
De vernieuwing van de Jacob Geelbuurt in Slotervaart, stadsdeel Nieuw-West, is in volle gang. Schoolgebouwen zijn vernieuwd, de Alliantie renoveert woningen en bouwt ook nieuwe woningen, in een mix van sociale huur, middenhuur en vrije sectorwoningen. De nieuwe woningen worden aardgasvrij en energiezuinig gebouwd. De bouwhoogte wisselt af van 4 tot 6 bouwlagen met een accent van 9 bouwlagen op de hoek van het park en de Hemsterhuisstraat. Tussen de nieuwbouwblokken komen voor het grootste deel autovrije straten die men kan gebruiken voor ontmoeten en spelen. Beeld Koen Westhoff
Door Errik Buursink, voormalig hoofdplanoloog bij de Gemeente Amsterdam
Tijdens het maken van de Amsterdamse toekomstvisie voor 2050 voerden wij als gemeenteambtenaren gesprekken met een door de wethouder ingestelde vrouwenadviesraad. Deze adviesclub was opgericht om ervoor te zorgen dat vrouwen een stem zouden krijgen in het bouwen aan de toekomst van Amsterdam. En dan specifiek vrouwen uit buurten waarvan de bewoners gemiddeld genomen minder gemakkelijk de weg naar het stadsbestuur en de ambtenarij weten te vinden. De samenstelling van de groep waarmee wij spraken was multicultureel. Vrouwen van Turkse, Marokkaanse, Caribische en Surinaamse afkomst uit Nieuw-West, Oost en Zuidoost, naast “Hollandse” vrouwen uit Noord en West. Met hen spraken we over de verschillende verstedelijkingsvarianten en de vorm die buurten kunnen krijgen.
Verrassende gesprekken
De gesprekken met deze groep vrouwen waren voor mij een ware eyeopener. Veel meer dan ik had verwacht hadden zij uitgesproken en precieze ideeën over de goede stad en een prettige leefomgeving. Ik denk nog regelmatig terug aan wat ze vertelden over hun eigen buurt. Aan de pijnlijke kloof die zich opende tussen een witte activiste uit De Baarsjes, die stelde dat haar buurt enorm achteruit was gegaan omdat er een tweede Coffee Company was geopend, terwijl ze zelf liever onafhankelijke ondernemers bezocht; en de Marokkaans-Nederlandse moeder, die vertelde over haar buurt in Geuzenveld, waar ze haar kinderen niet op straat liet spelen omdat er in de speeltuin jongens rondhingen ‘die voor 15.000 euro vreselijke dingen doen’.
'Ten onrechte wordt het streven naar sociaal-economisch gemengde buurten met meer stedelijke kwaliteit verdacht gemaakt'
De moeder uit Geuzenveld was daar gaan wonen omdat het destijds een fijne gemengde buurt was. De laatste jaren was de bevolkingssamenstelling echter veranderd. In vrijgekomen woningen trokken volgens haar zonder uitzondering dezelfde soort mensen. ‘Ik durf het bijna niet te zeggen’, zei ze. Het ging om immigrantengezinnen. Ze wilde niet iedereen over één kam scheren. Maar konden wij niet zorgen voor meer menging? Voor betere woningen? Een andere Marokkaans-Nederlandse vrouw vertelde dat haar buurt in Oost juist enorm opgeknapt was. Er woonden nu veel meer verschillende mensen en in de Javastraat zaten nu allerlei winkels en horeca, niet meer alleen goedkope supermarktjes en belwinkels. De gemeente had moestuinbakken geplaatst, die ze samen met haar nieuwe buren onderhield.
Geen ‘uitverkoop’
De gesprekken met de vrouwenadviesraad waren bijzonder omdat ruimtelijk professionals maar weinig met mensen praten op enige afstand van hun vakgebied. Mensen over wiens leefomgeving zij wel allerlei uitspraken doen. Uitspraken die daadwerkelijk een uitdrukking krijgen in de vormgeving van de stad. Mijn opluchting was dan ook groot dat de ideeën van de vrouwenadviesraad over de goede stad die van ons, als opstellers van de Amsterdamse omgevingsvisie, nauwelijks bleken te ontlopen. Veilige, schone, groene, sociaal-economisch gemengde buurten, met voorzieningen en levendigheid om de hoek. Met goede en veilige verbindingen met de rest van de stad.
'Al deze publicaties hebben iets navelstaarderigs, in de zin dat ze de ontwikkeling van de stad zien als primair gedreven door een beweging waarvan de schrijvers zelf onderdeel zijn'
Waarom wordt de beleidsmatige inzet op dit alles dan toch door tientallen stadsonderzoekers en publicisten uit binnen- en buitenland aan de lopende band gekwalificeerd als uitverkoop van Amsterdam aan het grootkapitaal? Het aantal publicaties dat hiervan kond doet vult intussen een lange boekenplank. Wat dacht u van Hyper-gentrification, the Financialization of Housing and the Remaking of the Outer European City door een groep stadsonderzoekers uit heel Europa? Making the Middle-class City. The Politics of Gentrifying Amsterdam, door twee Amsterdamse sociaal-geografen? Of het pamflettistische Smooth city, waarin architectuurcriticus René Boer zelfs herinrichtingen van de openbare ruimte tot strijdtoneel van een postmoderne klassenstrijd weet te maken?
Protest tegen gentrificatie in Amsterdam Nieuw-West . Beeld PvdA Amsterdam
Al deze publicaties hebben iets navelstaarderigs, in de zin dat ze de ontwikkeling van de stad zien als primair gedreven door een beweging waarvan de schrijvers zelf onderdeel zijn. Namelijk de trek van jonge universitair geschoolden naar aantrekkelijke stadscentra. Voor mij spreekt er een gebrek aan nieuwsgierigheid uit. Want in grote delen van de stad zijn andere ontwikkelingen veel bepalender.
Onderzoeksbias
Enkele jaren geleden liet ik aan een onderzoeker van de Universiteit van Amsterdam op basis van cijfers zien dat de zogenaamde gentrification van de wijken binnen de A10 een langzaam en relatief weinig omvangrijk proces betrof. Terwijl de toename van inwoners met immigratieachtergrond in de wijken buiten de A10 heel snel verliep en in omvang groot was. Zonder enig waardeoordeel aan beide ontwikkelingen te hangen: waarom studeren op het eerste ieder jaar tientallen studenten af, terwijl het tweede nauwelijks onderzocht wordt?
'Deze mensen voelen zich over het algemeen helemaal geen slachtoffer van de ontwikkeling van de stad. Ze willen er onderdeel van zijn'
Het gebrek aan academische aandacht vind ik moeilijk te begrijpen. Het beeld van de stad en zijn bewoners blijft er namelijk incompleet door. Praat met de inwoners van stadsdelen als Nieuw-West en je voelt de trots op hun wijk en buurt, maar je herkent ook een scherp oog voor de problemen en wat hun eigen belangen zijn. De Turkse slager op de Burg. De Vlugtlaan, die aan een collega-planoloog vroeg wanneer er eindelijk nieuwe woningen kwamen voor mensen die iets te besteden hebben, zodat hij niet alleen maar het allergoedkoopste vlees hoefde te verkopen. Jongeren met een migratieachtergrond, die een goede opleiding hebben gevolgd, maar in hun eigen wijk geen koopwoning of duurdere huurwoning kunnen vinden. Ouders die hopen dat de zwarte school van hun kind gemengd kan worden als er meer mensen met een Nederlandse achtergrond komen wonen. De Turks-Nederlandse families die direct van de geboden gelegenheid gebruikmaakten om voor zichzelf riante woningen te bouwen aan de Troelstralaan in Geuzenveld.
Deze mensen voelen zich over het algemeen helemaal geen slachtoffer van de ontwikkeling van de stad. Ze willen er onderdeel van zijn. Op hún manier. Het past allemaal niet in het ideologische schema van verdringing van kwetsbare groepen door kapitaalkrachtige nieuwkomers. Vaak ook geframed als wit tegen zwart. Een frame dat de kracht en het ondernemerschap van de inwoners ontkent en niets bijdraagt aan het aanpakken van de reële problemen in wijken als Nieuw-West.
In de discussies over een rechtvaardige ontwikkeling van de stad lopen naar mijn mening te veel zaken door elkaar. Het oplossen van het tekort aan betaalbare woningen is niet geholpen met het aanwakkeren van klassenressentiment en het verdacht maken van het openbaar bestuur en instituties. Verlaat je ideologische stelling, wees nieuwsgierig. Luister en kijk en help bij het vinden van echte oplossingen.