Inschrijven voor nieuwsbrief
Woningbouw

Tweede Kamer is klaar met de Ladder: weg met barrières buitenstedelijk

Auteur Kasper Baggerman

18 april 2023 om 13:06, Leestijd ca. 5 minuten


Het kabinet moet belemmeringen voor buitenstedelijk bouwen uit de Ladder voor Duurzame Verstedelijking verwijderen en zo woningbouw versnellen. Dat staat in een motie die de Tweede Kamer woensdag aannam. De motie staat haaks op de NOVI en het huidig beleid van minister Hugo de Jonge, al staat die wel steeds meer open voor uitleglocaties.

Foto: Stephan Kogelman / iStock.com

Bouw binnenstedelijk als het kan en pas buitenstedelijk in het uiterste geval. Dat is de kern van de Ladder voor Duurzame Verstedelijking. Een gemeente die in het weiland wil bouwen, moet met de Laddertoets aantonen dat dit niet kan binnen bestaand stedelijk gebied.

Tijd om daar een einde te maken, besloot de Kamer woensdag. Het kabinet moet belemmeringen voor buitenstedelijk bouwen uit de ladder verwijderen, staat in een aangenomen motie van de VVD, CDA en JA21

Indieners Peter de Groot (VVD), Jaco Geurts (CDA) en Nicki Pouw-Verweij (JA21) constateren dat ‘meerdere onderdelen van de ladder in de huidige omstandigheden een onnodige procedurele blokkade opwerpen voor de buitenstedelijke bouwopgave’. Meer buitenstedelijk ontwikkelen zou de bouwopgave versnellen, menen de politici.

‘In sommige provincies is bouwen buiten de stad moeizaam. In veel gemeenten kan er geen straatje bij worden gebouwd. Het woningtekort is groot en papieren belemmeringen staan in de weg om betaalbare woningen te bouwen’, tweette VVD'er De Groot over de motie. Dit geldt volgens het Kamerlid overigens zowel binnen als buiten de stad. 

Het zou onder meer gaan om locaties in Noord-Holland, zei CDA’er Geurts bij het woningbouwdebat van 30 maart. Daar staan provincie en gemeenten lijnrecht tegenover elkaar. De gemeenten willen het groen in, maar de provincie zet daar een streep voor. Die wil ‘het cultuurlandschap’ beschermen.

‘Maar er zijn meerdere provincies die bij bouwprojecten toch wel heel strak naar die ladder kijken', zei Geurts. ‘Wij zijn van mening dat er in de situatie waarin we nu zitten, zo veel andere wet- en regelgeving is dat je die ladder gewoon niet meer nodig hebt en dat je dan gewoon buitenstedelijk zou kunnen bouwen.’ 

De Jonge niet overtuigd, staat wel open voor uitleglocaties 

Woonminister Hugo de Jonge is op dit moment bezig met een evaluatie van de ladder. De minister denkt niet dat het instrument an sich een groot probleem is. ‘Als ik het nu zou moeten inschatten, denk ik eerlijk gezegd dat niet zozeer de ladder als zodanig daarvoor een forse belemmering vormt als wel de manier waarop die in sommige provincies is uitgelegd en toegepast’, zei hij bij het debat. 

De minister houdt vooralsnog vast aan ‘binnenstedelijk als het kan, dan pas buitenstedelijk’. Zo liggen de zeventien grootschalige woningbouwlocaties allemaal binnenstedelijk. Ook de Nationale Omgevingsvisie stuurt op zo veel mogelijk binnenstedelijk bouwen, en dan liefst rond OV-knooppunten. Dat is ook de lijn in de Nationale Woon en Bouwagenda van de minister. 

Dat wil niet zeggen dat de minister fervent tegenstander is van uitleglocaties. Hij pleit graag voor een pragmatische aanpak. Noord-Hollandse partijen moeten bijvoorbeeld stoppen met de 'bijna religieuze twist' over binnen- of buitenstedelijk bouwen, tekende Nul20 op. ‘Gun die dorpsgemeenschappen een straatje erbij’, aldus de minister. Hij is er ook van overtuigd dat de 900.000 woningen niet gehaald worden met enkel bouwen binnen de bestaande stad. 

Bijval vanuit markt 

Vanuit marktpartijen, die graag pleiten voor buitenstedelijk bouwen, gaan al langer geluiden op om de ladder minder rigide toe te passen of af te schaffen. ‘Gemeenten benaderen de ladder stringenter dan hij eigenlijk is. De Ladder is een procesvoorwaarde en gemeenten mogen ervan afwijken. Dat gebeurt echter te weinig’, zei directeur gebiedsontwikkeling bij BPD Desirée Uitzetter eerder tegen Stadszaken

Ook het Economisch Instituut voor de Bouw heeft al langer moeite met de ladder. In meerdere publicaties pleitte het onderzoeksbureau voor meer buitenstedelijk bouwen, onder meer met ‘een straatje erbij’ in elke gemeente.

EIB-directeur Taco van Hoek zei eerder tegen Stadszaken: ‘Als de Rijksoverheid woningbouw wil stimuleren, moeten we stoppen met de ladder voor woningbouw te gebruiken. Dan kunnen er inhoudelijke afwegingen komen om ruimtelijke kwaliteit en woningbouw regionaal en lokaal te verbinden, in plaats van deze zaken op voorhand als tegenstrijdig te bestempelen.’ 

Andere experts kritisch 

Of meer ruimte laten voor uitleglocaties daadwerkelijk een zwengel geeft aan de woningbouw, staat nog wel ter discussie. Edwin Buitelaar, hoogleraar grond en vastgoedontwikkeling en onderzoeker bij het PBL, liet zich eerder kritisch uit over ‘misverstanden over buitenstedelijk bouwen’.

Buitenstedelijk bouwen is niet sneller dan binnenstedelijk, en binnen de bestaande stad is er nog ruimte zat, aldus Buitelaar. Architectenbureau KAW bevestigde dat ruimte-zat-in-de-stad met eigen onderzoek. Volgens het bureau biedt bijvoorbeeld transformatie van benzinestations en winkelcentra ruimte voor ruim 200.000 woningen binnen de huidige rode contouren.

Ook zou binnenstedelijk ontwikkelen niet duurder zijn dan buitenstedelijk, stelde Buitelaar. Eigenlijk is ontwikkelen simpelweg overal prijzig. Binnenstedelijk zijn grondkosten en kosten voor bijvoorbeeld saneren en het bouwrijp maken van de grond hoog. Buitenstedelijk zijn er hoge kosten voor de ontsluiting van de wijk. Ook zijn er fikse investeringen in voorzieningen nodig. 

Bij het binnenstedelijk-buitenstedelijk-debat speelt ook wat de fijnste en beste wijken oplevert. Planoloog en ‘Mister Vinex’ Hans Leeflang was tegenover Stadszaken cynisch over ontwikkelaarsplannen voor meer buitenstedelijk bouwen. Hij hekelde vooral de volgens hem te sectorale focus op woningbouw. ‘De verstedelijkingsopgave wordt platgeslagen tot een bouwopgave.’ 

Gerelateerde Artikelen