Gaan we het echt meemaken: ruimtelijke ordening bij de grote thema’s tijdens de komende Tweede Kamerverkiezingen? Je zou het verwachten, als je kijkt naar de urgente ruimtelijke keuzes die nodig zijn om Nederland klaar te maken voor de volgende generaties.
Er is bijna geen actueel maatschappelijk en politiek thema te bedenken zonder ruimtelijke aspecten en dus ruimtelijke keuzes: van migratie en asiel tot de sociale kloof in steden en tussen regio’s, van klimaatverandering tot woningbouw, van stikstof tot voedselproductie, van milieuvervuiling tot natuurversterking. Neem alleen al de stikstofproblematiek en manier waarop we ons voedsel produceren. Koppel aan dat laatste gerust de kardinale vraag of de wijze waarop we onze economie hebben georganiseerd nog wel aansluit bij de gezonde en gelukkige leefomgeving die we wensen voor ons en onze kinderen.
Ruimtelijke herverdeling
Er zullen ingrijpende keuzes nodig zijn om de menselijke activiteiten en de natuurlijke omgeving weer in balans te brengen. Natuurlijk zijn er nog altijd volksstammen die vinden dat het allemaal niet zo’n vaart loopt, die wetenschappelijk onderzoek afdoen als “bevooroordeeld” en alarmerende berichten over de staat van de natuur als “mainstream nepnieuws”. Ingegeven door sectoraal eigenbelang gaan ze het liefst door met wat zij als zo lang doen, mede ondersteund door hun politieke voormannen en -vrouwen.
Er zullen ingrijpende keuzes nodig zijn om de menselijke activiteiten en de natuurlijke omgeving weer in balans te brengen
Het is hoogst onwaarschijnlijk dat politieke partijen en bewegingen als de BBB en PVV, die beweren te staan voor ‘het volk’ en ‘de burger’ de vraag hoe we Nederland toekomstbestendig gaan inrichten bij hun verkiezingsprogramma bij de hoofdthema’s zullen zetten.
De PvdA/GroenLinks en D66 zijn er wel uitgesproken over: de manier waarop 0,6 procent van de beroepsbevolking met 54 procent van het nationale grondgebied, 46 procent van de stikstofuitstoot, een kwart van de CO2-uitstoot en het grootste deel van de watervervuiling veroorzaakt, is eindig. Er is een duurzamer systeem van voedselproductie nodig met andere ruimtelijke keuzes.
Interessant is de positie die de VVD gaat innemen. Troubleshooter en partijcoryfee Johan Remkes sprak in zijn rapportage over hoe de stikstofproblematiek aan te pakken de gevleugelde woorden: ‘niet alles kan overal’. Zijn conclusies over de agrarische sector werden door de liberalen omarmd. Partijcollega en minister voor stikstofaanpak Christianne van der Wal wist de afgelopen jaren tijdens de maatschappelijke turbulentie opmerkelijk goed haar rug recht te houden. Dus zien de liberalen heel goed dat het zo niet verder kan. Maar durven ze ook zover te gaan om meteen maar andere zwaar vervuilende sectoren en bedrijven de wacht aan te zeggen en te dwingen tot ingrijpende veranderingen in de technologie? Omdat ook daar de cruciale vraag is of dergelijke bedrijvigheid in ons landje nog wel is te combineren met een gezonde, veilige leefomgeving. We gaan het de komende maanden meemaken.
Doorpakken in de regio
Ondertussen gaat in de regio’s het werk door. Je hoort het nogal eens na de val van kabinet-Rutte IV begin juli: ‘nou ligt de boel minstens een jaar stil. Want voordat we na de Tweede Kamerverkiezingen, eind november, een werkbare coalitie hebben, zijn we wel een tijdje verder. En ook al mag het demissionaire kabinet van de Tweede Kamer door met de belangrijkste ruimtelijke dossiers, doorbraken in de uitvoering zullen op zich laten wachten.
Overal in het land zijn gemeentelijke en provinciale overheden druk bezig om zelf afspraken te maken, de voortgang te monitoren en knelpunten op te lossen, veelal in nauwe samenspraak met corporaties, marktpartijen, maatschappelijke organisaties
Overal in het land zijn gemeentelijke en provinciale overheden druk bezig om zelf afspraken te maken, de voortgang te monitoren en knelpunten op te lossen, veelal in nauwe samenspraak met corporaties, marktpartijen, maatschappelijke organisaties. Neem de Versnellingstafels om de woningbouw op gang te houden en nog meer vaart te geven. Al dan niet voortbordurend op bouwberaden in verschillende regio’s; regelmatig overleg tussen overheden, ontwikkelaars, corporaties om de bouwstroom te monitoren, bespreken waar vastlopers zitten, af te spreken wat ze daaraan kunnen doen en elkaar daar vervolgens op aanspreken. Zo gebeurt dat bijvoorbeeld in Deventer. In deze ROm-editie publiceren we daar een artikel over.
De basis voor zo’n succesvol publiek-privaat overleg zijn transparantie over de exacte cijfers en elkaars processen, en duidelijke afspraken over de aanpak van knelpunten daarbij. Vanzelfsprekend werkt dit alleen als er wederzijds vertrouwen is en partijen elkaar juist vasthouden in moeilijke tijden. Dezelfde geluiden als in Overijssel horen we in Gelderland, Noord-Holland en Flevoland. In alle regionale Woondeals zijn ambities vastgelegd over aantallen, categorieën en ook locaties. Vervolgens is het zaak die ambities waar te maken aan actiegerichte tafels, waar het niet blijft bij koffiedrinken maar waar partijen samen proberen doorbraken te forceren.
Veel geld beschikbaar
Klagen dat er te weinig geld is, helpt en klopt niet. Met tal van subsidieregelingen ondersteunt het Rijk de lokale overheden, zoals de Woningbouwimpuls, het Volkshuisvestingsfonds, het programma voor flexwoningen en de inzet van het Expertteam Woningbouw. Als we alleen al kijken naar de Woningbouwimpuls, dan is daarmee de afgelopen jaren in vijf tranches ruim 1.1 miljard euro bijgedragen aan ongeveer 130 projecten en gebiedsontwikkelingen in het hele land. Zo konden en kunnen 185.000 woningen worden gerealiseerd waarvan 65 procent in het betaalbare segment. Een fors deel van dat geld is besteed om de onrendabele toppen door allerlei infrastructurele ingrepen ter plekke af te dekken.
Klagen dat er te weinig geld is, helpt en klopt niet
Ook voor de hervorming van de agrarische sector naar een meer natuurvriendelijke en biobased ligt er veel geld op de plank. Met de 24 miljard euro die het inmiddels demissionaire kabinet ervoor heeft gereserveerd, moeten regionale overheden een eind kunnen komen. Op tal van plekken zijn gemeenten, waterschappen en provincies overheden inmiddels aan de slag om daar uitvoering aan te geven, uiterst behoedzaam vanwege het maatschappelijke en politieke sentiment.
Kortom, hoezo zou de kabinetsval dramatisch zijn voor de aanpak van de urgente ruimtelijke dossiers? Hoezo bij de pakken neerzitten en wachten op nieuw beleid? Wat een kans biedt deze beleidsluwte in Den Haag voor de regionaal samenwerkende overheden om nu juist door te pakken, de lead te nemen en met marktpartijen en maatschappelijke organisaties wél voor doorbraken te zorgen. Misschien niet op alle dossiers tegelijk, want die positie van BBB op stikstof en landbouw is wel een dingetje, maar fatsoenlijke huisvesting en droge voeten willen we allemaal.