
Buitenstedelijk gebied biedt meer kans om robuuste en klimaatadaptieve natuur te realiseren, zoals bij natuurgebied Het Bossche Broek. Arnold van Kreveld, Bureau Stroming
Auteurs Arnold van Kreveld, Gerard Litjens, Heidi van Woudenberg
Dit is de iets ingekorte versie van het artikel in ROm juni 2023 en vakmagazine Groen. ROm is het vakmagazine over ruimtelijke ontwikkeling en de fysieke leefomgeving en gratis voor ambtenaren en bestuurders-politici in dat beleidsdomein. Meld u hier aan voor een abonnement voor het maandelijkse papieren of digitale magazine.
De aanname luidde: voor klimaatadaptatie in het stedelijk gebied liggen volop kansen direct buiten de stad, in beleidsjargon het peri-urbane gebied. Door daar te kiezen voor klimaatadaptatie met natuur snijdt het mes aan meerdere kanten. Met die gedachte in het achterhoofd vroeg het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zich af hoe de kansen het beste in beeld zijn te krijgen. Waar moet je dan beginnen, en wie neemt het initiatief?
Een literatuurstudie, veel gesprekken en een aantal pilots verder trekken we de conclusie dat er inderdaad volop kansen liggen. Om te helpen deze in beeld te krijgen is de werkwijze “Klimaatadaptatie met natuur tussen stad en platteland” ontwikkeld (zie www.rijksoverheid.nl/klimaatadaptatiemetnatuur). De werkwijze gaat specifiek over klimaatadaptatie met natuurlijke oplossingen. Deze hebben als groot voordeel dat er veel functiekoppelingen mogelijk zijn, waardoor de maatschappelijke kosten/batenanalyse (veel) gunstiger kan uitpakken. De ontwikkelde werkwijze is locatie-specifiek. Immers, opgaven op het gebied van klimaatadaptatie verschillen per stad of gemeente. Op de ene plek is wateroverlast in en rond de stad het grote probleem, elders hittestress of droogte.
Omdat buiten de stad vaak meer ruimte is, zijn robuuste natuurlijke ontwikkelingen haalbaar
Ook de inrichting van het peri-urbane gebied verschilt van plek tot plek. Te nemen maatregelen voor klimaatadaptatie zijn dus, net als eigenlijk iedere geslaagde gebiedsontwikkeling, locatie-specifiek. En omdat buiten de stad vaak meer ruimte is dan in de stad zijn robuuste natuurlijke ontwikkelingen haalbaar.
Frisse blik
In opdracht van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) ontwikkelden Bureau Stroming en GreenSteps Duurzame Innovatie gezamenlijk een werkwijze en testten deze in vier pilots. Vier verschillende gebieden, vier verschillende trekkers, vier verschillende fasen van ontwikkeling en vier verschillende vraagstukken. Uit de geleerde lessen blijkt dat er ondanks de verschillen veel overeenkomsten zijn.
De eerste twee pilots waren Dordrecht en Den Bosch, met als trekkers respectievelijk Gemeente Dordrecht, en Gemeente Den Bosch samen met Waterschap Aa en Maas. Beide gebiedsprocessen waren al een flink eind op weg en hun ervaringen hielpen de werkwijze praktisch te houden, de juiste vragen te stellen en valkuilen en risico’s te omzeilen. Vervolgens werd de werkwijze aangescherpt in twee beginnende pilots: langs de Hollandse IJssel (provincie Utrecht) en op bedrijvenpark het Ambacht/Nijverkamp in Veenendaal. Hier waren de trekkers Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, respectievelijk Bedrijvenkring Ondernemend Veenendaal.
Deelnemers bleken zonder uitzondering enthousiast. Zelfs groepen die al heel lang met elkaar in gesprek zijn, merkten dat zij door de werkwijze te volgen weer met een frisse blik naar “hun gebied” keken.
Pilot Dordrecht
Gemeente Dordrecht heeft te maken met hitte, wateroverlast en droogte. Twee grote projecten moeten daar een antwoord op geven. Als eerste een nieuw stadspark dat noord-zuid door de hele stad loopt en dat groter is dan het New Yorkse Central Park. Er worden diverse opgaves gecombineerd, onder meer wateropvang bij zware regenval, bijdragen aan gezondheid en welzijn en herstel van biodiversiteit. Het groen draagt ook bij aan hittestressreductie (“airco van de stad”) en kan door bewoners benut worden als koele plek op hete dagen.
Een nieuw stadspark dat noord-zuid door de hele stad loopt
Het tweede grote project is de zogenaamde waterkraan. In periodes van langdurige hitte en droogte, staat de waterkwaliteit in de stad onder druk. Dordrecht heeft de mogelijkheid water vanuit de Biesbosch in te laten (“de waterkraan”). Dit rivierwater wordt vervolgens gebufferd in een nieuw aangelegd gebied met deltanatuur, de Nieuwe Dordtse Biesbosch. Hier kan het water fluctueren; in de winter hoog en in de zomer uitzakkend. Deze nieuwe deltanatuur draagt bij aan de biodiversiteit en biedt recreatieve mogelijkheden. In periodes van hitte wordt dit extra water ingezet om het water in een deel van de stad “te verversen”, het koele rivierwater bevordert de waterkwaliteit. Ook zorgt de waterkraan voor voldoende water voor het stedelijk groen en voor de gewassen van lokale akkerbouwers.
Ellen Kelder, programmamanager van opgave Groen-Blauw bij Gemeente Dordrecht, coördineerde de pilot: ‘De werkwijze is aantrekkelijk. Het brengt partijen snel bij elkaar en laat ze samen tot conclusies komen. Doordat je naar een helder eindproduct werkt, het gebiedscanvas, dwaalt de groep niet snel af. Dat is een groot voordeel.’
De werkwijze is vooral nuttig als goede start. Met het doorlopen van de werkwijze ben je er nog lang niet, geeft Kelder aan. ‘Het gebiedscanvas biedt een goede basis, maar daarna is langdurige betrokkenheid en inzet van een trekker nodig. Bovendien kost klimaatadaptatie geld. Wij hebben een MKBA (maatschappelijke kosten-batenanalyse, red.) laten uitvoeren waaruit bleek dat de maatschappelijke baten 3,7 keer hoger waren dan de kosten. Dat hielp bij de besluitvorming. Het is een lang en uitdagend proces en daardoor des te mooier als het uiteindelijk lukt.’
Ambacht/Nijverkamp
Dan het Veenendaalse bedrijvenpark Ambacht/Nijverkamp, dat is sterk versteend. Groen ontbreekt vrijwel geheel. Er is geen ruimte voor water om te infiltreren en de temperatuur kan flink oplopen. Oplossingen zijn niet vanzelfsprekend, natuurlijke al helemaal niet, maar er bleken toch opties te liggen. Allereerst in de directe omgeving, met een geplande ontwikkeling in het zuiden en een niet toegankelijk natuurgebied in het noorden. En op het terrein zelf. Zo kwam een van de ondernemers met het voorstel om van een aantal straten eenrichtingsverkeer te maken. Dat kost minder ruimte die kan worden omgezet in groenstroken met bomen.
‘Die suggestie bleek allerlei meekoppelingen te hebben’, vertelt Sijmen van Dommelen, Parkmanager bij BOVeenendaal. ‘Het wordt veiliger voor fietsers en wandelaars, zo gaf een bedrijf aan dat veel werkt met mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. Het wordt bovendien aantrekkelijker om tijdens de lunch een rondje te lopen. En om op de fiets naar het werk te komen. We gaan dit idee serieus onderzoeken.’
Deze werkwijze heeft ons geholpen de problematiek op een andere manier te benaderen
Een ander nieuw idee was om bedrijven die zouden willen verplaatsen, een aantrekkelijke locatie elders aan te bieden en op de vrijgekomen plekken groene oases aan te leggen met ruimte voor waterberging. Zeker in een tijd waarin niet alleen ruimte maar ook personeel schaars is, helpt het als een bedrijvenpark een aantrekkelijke werkomgeving biedt.
Van Dommelen over deze aanpak: ‘Deze werkwijze heeft ons geholpen om de problematiek op een andere manier te benaderen. Wij hebben als bedrijvenpark veel onderling contact en spreken ook regelmatig met de gemeente. Dat werkt goed, maar kan leiden tot vaste patronen. Nu hebben we gerichter gekeken naar natuurlijke opties voor klimaatadaptatie, in ons geval vooral wateroverlast en hittestress, rondom het bedrijventerrein.’
De werkwijze
Gedurende drie dagdelen is de werkwijze “Klimaatadaptatie met natuur tussen stad en platteland” te doorlopen. Eerst is er een verkenning met belanghebbenden over welke mogelijkheden er in een bepaald gebied zijn voor natuurlijke klimaatadaptatie. Dat gaat aan de hand van acht bouwstenen. De antwoorden worden per vraag samengevat in een zogenoemd gebiedscanvas. De uitkomst (de voorkeursrichting) kan worden verbeeld in een visualisatie. Het ingevulde gebiedscanvas en de visualisatie vormen een goede basis voor het vervolgproces van besluitvorming en communicatie.
Nieuwe deltanatuur draagt bij aan biodiversiteit en kan daarnaast recreatieve mogelijkheden bieden. Arnold van Kreveld, Bureau Stroming
Klimaatrisico’s zijn onderverdeeld in hittestress, droogte, wateroverlast (lokaal door hevige neerslag) en overstromingen (door buiten hun oever tredende wateren). Oplossingen moeten bijdragen aan het verminderen van de belangrijkste risico’s, aansluiten bij de identiteit van een gebied en uitvoerbaar zijn. Draagvlak en financiering zijn randvoorwaarden waar eveneens naar wordt gekeken.
In de werkwijze wordt elk van de acht bouwstenen toegelicht en voor de meeste worden hulpmiddelen gegeven om snel tot de kern te kunnen komen. Sommige, zoals checklists voor ruimtelijke opgaven en van actoren, zijn speciaal voor de werkwijze ontwikkeld. Andere bestonden al.
Er kwamen echt nieuwe ideeën naar boven
Hogeschool Saxion raakte geïnteresseerd en woonde een van de gebiedsprocessen bij. Bauke de Vries, hoofddocent-onderzoeker duurzame ontwikkeling bij Saxion, introduceerde de werkwijze bij zijn collega’s. Een van hen heeft het gebiedscanvas reeds opgenomen in zijn lessen. Verder werkt Saxion nu aan het opzetten van een opleiding die facilitators gaat opleiden die de werkwijze kunnen toepassen in gebiedsprocessen. De Vries: ‘Dit najaar al zullen wij dit als opleiding aanbieden. Hou onze website in de gaten.’
Effectief
De aanpak klinkt voor de hand liggend, is dat ook, maar de insteek werd toch zonder uitzondering als verrassend ontvangen door de deelnemers aan de vier pilots. Sijmen van Dommelen vatte het mooi samen: ‘Er kwamen echt nieuwe ideeën naar boven, omdat we vanuit een andere benadering kozen om de bekende problematiek te bespreken. Heel erg leuk om te zien hoe dat werkte. En verrassend om de wijsheid van de groep mee te maken. Een mooi begin van een langer proces.’
In Dordrecht, waar het proces al veel verder was gevorderd, waren er minder nieuwe ideeën, maar ook daar was veel enthousiasme. Ellen Kelder: ‘De vorm gebiedscanvas was nieuw voor mij, voor ons allen, en die was heel effectief. Het canvas dwingt je de antwoorden op alle belangrijke vragen tot de kern te beperken en geeft vervolgens op één A3 de hele problematiek weer.’ Na een korte denkpauze vult ze aan: ‘Het was leuk om onze kennis te delen en bij te dragen aan de ontwikkeling van deze werkwijze. Hopelijk helpt het andere gemeenten, provincies, waterschappen, projectontwikkelaars en bedrijvenparken goed op weg.’