In 1923 kreeg Jan Heijmans zijn eerste opdracht: het bestraten van station ’s-Hertogenbosch. Honderd jaar later wordt dit grootst gevierd. Het was ook het jaar dat mijn grootouders Henk en Geertje verhuisden van Wanneperveen naar Eindhoven. Vroege twintigers, en wat nu heet een samengesteld gezin. Levend in armoede in een troosteloos gebied dat door turfwinning ruimtelijk en economisch was uitgehold.
De toekomst lag in Eindhoven. Waar Anton Philips bezig was om het bedrijf van zijn vader uit te bouwen. Deze stad bood werk, zekerheid én een woning. Deze laatste werd niet gevonden in de bestaande dorpen en kernen van “Groot-Eindhoven”. Daar was geen aanbod. In ieder geval niet in het tempo waar de instroom om vroeg.
In het ommeland werd met innovatieve bouwtechnieken “slappe bodem” geschikt gemaakt. Wonen, arbeid en natuur in balans volgens de principes van de tuindorpen; ontworpen door toparchitecten als Dudok en De Bazel. In deze tuindorpen zijn mijn ouders geboren; aan de vooravond van weer een oorlog op Europees grondgebied.
Waarom dit verhaal? De geschiedenis herhaalt zich, honderd jaar later.
Ook nu hebben we te maken met arbeidsmigratie, woningnood, volle steden, energietransitie en oorlogsdreiging. Ook nu zoeken we naar oplossingen voor urgente vraagstukken. Oplossingen “van toen” bieden daarbij inspiratie. Zeker de tuinsteden met een kwaliteit die anno nu als waardevol wordt beschouwd. En in tempo en met daadkracht die jaloersmakend is.
In dit licht verbaast mij de hetze tegen bouwen buiten bestaand stedelijk gebied. Voor de helderheid, ik snap de teleurstelling over de new towns uit de jaren zeventig, en de noodzaak om te blijven investeren in binnensteden en naoorlogse wijken. Maar ik begrijp niet waarom plannen voor “randstedelijke” gebieden als Rijnenburg, Zuidplas en Oosterwold door vakbroeders én bestuurders worden platgeslagen, gedecimeerd of getemporiseerd. Natuurlijk spelen hier problemen als bodemdaling, stikstof en energievoorziening. Maar ga niet zeggen dat het bestaande stedelijke gebied geen uitdagingen kent.
Ga niet zeggen dat het bestaande stedelijke gebied geen uitdagingen kent
Mijn oproep is omdenken. Laten we de moed hebben om met erkenning van alle uitdagingen te werken aan nieuwe woon- en leefgebieden met ook nu mens en natuur in balans. Lerend vanuit verleden, met oog voor de toekomst. Met oplossingen die werken op de plek en in haar omgeving. Voorbeeldstellend en uniek. Waarbij we als BV Nederland laten zien dat ons denken niet ophoudt bij de polder-, gemeente- of landsgrens. Met innovatiekracht en oplossingen als inspiratie voor andere stedelijke agglomeraties. Die alle zoekende zijn hoe ze met alle problemen van dien, toekomstige generaties een veilige, herbergzame en gezonde leefomgeving kunnen bieden.
Laten we lokaal denken wereldwijds maken. Laten ons denken en doen in 2023 inspiratie zijn voor 2123. Laten we beginnen met een eerste steen.