Inschrijven voor nieuwsbrief
Verstedelijking

Buren en vrienden

Auteur Jop Fackeldey

08 juli 2022 om 15:48, Leestijd ca. 3 minuten

Hoe richt je participatie dan goed in? Denk aan je buren. Bespreek je verbouwingsplannen met hen: hoe zij er mogelijk voordeel van kunnen hebben en hoe je de overlast kunt beperken. Doe daarom oprechte pogingen om iedereen op wie een ontwikkeling invloed heeft te bereiken. Loop rond in een buurt, zet online middelen in, ga op een markt staan. En maak het leuk.

ROm is het vakmagazine voor de fysieke leefomgeving en gratis voor ambtenaren en bestuurders-politici in dat beleidsdomein. Meld u hier aan voor een thuisabonnement voor het maandelijkse papieren of digitale magazine.

Het staat op menig tegeltje: ‘Beter een goede buur, dan een verre vriend’. Dat is misschien waar. Je vrienden kies je, buren krijg je, net als schoonfamilie. De vraag is dan: kun je ook een beetje vrienden met die buren worden. Bij binnenstedelijke gebiedstransformaties heb je of krijg je buren. Soms heb je daar een beetje invloed op, maar meestal heb je ze niet voor het uitkiezen. Je eigen huis verbouwen heeft een grote impact op de leef- of werkomgeving van je buren. En u weet, mensen (en vooral buren en schoonfamilie) kunnen slecht tegen verandering. Tenzij ze deel uitmaken van die verandering.

Volgens sommigen is het toverwoord tegen burenruzies participatie. De Omgevingswet geeft niet voor niets extra betekenis aan participatie. Initiatiefnemers moeten bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning aangeven of ze aan participatie hebben gedaan en, zo ja, wat de resultaten zijn. Dat geeft dus aan dat niet alleen overheden, maar ook private partijen hierin een verantwoordelijkheid hebben. Overigens zien we nog wel partijen die met zo min mogelijk participatie een groen vinkje willen. Een beetje als een briefje bij de buren door de bus doen om ze te informeren. Helemaal fout dus. Participeren is, ook al, een werkwoord. Geen verplicht nummertje, maar samen iets doen.

 

Participeren is geen verplicht nummertje, maar samen iets doen’

Hoe richt je participatie dan goed in? Denk aan je buren. Bespreek je verbouwingsplannen met hen: hoe zij er mogelijk voordeel van kunnen hebben en hoe je de overlast kunt beperken. Doe daarom oprechte pogingen om iedereen op wie een ontwikkeling invloed heeft te bereiken. Loop rond in een buurt, zet online middelen in, ga op een markt staan. En maak het leuk: voor jou leuk en voor de mensen op wie een ontwikkeling invloed heeft.

De vormen waarin je participatie kunt vatten, zijn talloos. Maar er is één rode draad: zeg wat je doet en doe wat je zegt. Wees voorspelbaar. Ga in gesprek. Als het doel alleen is om draagvlak te vergroten, dan zeg je dus eigenlijk dat je iets aan iemand wilt opdringen. Transparantie over de doelen, het vastleggen van de resultaten, afspraken nakomen. En vooral, waarom wil je die verbouwing. En willen ze soms meehelpen. Wie weet wordt de buur dan wel een beetje een vriend.

Participatie moet dus geen moetje zijn. Dat werkt averechts. Behandel je buren zoals jijzelf ook door je buren behandeld wilt worden. De meeste mensen zijn redelijk. Op het moment dat je geïnteresseerd bent en oprecht iets met de zorgen van mensen wilt doen, zullen ze daarmee blij zijn. Uit onderzoek is wel gebleken dat nagenoeg iedereen doorheeft dat er meer belangen zijn en niet iedereen altijd zijn zin kan krijgen. Als maar duidelijk is dat de zorgen oprecht zijn betrokken bij een afweging. Heeft u goede voorbeelden? Deel ze vooral met ons programma! We zien dat er continu behoefte is om over de juiste vormen met elkaar in gesprek te gaan.

Jop Fackeldey is voorzitter van het programma Stedelijke Transformatie, een samenwerking tussen Rijk, provincies, gemeenten, ontwikkelaars, bouwers en investeerders. Hij schrijft in ROm een maandelijkse column over de urgentie, knelpunten en oplossingen. Deze column staat in ROm, juli 2022.

Gerelateerde Artikelen