Degrowth als beginsel stamt al uit de tijd van De Club van Rome. Deze groep wetenschappers uitte haar zorgen over de toekomst van onze planeet met in 1972 de baanbrekende publicatie Grenzen aan de groei. Een jaar later kwam de oliecrisis en werden we hardhandig geconfronteerd met onze afhankelijkheid van fossiele energiebronnen. Voor het eerst kwamen er vragen op over de eindigheid van grond- en delfstoffen en de kwetsbaarheid van ons groeimodel. Maar sinds de jaren negentig was het neoliberalisme dat de klok sloeg, met het marktdenken en maximalisering van de individuele vrijheid als centrale principes.
Deregulering en privatisering slaat de klok
In de jaren tachtig al zette de beleidstrend in van verzakelijking van het openbaar bestuur, deregulering en privatisering. Mede door de hoge werkeloosheid werd toen, onder premier Ruud Lubbers (CDA), gekozen voor het verlagen van uitkeringen en ontkoppeling van lonen. Ook werden de belastingen op inkomen, vermogen en erfenissen steeds verder naar beneden gebracht om de economische groei te stimuleren. Verder zien we in de ruimtelijke ordening de liberalisering van de woningcorporaties in 2001 gevolgd door een liberalisatie van de energiemarkt. Negen jaar later verdwijnt het ministerie van VROM en in 2013 gaat de verhuurdersheffing voor woningbouwcorporaties gelden.
Van neoliberalisme naar meer overheidssturing: de slinger gaat weer de andere kant op
De laatste jaren beweegt de slinger van het overheidsbeleid weer langzaam de andere kant op. Vorig jaar kwam het ministerie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) terug met Hugo de Jonge (CDA). Hiermee kwam weer nationale sturing in woonlocaties. Ook werd de verhuurdersheffing afgeschaft waarmee woningbouwcorporaties weer meer ruimte hebben voor nieuwe betaalbare woningen, het versnellen van de verduurzaming van de bestaande woningvoorraad en lagere woonlasten.
Een andere indicatie is de nieuwe post Klimaat en Energie met minister Rob Jetten (D66) en het vaststellen van de Klimaatwet met als doel een CO2-reductie van 55 procent in 2030 ten opzichte van 1990 en de netto-uitstoot naar nul in 2050.
Zoektocht naar een andere vorm van economisch beleid
Deze trend zien we ook in het maatschappelijk debat. Het neoliberalisme met een vrije markt, het sturen op economische groei en minimaal overheidsingrijpen als antwoord op een toenemende sociale ongelijkheid en de opstapeling van ecologische problemen staat ter discussie. We zitten op dit moment midden in een zoektocht naar een andere vorm van economisch beleid. Met een aanpak die aansluit bij het denken van de Club van Rome, die al in het begin van deze eeuw weer meer aandacht kreeg. Met de krediet- en klimaatcrisis kwam er een stroom aan publicaties over de grenzen aan de oneindige groei van productie en consumptie. In 2008 vindt dan in Parijs de eerste degrowth conferentie plaats met als resultaat een degrowth-netwerk.
Een economie in balans met de ecologische draagkracht van de aarde
Degrowth heeft een breed sociaal, ecologisch en economisch programma dat zich tegen de vrije economische groei keert om te komen tot een economie in balans met de ecologische draagkracht van de aarde. Ook vragen de aanhangers aandacht voor sociale rechtvaardigheid en bestaanszekerheid als antwoord op de ongelijke groei van vermogens. Hierbij voeren ze een pleidooi om niet langer belasting te heffen op zaken die afhankelijk zijn van economische groei zoals inkomen en winst, maar te kijken naar heffingen op vermogen, vervuiling, grondstoffengebruik en uitstoot van broeikasgassen, zoals de CO2 heffing.
De ecologie als basis
Ook het CBS kijkt al enkele jaren niet alleen meer naar de ontwikkeling van het Bruto Binnenlandsproduct (BBP) maar ook naar Brede Welvaart. Waar het BBP zich richt op de materiële aspecten van onze samenleving, zoals hoeveel we consumeren en produceren, en hoeveel geld we hiermee verdienen, kijkt Brede Welvaart naar economische, ecologische en sociaal-maatschappelijke dimensies.
Een benadering waar we ook in het domein van de ruimtelijke ordening voor staan met het stellen van prioriteiten en bijbehorende keuzes. De ecologie vormt steeds vaker de basis voor beleidsbeslissingen, zoals het kabinetsbesluit van vorig jaar om water en bodem sturend te maken bij ruimtelijke keuzes. Denk verder aan het No Net Landtake, de Europese eis om voor 2050 de ‘netto’ verstedelijking naar nul terug te brengen. En aan recente wetgeving voor het berekenen van de stikstofneerslag tot een afstand van 25 kilometer bij de aanleg of verbreding van weginfrastructuur en de verplichting van een berekening van de stikstofuitstoot in de bouw.
Hoe verder op deze weg van degrowth? De Tweede Kamerverkiezingen staan voor de deur met kijkend naar de eerste peilingen grote veranderingen in het politieke landschap. Een belangrijk verkiezingsthema, en waarschijnlijk een van de hoofdredenen voor deze opmerkelijke politieke verschuiving, is de groeiende kritiek op het neoliberalisme. Maar de nieuwe regering krijgt te maken met hogere rente en lagere gasbaten. Zelfs met financiële meevallers zal moeten worden nagedacht over bezuinigingen en lastenverhogingen. Dit maakt het maken van keuzes niet eenvoudig maar laat de politiek na 50 jaar nu wel in de hoogste versnelling de weg van de Club van Rome op gaan.