Van Salomon Kroonenberg had ik al een tijdje niets gehoord. Logisch ook, zou je kunnen denken, want zijn relativerende kanttekeningen bij de klimaatverandering worden nu even overstemd door loeiende airco’s, bosbranden en afbrokkelend poolijs. De emeritus-hoogleraar toegepaste geologie van de TU Delft plaatst de opwarming van de aarde altijd in het geruststellende perspectief van geologische tijdschalen waarop het menselijk gewemel nauwelijks invloed heeft. Dat doet hij nog altijd, maar liever niet meer in de frontlinie van het publieke debat. Daar heeft hij een nieuw thema voor. Hij is nu voorstander van het streven naar rechten voor de natuur en zelfs het zelfbeschikkingsrecht van die natuur. Zou het echt?
Zaakwaarnemers van de natuur
Met zijn licht geamuseerde grijns kijkt hij ons aan op de opiniepagina van De Volkskrant. Zijn fotootje staat bij zijn adhesie aan het pleidooi van de jurist Aischa Dutrieux die in de krant eerder al een lans brak voor de natuur als rechtspersoon. En zij was niet de eerste, want twee jaar geleden schreef de milieujuriste Jessica den Outer al iets vergelijkbaars. Daarbij werden toen verschillende internationale voorbeelden aangeroepen waarin rivieren, bergen en gebieden eigenstandige rechten hadden verkregen.
Rechten voor de natuur is een op het eerste gezicht sympathiek idee dat uitgaat van de ‘intrinsieke waarde’ van de natuur. Een waarde die los zou staan van onze menselijke waardering voor de natuur. Los van de waarde als koelkast voor ons voedsel, los van de bijdrage aan ons welbevinden en los van alle andere ecosysteemdiensten die de natuur in onze antropocentrische denkwereld levert. Blijft lastig wie die waarde dan bepaalt, ervoor opkomt en ermee naar de rechter stapt. Dat kan niemand anders zijn dan de mens die zich als zaakwaarnemer van de natuur opwerpt.
Het bestrijden van bos
Die paradox ziet Kroonenberg natuurlijk ook wel, maar het komt hem nu even goed uit om dat niet te problematiseren. Hij zet zich af tegen de ideeën waarin intensief natuurbeheer leidt tot natuurbehoud. Natuur gedefinieerd als een soort ideale, pre-industriële toestand waarin de mens in harmonie met zijn omgeving zou zijn geweest. In werkelijkheid hooguit een momentopname van een landbouwsamenleving van weinig mensen en regelmatige hongersnood, maar wel met allerlei nu zeldzame plantjes van de arme gronden en (weide) vogels die profiteerden van de boskap voor de extensieve landbouw.
Deze vorm van ‘natuurbehoud’ leidt tot moedwillig verstuiven van zandgronden, het afplaggen van heide en het kappen van bossen. Zelfs waar de natuur zichzelf zou mogen herscheppen onder door de mens gecreëerde voorwaarden (de Markerwadden) wordt het gretig opschietende bos bestreden ten behoeve van zeldzame weidevogels en zandbroeders.
De kaders van deze aanpak worden bewaakt in Nederlandse vertaling van de Europese Natuur- en Waterrichtlijnen. De donatiebereidheid aan de natuurorganisaties blijft op peil door het constant voeden van het alarmisme rond de soorten op de ‘rode lijst’. Soorten waarvoor mogelijk inderdaad geen plaats meer is in onze samenleving die ook behoefte heeft aan ruimtegebruik voor andere zaken dan natuur, wat niet hetzelfde is als teloorgang.
De ‘vrije’ natuur
Volkomen terecht stelt Kroonenberg dat deze praktijk van natuurbeheer en -behoud natuurlijk niet strookt met het idee van natuur met een eigen intrinsieke waarde, die een eigen rechtspersoon zou rechtvaardigen. In de huidige praktijk komen de zaakwaarnemers van de natuur vooral op voor hun idee van de ideale natuur en een samenleving die heel slecht uit zou pakken voor een groot deel van de bevolking in zijn huidige omvang.
Als autonome rechten voor de natuur al een goed idee zou zijn, dan hoort daar ook het zelfbeschikkingsrecht bij. Een vrije natuur die niet beknot wordt door groene herscheppers, maar waarin het bos kan groeien, planten en dieren verdwijnen en soorten van elders een kans krijgen in de wijzigende omstandigheden. Alles vanzelfsprekend binnen de grenzen die we de natuur toestaan in een land waarin ruimte nodig is voor heel wat meer dan natuur. Als dat is wat Kroonenberg ongeveer bedoelt, dan ben ik het helemaal met hem eens.
Bas van Horn is publicist en adviseur voor het ruimtelijk domein.