Dit is de ingekorte versie van het artikel in ROm juli-augustus 2023. ROm is het vakmagazine over ruimtelijke ontwikkeling en de fysieke leefomgeving en gratis voor ambtenaren en bestuurders-politici in dat beleidsdomein. Meld u hier aan voor een abonnement voor het maandelijkse papieren of digitale magazine.
Hoogheemraadschap Delfland constateerde vorig jaar achterstallig onderhoud bij de veertig waterbergingslocaties. Om te inventariseren in welke staat zij waren, riep het team van Jeroen Snijders, adviseur waterbeheersingsprojecten bij het waterschap, de hulp in van adviesbureau Kragten. De opdracht aan het adviesbureau was om niet enkel te kijken naar objecten zoals beschoeiing, vogelschermen en dammen, maar ook naar de waterkwaliteit, de biodiversiteit en de begroeiing. Dit om in beeld krijgen hoe het er met de natuurwaarden van deze locaties voor staat.
Kragten begon met een korte bureaustudie, waarbij is gekeken naar de ligging van alle veertig waterbergingen en hun relatie tot de directe omgeving. Het landgebruik beïnvloedt de ecologische waarde van de berging. In Delfland liggen veel waterbergingen in de nabijheid van grond van tuinders en agrariërs, wat van invloed is op de gezondheid van de grond, het grondwater en de aanwezige natuur. Joost van Deelen, adviseur ecologie, en zijn collega’s bezochten vervolgens alle locaties om zich een beeld te vormen van de natuur en biodiversiteit. Met het team van Snijders is vooraf een methodiek afgesproken voor deze inventarisatie. Deze geeft een overzicht van de kenmerken van de berging, de onderhoudsplicht en de uitvoerder: het hoogheemraadschap, de gemeente of derden. Verder is daarin de onderhoudsvraag geformuleerd, een advies voor onderhoudsmaatregelen met kosteninschatting en een quickscan biodiversiteit en waterkwaliteit.
Functioneren of floreren
Waterbergingslocatie De Lepelaar in Pijnacker is een voorbeeld van een locatie op de grens van kassenlandschap en agrarisch gebied. Hoewel omsloten door kassen heeft de plas een aantrekkende werking op water- en rietvogels. In het water zwemmen onder andere grote baarzen. ‘Als je naar deze berging kijkt, dan zie je op het eerste gezicht een mooi ontwikkelde rietkraag en een mooie plas water’, zegt Van Deelen. ‘Als berging functioneert het. Maar je ziet wel dat dit stukje natuur aan het verlammen is. Als we er niets aan doen, gaat de kwaliteit van de flora en fauna hier verder achteruit’. Tijdens een veldonderzoek trof hij een slechte waterkwaliteit en een monotoon onderwaterleven aan. Het riet groeit steeds verder de plas in en verdringt de vissen en andere planten die er mogelijk willen groeien. En hoe meer riet in het water groeit, des te slechter er meer water geborgen kan worden tijdens extreme regenval.
De meeste waterbergingsprojecten zijn na wateroverlast in 1998 en 1999 begin jaren 2000 aangelegd. Rondom de waterberging is na het aanleggen ervan voldoende onderhoud uitgevoerd, geeft Snijders aan. In de plas zelf is echter wel sprake van een onderhoudsachterstand. Sindsdien is een beschoeiing hier en daar verrot en ingezakt. Een dam is dichtgeslibd, waardoor er maar weinig uitwisseling plaatsvindt tussen de plas en omliggende sloten.Eind vorige zomer is de inventarisatie van de bergingen afgerond. In het najaar zijn die gegevens verwerkt tot een beknopte factsheet en eerste advies voor alle objecten per locatie. Het waterschap kan daarop aflezen welke herstelwerkzaamheden binnen een jaar kunnen worden aangepakt, zoals het vervangen van steigers en beschoeiing. Grotere projecten vragen om een langere voorbereidingstijd. Deze herstelwerkzaamheden nemen zo’n twee tot vijf jaar in beslag.
Waterberging en recreatie
Berging De Lepelaar is eigendom van het hoogheemraadschap. Alle gewenste aanpassingen zijn daarom direct door te voeren na het advies. Dat is niet het geval bij alle waterbergingen. Van Deelen en Snijders staan naast een berging aan de Zijdeweg in Pijnacker-Nootdorp, in eigendom van de gemeente. Het ontstaan van deze berging illustreert de mogelijkheid tot het stapelen van ruimtegebruik. In de aanloop naar 2018, het jaar waarin de relatief nieuwe berging is aangelegd, is veel nieuwbouw aan de directe omgeving toegevoegd. Snijders: ‘Als waterschap hebben we tegen de gemeente gezegd, leuk die woningbouw, maar daar komt wel meer water vandaan. Zou hier een berging passen? Dat kon volgens de gemeente, als we er ook een recreatieplek van maakten.’
‘Voor alle leeftijden is deze berging een fijne uitloopplek geworden’
De waterberging is al enkele jaren een populaire plek om met warm weer te bezoeken. In het midden van de berging, die bestaat uit organisch gebaande waterweggetjes, ligt een speeltuin met enkele speel- en sporttoestellen. Aan de voet van een stuwconstructie zijn rotsen in een aflopende waterstroom gelegd om overheen te klauteren. Voor alle leeftijden is deze berging een fijne uitloopplek geworden, zegt de adviseur van Delfland. Via gebaande paden kan worden gewandeld en fietsers passeren de berging via een pad dat langs de berging afloopt. De recreatieve invulling van de waterberging wordt, zeker in de lente- en zomermaanden, volgens de gemeente met open armen ontvangen.
‘Voor alle leeftijden is het een vrije uitwaailocatie’, vertelt Fabian Koch, medewerker Groen en Speelbeheer bij de Gemeente Pijnacker-Nootdorp. Zo worden er bijvoorbeeld regelmatig bootcamplessen gegeven, maar wordt er ook gevolleybald en gefitnest. Ouders met kinderen gebruiken het speelgedeelte veelvuldig als uitstapje bij lekker weer. Aan de voet van een stuwconstructie zijn rotsen in een aflopende waterstroom gelegd om overheen te klauteren.
Stapelen
‘Het is in deze regio wel echt een unieke plek, doordat je recreëert op een plek met een onderliggende functie’, aldus Hanny Vrieswijk, beleidsondersteuner Water en Klimaat bij de Gemeente Pijnacker-Nootdorp. Het ontstaan van de berging illustreert hoe gemeenten en waterschappen steeds meer praten over gecombineerd ruimtegebruik voor verschillende doeleinden. Van Deelen en Snijders merken op dat er tussen 2005 en 2018, toen de meeste bergingen zijn aangelegd, gaandeweg een andere mentaliteit is ontstaan bij zowel gemeenten als het waterschap. ‘Vijftien jaar geleden gingen we vooral voor onszelf. In het verleden kochten we dan zomaar grond aan van een tuinder die wilde stoppen door wateroverlast’, aldus Snijders. ‘Onze beredenering was dan dat die grond zich goed leende voor een waterberging. Achteraf kregen we het verwijt van de gemeente dat we de kassenbouw op slot gooide.’
‘Vijftien jaar geleden gingen we vooral voor onszelf. Nu werken we meer samen’
Volgens Van Deelen ontstaan de klimaatadaptieve projecten nu met een beter verhaal en betere samenwerking. ‘Waterbergingen zijn minder verloren locaties, als je kijkt naar de ruimteclaim die ze leggen. Er is boven de functionaliteit van een badkuip veel bijgekomen: inwoners hebben het hier echt naar hun zin. Zij zien amper meer dat de locatie bij hoge nood 20.000 kubieke meter water kan opslaan.’
Kostbare ingreep
Aan de Kerkstraat en de Veilingweg in het Westland, kijken de twee adviseurs uit over twee waterbergingen met een ander profiel. Rondom staan de kassen, dicht op elkaar. De waterbergingslocaties liggen er minder goed bij, toch is ook hier met de natuur op enige afstand, herstel van natuurwaarden gelijktijdig aan onderhoud nog altijd mogelijk. Daarvoor zijn dan wel flinke investeringen nodig om de oorzaak van het verval weg te nemen, aldus Van Deelen en Snijders.
De waterkwaliteit is niet goed. In het midden van de berging liggen de restanten van een looppad, dat kampt met forse erosie. ‘Hier gaan we een aantal constructies herstellen zoals duikers, hekwerken en beschoeiing. Wil je het dan interessanter maken, door de natuurwaarden aan te pakken, dan moet je iets doen met het grondwerk en dat is een kostbare ingreep.’
‘Op alle bergingslocaties investeren in de natuurwaarden, is geen optie’
Op alle waterbergingslocaties is constant een afweging te maken of die investeringen zich op de langere termijnen uitbetalen, leggen de adviseurs uit. Als voorbeeld noemen zij de houten kades die de rand van bergingen versterken. Het herstellen van de beschoeiing is betrekkelijk eenvoudig. Deze zorgt echter ook voor een blijvende verstoring van de natuurlijke overgang van grond naar water. ‘En dat zijn nou juist de plekken waar verschillende soorten hun thuis vinden’, aldus Van Deelen.
Op alle bergingslocaties investeren in de natuurwaarden, is geen optie volgens beide adviseurs. Snijders: ‘Het geld is maar één keer uit te geven, dus richt ik mij liever op de locaties die meer potentie hebben. Als je veertig bergingen te onderhouden hebt, dan ga je harder nadenken over wat je kunt en moet doen om bergingen ecologisch te versterken. Sommige waterbergingen in het Westland zijn dan misschien niet de plekken waarbij je naast het onderhoud ook nog veel in het opwaarderen van de natuurwaarden investeert.’