
’De stad is van iedereen en iedereen moet dus mee kunnen doen’
We Make The City is een aanmatigende titel, maar in de beste traditie van bestuurders, planologen, ingenieurs, sociaalgeografen en iedereen die zich tegenwoordig ‘stadmaker’ noemt. Een geschiedenis van doorpakkers die zorgden voor riolering en stromend water, die de stadssloppen van de negentiende eeuw sloopten en de nieuwbouwwijken van toen na de tweede wereldoorlog weer vernieuwden. Het is ook de traditie van de volksverheffers. Van de fabrieksdirecteuren die het ongedisciplineerde werkvolk in het gareel brachten met modeldorpjes, van de Maatschappij van Weldadigheid in de veenkoloniën, de woonscholen voor een proper en deugdzaam gezinsleven, de sociale en christelijke volksopvoeders en hun woningbouwverenigingen. Daar is veel huiselijk geweld mee bestreden en veel gezondheid en ontplooiing mee gewonnen. Maar het was – met de beste bedoelingen - ook dwingend en bemoeizuchtig. Naast de bestrijding van evidente misstanden, kregen eerst de anti-socialen en later de zwakken in de samenleving ook een nieuw waardenpatroon opgelegd. Dat was geen samenzwering van fabrikanten en bestuurders, maar gewoon ‘wat het beste leek voor iedereen’. Dat lijkt nu met WMTC opnieuw te gebeuren.’Tante Pastellia, de woonconsulente van weleer, is weer helemaal terug’
Vooral in het programma ‘iedereen gezond’ en de Kennislunch Noord, is de woonconsulente van weleer weer helemaal terug. Ik zie haar voor me als een Tante Pastellia, de oude vrijster die de zelfstandig wonende minderjarige Pippi Langkous – voor haar eigen bestwil – in een kindertehuis probeert te krijgen. Het is heel goed mogelijk dat we de klimaat- en duurzaamheidsdrammers van vandaag straks dankbaar zijn voor de transities die ze nu doorduwen, dat we ons niet meer kunnen voorstellen dat kleur en gender zoveel discussie gaf. Maar ‘We Make The City’ roepen zonder de stadgenoten te betrekken die minder met deze thema’s hebben, past niet bij de geëmancipeerde democratische samenleving van nu. Echt inclusief is het ook niet. Bas van Horn basvanhorn@gmail.com