Dromen van een beter geordend Nederland

Verstedelijking Energietransitie
Auteur Jaco Boer

16 september 2022 om 12:39, Leestijd ca. 3 minuten

Ik sprak met een Duitse ambtenaar. ‘Bij jullie zal het allemaal wel meevallen, want ik ken geen ander land dat zo zorgvuldig met zijn ruimte omgaat als Nederland.’ Ik moest even slikken toen ik dat hoorde en dacht aan al die distributiedozen, zonneweiden en reclamezuilen die ik dagelijks in de trein aan mij voorbij zie trekken. Hoezo zorgvuldige omgang met de ruimte! Das war einmal.

Een tijdje geleden sprak ik op een conferentie in Berlijn met een Duitse gemeenteambtenaar over de problemen op de woningmarkt. Waar je vroeger in de Duitse hoofdstad voor een appel en een ei nog een appartement kon kopen, zijn ook bij onze oosterburen woningen in hoog tempo onbetaalbaar geworden.

Via de woningmarkt kwamen we op de energietransitie, een andere grote opgave die grote gevolgen gaat hebben voor het aanzien van onze leefomgeving. ‘Bij jullie zal het allemaal wel meevallen, want ik ken geen ander land dat zo zorgvuldig met zijn ruimte omgaat als Nederland.’ Ik moest even slikken toen ik dat hoorde en dacht aan al die distributiedozen, zonneweiden en reclamezuilen die ik dagelijks in de trein aan mij voorbij zie trekken. Hoezo zorgvuldige omgang met de ruimte! Das war einmal.

Het Planbureau voor de Leefomgeving drukte mij onlangs weer met de neus op de feiten. Ondanks alle inspanningen staat de leefomgeving er volgens de jongste Monitor nog altijd slecht voor. Op plekken waar je verstedelijking wilt voorkomen vanwege bodemdaling of een hoog overstromingsrisico blijkt sinds 2000 het aantal woningen juist met een kwart te zijn gestegen. De hoeveelheid opgewekte elektriciteit was tussen 2018 en 2020 ook veel groter in zonneparken dan bij PV-panelen op daken. En voor het eerst sinds vele jaren nam het aantal inwoners van dorpen en steden af ten gunste van de bevolking in het buitengebied.

Behalve deze deprimerende feiten constateerden de onderzoekers dat veel ruimtelijke vraagstukken nog te sectoraal worden aangevlogen terwijl opgaven steeds sterker met elkaar verbonden raken. Hun pleidooi voor meer samenhang in het ruimtelijk beleid klonk niet voor de eerste keer.

De ambities zijn gebleven maar de middelen waarmee we Nederland op orde willen houden, zijn veel schraler geworden

Terug naar de conferentie in Berlijn waar ik mijn Duitse gesprekspartner voorzichtig probeerde uit te leggen dat zijn beeld van de Nederlandse ruimtelijke ordening toch wat gedateerd was. Ook wij hebben te dealen met immense ruimtelijke opgaven en beginnen er pas net achter te komen dat het niet zo verstandig was om de ruimtelijke ordening aan de markt en lagere overheden over te laten.

Terwijl ik de Duitse ambtenaar bijpraat, hoor ik in mijn woorden weemoed naar vroeger doorklinken, alsof toen alles beter geregeld was. Dat is natuurlijk een gotspe. Vijfentwintig jaar geleden schreef ik al over oprukkende woningbouw buiten de rode contouren en het dichtslibben van de open ruimte door de aanleg van nieuwe bedrijventerreinen. Ook toen droomde ik van een land dat zorgvuldiger met zijn schaarse ruimte omgaat dan het in plechtige nota’s belooft.

Een verschil met vroeger is wel dat we het nu met minder landelijke regels en deskundige ambtenaren moeten doen dan voor de millenniumwisseling. Die zijn in het kader van deregulering en bezuinigingen overboord gekieperd. De ambities zijn gebleven maar de middelen waarmee we Nederland op orde willen houden, zijn veel schraler geworden. Als er één ding is waarmee het kabinet morgen al aan de slag kan om de leefomgeving te verbeteren, is het op dat gebied.   

 

Gerelateerde Artikelen