid plotseling naar een onbekend stadsdeel of zelfs een andere gemeente voor een verpleeghuis moet verhuizen.
‘De nog onderbelichtte uitdaging voor het huisvesten van ouderen ligt op delen van ons platteland’
Dit alles overziend is het niet verwonderlijk dat ouderenhuisvesting in het stedelijk gebied steeds hoger op de agenda staat bij provincies, gemeenten, corporaties en beleggers. Gericht op een forse toevoeging van binnenstedelijke appartementen in de betaalbare middenhuur. Wooncomplexen met ruimte voor gedeelde voorzieningen, geschikt voor ouderen, maar indien nodig eenvoudig aan te passen voor een jongere doelgroep. Als dit lukt is het gebrek aan zorgpersoneel overigens waarschijnlijk nijpender dan de beschikbaarheid van woningen. De nog onderbelichtte uitdaging voor het huisvesten van ouderen ligt op delen van ons platteland.
Kijken we naar 2040, dan wonen hier relatief veel ouderen mede als gevolg van wegtrekkende jongeren. Een zwaartepunt van deze krimpende bevolkingstrend zien we in het gebied langs de grens met Duitsland en in de noordelijke provincies Groningen, Friesland en Drenthe. Waar een ouder iemand in het stedelijk gebied eenvoudig zijn huis kan verkopen, is dat hier een stuk lastiger zo niet onmogelijk. De kans op eenzaamheid neemt toe en het aanbieden van gemeenschappelijke zorgvoorzieningen ligt hier een stuk lastiger. Wellicht krijgen we naar Amerikaans model enkele 70+ dorpen. Maar reisafstanden blijven groot en het openbaar vervoer is beperkt. Bij benodigde dagelijkse zorg moet vader of moeder plots 25-50 km verhuizen naar de plek met een zorg of verpleeghuis waar een kamer vrij is.
‘Bieden deze gebieden kansen voor de energietransitie?’
Concluderend, ja de vraag naar woningen voor ouderen is een gat in de markt en de vraag zal de komende jaren zeker stijgen. Naast nog enkele verpleeghuizen, gaat het om woningen voorzien van het gemak van een lift, aanbod van maaltijden plus persoonlijke zorg zoals een kapper en het doen van de was. In sterke economische regio’s, waar succesvol gestuurd wordt op realisatie van het segment middenhuur zal deze transformatie zich geleidelijk voltrekken. Maar op het platteland ontwikkeld zich een ander gat. Gebieden met een groot gebrek aan passende woningen en zorgvoorzieningen. Bij verkoop woningen die men aan de straatstenen niet kwijt kan. Bieden deze gebieden kansen voor de energietransitie? Met de protesten in de Veenkoloniën tegen de windmolens in ons achterhoofd wordt zo’n oplossing in deze krimpgebieden niet altijd enthousiast ontvangen. Met de blik vooruit het zien als vluchtoord bij een snel stijgende zeespiegel? Accepteren we gebieden met een fors aantal woningen in verval en steeds meer eenzame bejaarden? We horen weinig ouderen protest. De hoogste tijd om dit ‘gat in de markt’ met de provinciale verkiezingen hoog op de agenda te zetten.
Agnes Franzen
A.J.Franzen@tudelft.nl
https://www.mijngezondheidsgids.nl/aanbod-woningen-voor-ouderen-nog-te-beperkt/
http://romagazine.nl/data-analyse-wijst-uit-nu-al-te-veel-eengezinswoningen/20472