
Het miezerige weer van de laatste weken, de onverwachte lock down, de riskante geopolitieke verschuivingen, de onder druk staande democratie en de daarmee gepaard gaande lokale, regionale en mondiale polarisaties, wijzen op een donkere toekomst. Reeds in 2004 waarschuwde de befaamde Jane Jacobs in haar Dark Age Ahead ons ervoor dat tenminste vijf fundamenten van de westerse beschaving bedreigd zullen worden: gemeenschapszin, onderwijs, belastingen en een sterke overheid; wetenschappelijke kennis en de ontwikkeling van professionele beroepen (in onder andere de zorg). Een kleine twintig jaar later zitten we midden in haar voorspelling.
Terechte paniek, en helaas ook paniekreacties: het moet allemaal anders. En liefst zo radicaal mogelijk, wat zich politiek uit in extremistische bewegingen ter linker en ter rechterzijde. Aan beide zijden is men het over één ding eens: het is allemaal de schuld van ‘de markt’.
Ten onrechte, want de laatste decennia zijn de mondiale armoede, honger en werkloosheid enorm afgenomen, en ontplooiingskansen sterk toegenomen. En dat alles als gevolg van de vrijemarkt: een markt waar vraag en aanbod naarstig op zoek zijn naar een evenwicht. En door de concurrentie die dit met zich meebrengt zijn innovaties op economisch, medisch en technisch vlak ongekend geweest en nog steeds aan de orde van de dag.
Roep om radicale veranderingen: ook in de ruimtelijke ordening en de academische geografie
Ook in de ruimtelijke ordening en de academische geografie is de roep om radicale verandering de laatste jaren luid hoorbaar. Economische, en in tijden van de kenniseconomie dus ook stedelijke, groei zou onverantwoord leed veroorzaken zoals overspannen woningmarkten, groeiende (ook ruimtelijke) ongelijkheid en uitputting van de natuurlijke hulpbronnen. Dus stoppen met groei en steden in de ban!
In Nederland is de voormalige Rijksbouwmeester Floris Alkemade een apologeet van dit doemdenken. Ook bij hem is ‘de markt’ hiervan de oorzaak. Want, aldus Alkemade, “het stelselmatig nastreven van het bedrijfsbelang is de grondslag van de markt”. En: “In onze tijd is zonder enig merkbare vorm van moraliteit het vrijemarktdenken in nagenoeg alles de drijvende kracht geworden” (De toekomst van Nederland. De kunst van richting te veranderen).
Kretologie als gevolg van volstrekt economisch onbenul. We slaan er het prachtige boek van hoogleraar economie Irene van Staveren Wat wij kunnen leren van economen die (bijna) niemand meer leest (2016)er maar eens op na. In haar hoofdstuk over Adam Smith lezen we dat marktwerking een mooi en belangrijk economisch mechanisme is. De grondlegger van de moderne economie zei hierover: “Het is dankzij de markt dat de bakker ons brood bakt en niet omdat de staat hem daartoe dwingt of uit liefdadigheid”. De markt zorgt voor een afstemming van vraag en aanbod, wat leidt tot winst waarmee we weer goederen en diensten van anderen kopen. “De markt zet daarmee aan tot innovatie, snelheid van reageren op veranderende omstandigheden, investeren, kwaliteit en kostenverlaging”.
En nu komt het: markten bestaan niet in een juridisch en sociaal vacuüm. Sterker nog, aldus Smith, zonder strakke juridische regelgeving en sociaal-maatschappelijke instituties kan de markt haar werk niet doen!
Een aanval op de markteconomie werkt averechts en leidt tot malaise
Een markteconomie bestaat uit drie sterke onderdelen: markt, staat en samenleving. De markt moet sterk zijn ingebed in rechtvaardige wet- en regelgeving en de mogelijkheid bieden tot herverdeling. Lees het werk van Smith er maar op na of het hoofdstuk van Van Staveren over hem: de markt werkt optimaal bij oneindig veel aanbieders en vragers, monopolievorming is uit den boze, minimumloon is een noodzaak, belasting op winst en immoreel gedrag voorwaarde, onderscheid tussen individuele en collectieve goederen essentieel. Het komt allemaal uit de koker van de vader van de markteconomie.
Een aanval op de markteconomie werkt derhalve averechts en leidt, zoals de geschiedenis ons laat zien, tot malaise. Een overspannen woningmarkt, sociaaleconomische en ruimtelijke ongelijkheid, ongebreidelde aanslagen op grondstoffen; ze zijn eerder een gevolg van falend overheidsbeleid dan een natuurlijke resultante van marktwerking.
Bedrijven, expats, ‘hippe’ koffiehuizen en gentrifiers weren uit onze straten, buurten en steden, zou maatschappelijke zelfmoord zijn. Een sterke, morele overheid, die de markt reguleert is waar we ons op moeten richten. Ook dat had Jane Jacobs al gezien.
Door Jos Gadet, hoofdplanoloog bij Gemeente Amsterdam en publicist