Deze zomer bezocht ik Stuttgart om de Urban Future Conference bij te wonen. Het driedaagse congres was een luilekkerland voor ruimtelijke professionals die zich aan inspirerende voorbeeldprojecten en onderzoekers uit heel Europa willen laven. Zo’n conferentie is bovendien altijd een goede gelegenheid om een andere stad beter te leren kennen. Ik wist wel iets af van Stuttgart 21 - het megalomane plan voor een nieuw centraal station – en had het spectaculaire Mercedes-Benz museum aan de oevers van de Isar al eens gezien. Maar deze keer had ik tijd om een van de nieuwste stadswijken te bezoeken.
Banken, hotels en (dure) appartementen
Even ten noorden van de enorme bouwput voor het nieuwe Hauptbahnhof is op een voormalig spooremplacement van de Deutsche Bahn het eerste deel van het Europaviertel opgeleverd.
In de nieuwbouwwijk is een mix aan kantoren, hotels en woningen verrezen die een antwoord moeten vormen op de aanhoudende groei en ambities van de hoofdstad van Baden-Württemberg. De hoofdkantoren van de regionale Landesbank en de Sparda-Bank zijn er neergestreken, evenals het opleidingscentrum van de Sparkasse en verschillende bedrijven uit de consultancy en advocatuur. Zes internationale hotelconcerns hebben er een filiaal geopend en in verschillende bouwblokken zijn (dure) appartementen gevestigd. Hoogtepunt van de wijk is het nieuwe onderkomen van de stadsbibliotheek die van buiten met zijn strakke geometrische vormen streng aandoet, maar binnenin een oase van licht, ruimte en stilte vormt. De spectaculaire architectuur staat in schril contrast tot de middle-of-the-road vormgeving van de andere gebouwen.
Dit is stedenbouw uit de vorige eeuw waar ontwikkelaars alleen zijn gefocust op hoge winsten, en het stadsbestuur heeft zit te slapen en geen grip heeft op haar stadsontwikkeling
Doodse straten
Weinig aantrekkelijke gevels zijn voor een wijk nog geen ramp als de openbare ruimte maar klopt en er voldoende levendigheid op straat heerst. En precies op die twee punten gaat het in het Europaviertel mis. Twee van de drie centrale pleinen lijken vooral als verkeersruimte voor voetgangers ontworpen en missen bomen en terrasjes om er op een aangename manier te blijven ‘hangen’. Alleen op de Mailänder Platz kun je koffie drinken of iets eten, maar dan ben je wel aangewezen op een filiaal van Starbucks, McDonalds of Osteria. Deze restaurants zijn net als het merendeel van de winkels onderdeel van een enorme shoppingmall die de onderste twee etages van een aantal woon- en kantoorgebouwen in beslag neemt. Glazen loopbruggen verbinden de winkels op de bovenste etage met elkaar en zijn de doodsteek voor de straten eronder.
Dit is stedenbouw uit de vorige eeuw waar ontwikkelaars alleen zijn gefocust op hoge winsten, en het stadsbestuur heeft zit te slapen en geen grip heeft op haar stadsontwikkeling.
Verevening tussen arme en rijke huurders
Het kan ook anders. In Zürich is – eveneens naast het centraal station - in de afgelopen jaren een gloednieuwe stadswijk ontstaan. Ik was er vorig jaar en werd verrast door de levendigheid en aantrekkelijk vormgegeven publieke ruimte.
Naast een menselijke inrichting van de (autovrije) straten viel mij op dat in de plinten vooral café -restaurants en winkels van lokale ondernemers zaten. Zij bleken op deze dure locatie te kunnen zitten, omdat de huurders van de bovengelegen dure woon- en kantooretages meebetalen aan gematigde huren in de plinten.
In het Weense Sonnwendviertel, ook een nieuwbouwwijk naast het centraal station, is evenmin een shoppingmall te vinden, maar heerst de variatie en kleinschaligheid van de traditionele Europese winkelstraat. De stad heeft hier bij de spoorwegmaatschappij afgedwongen dat zij haar overtollige sporen niet aan de meestbiedende maar meest inventieve ontwikkelaar verkoopt. Zo ontstond een inclusieve, betaalbare en levendige nieuwbouwbuurt.
Het is het stadsbestuur zelfs in de buitenwijk Aspernstadt gelukt om samen met commerciële partijen de juiste condities te scheppen om vanaf de allereerste dag bewoners van winkels en voorzieningen te voorzien. Wie voor het najaar dus nog een bestemming voor een city trip zoekt, kan ik beide Midden-Europese metropolen van harte aanbevelen.
Stuttgart moet nog maar even wachten: in 2027 organiseert de stad een Internationale Bau Ausstellung en kunnen we zien welke lessen de stad dan heeft getrokken uit zijn mislukte Europaviertel.