Inschrijven voor nieuwsbrief
Omgevingswetgeving Verstedelijking Woningbouw

Land van Verlangen, Staat van Verwaarlozing

Verkiezingsdebat RO en de leefomgeving

Auteur Marcel Bayer

02 november 2023 om 13:51, Leestijd ca. 9 minuten


Zowat alle urgente opgaven zijn ook ruimtelijke opgaven, maar een vragenblokje laat staan een heel debat over ruimtelijke ordening zit er in de aanloop naar de verkiezingen voor de Tweede Kamer niet in. Een goed initiatief derhalve van Vereniging Deltametropool, Federatie Ruimtelijke Kwaliteit en Platform31 om toch zo’n debat te organiseren met als motto Land van Verlangen, Staat van Verwaarlozing. Het gebeurde woensdag 1 november in het Nieuwe Instituut te Rotterdam.

Breed gedeeld is het besef bij de vertegenwoordigers van de zes aanwezige politieke partijen (GroenLinks/PvdA, D66, CDA, Volt, SP en PvdD; BBB had geen interesse, de VVD had even niemand om af te vaardigen, NSC was niet bereikbaar) dat we vanwege de urgente en tegelijk immense ruimtelijke opgaven op een keerpunt staan, dat er nu echt iets moet gebeuren en dat de Rijksoverheid daarbij een regierol moet spelen. Maar dat dit is ingestoken langs maar liefst 26 uiteenlopende nationale programma’s, variërend van woningbouw tot transitie van het landelijk gebied maakt het wel complex. 

De provincies is gevraagd om met hun regionale uitwerkingen te komen, die daarna gaan landen in de Nota Ruimte. Met een satéprikker door al die provinciale plannen heb je nog geen visie. Daar zijn de genodigde politici het wel over eens, blijkt uit hun antwoord op de vraag die Paul Gerritsen, agent bij de Vereniging Deltametropool, aan hen voorlegde. ‘Hoe gaan we dat allemaal combineren op de postzegel die Nederland is?’

Mensen willen worden meegenomen. Ze begrijpen heel goed dat ze niet altijd hun zin krijgen

In ieder geval vanuit een breed gedeelde visie, geven de politici aan. ‘We hebben een allesomvattende visie nodig voor wonen en leven, waarbij woningbouw hoort, maar ook een gezonde leefomgeving voor mensen met voldoende drinkwater, veiligheid achter de dijken, vitale natuur en biodiversiteit’, zegt Imane Elfilali van Volt. Een visie die niet uit de koker van de overheid moet komen, maar waar alle maatschappelijke partijen en zeker ook burgers aan moeten bijdragen. ‘Mensen willen worden meegenomen. Ze begrijpen heel goed dat ze niet altijd hun zin krijgen, maar ze willen wel dat ze iets in te brengen hebben en er naar ze wordt geluisterd’, benadrukt Inge van Dijk (CDA). Ze had het eerder die dag nog in Borssele gehoord, waar ze op werkbezoek was. 

Fundamentele keuzes

De opgaven zijn groot en complex, toch is Jeroen Postma (GroenLinks-PvdA) naar hij zegt ‘hoopvol gestemd’, want er is in Nederland een sterke ontwerptraditie en goede staat van dienst met ruimtelijke ordening, ook al is die de afgelopen decennia te grabbel gegooid. ‘Er moet in ieder geval een ministerie van ruimtelijke ordening terugkomen met een minister die mandaat heeft om knopen door te hakken. Daarbij horen fundamentele keuzes over wat voor economie we willen zijn en hoe we een balans vinden tussen economische belangen en leefkwaliteit.’ 

Er is juist rijksregie nodig om te voorkomen dat gemeenten én provincies besluiten nemen waar ze later spijt van krijgen

Van Dijk wil niet te lang blijven hangen in het maken van visies. ‘Er moeten knopen worden doorgehakt. Dus laten we vooral op de uitvoering focussen en gemeenten ondersteunen om die uitvoering ter hand te nemen.’ Want daar moet het toch uiteindelijk gebeuren, aldus het Tweede Kamerlid voor de christendemocraten en eerder gemeenteraadslid en wethouder in Gemert-Bakel. ‘We kunnen en moeten niet alles vanuit Den Haag willen regelen’, is haar boodschap. Daar is Postma het niet mee eens, nadat de vraag wordt gesteld: moeten gemeenten niet meer middelen krijgen om hun waslijst aan opgaven te kunnen aanpakken? ‘Er is juist rijksregie nodig om te voorkomen dat gemeenten én provincies besluiten nemen waar ze later spijt van krijgen.’ Hij noemt het voorbeeld van de bouwplannen voor een gebied als de Zuidplaspolder, die vanuit het principe van water en bodem sturend niet verstandig zijn. Waarom grijpt het Rijk daar niet in zoals ze dat bijvoorbeeld eerder wel met de vestiging van datacentra en distributiecentra op ongewenste plekken deed, vraagt hij zich af.

Verlangen 

Flip ten Cate, directeur van de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit, gaat bij zijn korte introductie op het thema Verlangen naar Mooi Nederland terug naar de kernvraag. ‘Het hele systeem van wetgeving en besluitvorming is gericht op beschermen van belangen, in plaats van dat we het over verlangen hebben. Waar verlangen we nou eigenlijk naar? Het is toch merkwaardig dat we het daar niet over hebben?’ Ten Cate pleit voor een gesprek over fundamentele waarden, die we nationaal, regionaal en lokaal willen behouden, versterken en ontwikkelen, en dan pas discussie over de keuzes die we moeten maken. ‘Beginnen met maatregelen leidt tot uitholling van de waarden.’

Beginnen bij de waarden, op basis daarvan ambities formuleren en vervolgens pas beleid vaststellen en uitvoeren

Dat pleidooi om te beginnen bij de waarden, dan ambities formuleren en vervolgens pas beleid vaststellen, valt in goede aarde bij de politici op het podium. Waarbij meerdere kandidaat-volksvertegenwoordigers benadrukken dat het wel in samenspraak met de samenleving moet gebeuren. ‘Ook gewone mensen moeten daarin worden meegenomen’, vindt Van Dijk (CDA). ‘Het vraagt om een overheid die zichzelf open stelt en “naar buiten” gaat’, volgens Elfilali (Volt). 

SP’er Mathijs ten Broeke, raadslid in Zutphen en kandidaat voor de Tweede Kamer, grijpt de kans aan om te wijzen op de cruciale waarde van “particulier grondeigendom” als ‘olifant in de kamer van de ruimtelijke ordening’. Die is volgens hem haaks komen te staan op wat voor de gemeenschap van belang is en belemmert doorbraken bij grote knelpunten als de woningbouw en de stikstofcrisis. Belangen zijn er nu eenmaal en het is ook aan de politiek om die af te wegen, zo geeft Ten Broeke aan. ‘Wij hebben als SP lang geleden al gewaarschuwd voor de gevolgen van de keuze om de woningbouw grotendeels aan de markt over te laten’. Hij krijgt bijval van Jaap Rozema, kandidaat-Tweede Kamerlid voor de Partij voor de Dieren. ‘Waarom zouden we de volkshuisvesting niet uit de markt halen, vraagt hij zich af. ‘De gemeenten kunnen veel meer sturen met de grondprijzen om woningbouw van de grond te krijgen en waarom zouden ze niet zelf weer gaan bouwen voor bepaalde doelgroepen?’ Ook Elfilali (Volt) vindt dat de overheid zelf meer moet gaan bouwen en is een voorstander van terugkeer van de volkshuisvesting, naar het voorbeeld van Wenen, Oostenrijk. 

Samen doen

Salima Belhaj van D66 trekt het debat naar de positie van politici zelf. ‘We zitten met z’n allen in het verkeerde narratief. Ik ben ook heel erg van verlangen, maar we zitten in Nederland in het verhaal van crises en dat politici daarvoor oplossingen moeten bieden. We laten ons dat opdringen, terwijl we bezig moeten zijn met de vraag waar we naartoe willen.’

Daarmee komt, naast het gehijg in de media en hoe politiek en media elkaar in een ijzeren klem houden, ook de bestuurscultuur ter sprake. Alle aanwezige politici vinden dat het weer over de inhoud moet gaan, in plaats van ‘willen scoren met oneliners voor de bühne’ en ‘elkaar naar beneden halen’. Die versimpeling en verruwing van het politieke debat heeft geleid tot meer onbegrip bij burgers en afkeer van politiek en overheid. 

Het gesprek over waarden en verlangens kan de overheid en de samenleving weer nader tot elkaar brengen, mensen inspireren en helpen. 

Dat besef van samenwerking en samen doen is vervolgens de rode draad bij het thema over de relatie overheid-markt. Prima dat het Rijk de regie terugpakt. Toch is meer samenwerking, binnen en tussen overheden, met marktpartijen, maatschappelijke organisaties en burgers bestuurlijk de hoofdopgave, vinden de aanwezige politici unaniem.

De overheid bij uitstek heeft de verantwoordelijkheid om het vertrouwen terug te brengen

Ondanks alle goede bedoelingen blijft beleid nog heel sterk sectoraal aangestuurd en belemmert wantrouwen tussen markt en overheid een doortastende benadering van acute opgaven. ‘De overheid bij uitstek heeft de verantwoordelijkheid om dat vertrouwen terug te brengen’, vindt Imane Elfilali van Volt. 

Het aardige is dat de nieuwe wetgeving, die vanaf 1 januari geldt, heel sterk stuurt op integrale aanpak en in samenspraak met alle relevante partijen. ‘Maar de politiek stelt de kaders vast’, zegt Postma (GroenLinks/PvdA) nadrukkelijk. ‘En daar waar de markt niet thuishoort, zoals in de volkshuisvesting, moeten we dat naar de overheid terughalen.’ 

Bestuurscultuur

Historica Josine Teeuw, die promoveerde op een studie naar het functioneren van de overheid, zet het allemaal in perspectief. ‘In de afgelopen vijftig jaar is ad-hocbeleid de rijksoverheid gaan beheersen. Financiële doelstellingen vervingen weloverwogen inhoudelijke afwegingen. De rijksoverheid is alleen nog maar in staat om ad-hocbeleid te maken.’ Als oorzaak noemt ze: gebrek aan visie, kennis en tijd, zowel bij ambtenaren, bewindspersonen als bij Tweede Kamerleden. ‘Den Haag lijkt te zijn vastgeroest in het denken in termen van oplossingen, geld, regels, managen, markt en meten.’

Nieuwe Kamerleden kunnen zorgen voor die andere cultuur, stelt ze. ‘Samen sterk in de controlerende taak. Wees allergisch voor de drang om problemen op te lossen met geld en nieuwe regels, houd je vooral bij de taak om de regering te controleren in plaats van elkaar vliegen af te vangen op sociale media. Geen haast maar geduld, vasthouden aan de lange termijnvisie, met elkaar in gesprek gaan op basis daarvan; deugt een wetsvoorstel niet, dan terug ermee …’

Bestuurscultuur gaat over cultuur, over wat mensen belangrijk vinden

Het spreekt de politici zeer aan, want ruimtelijke ordening en de leefomgeving zijn toch al niet zaken waar je in de media makkelijk mee scoort. ‘Niets is saaier dan RO, debatteren over complexe ruimtelijke onderwerpen en regelgeving, bevestigt Rozema (PvdD). ‘Het levert geen soundbites op. Mij maakt dat niet uit. Ik vind het belangrijker om het te hebben over waar we naartoe gaan in dit land’.  Dat geldt ook voor Van Dijk (CDA): ‘Laat mij maar die saaie politicus zijn. Ik wil niet zijn zoals collega-Kamerleden die communiceren via de sociale media. Dat past niet bij de bestuurscultuur die ik voorsta.’

Voor Belhaj (D66) kan zichtbaarheid als politicus nooit het doel zijn als je je jarenlang verdiept in zaken als waar je je bijvoorbeeld in parlementaire onderzoekscommissies mee bezig bent. ‘Gewoon je werk degelijk doen. Dat is wat mensen van ons verwachten. Ze geven ons vertrouwen om namens hen het goede te doen. Dat is volgens mij wat waar bestuurscultuur over gaat; over cultuur, over wat mensen belangrijk vinden. Het gaat gewoon over ons mensen.’

Gerelateerde Artikelen