Er was weer veel te doen over het hoogwater rond de voorbije feestdagen. Alom goedkeuring en gepaste trots over de manier waarop we de zaken in dit landje voor elkaar hebben. Natuurlijk ook door schade en schande wijs geworden – met name het hoogwater in 1993 en 1995 was een wake-up call – maar toch.
Ruimte voor de rivier, het programma dat de afgelopen twintig jaar is uitgevoerd om de veiligheid langs de grote rivieren te verhogen, werd keer op keer aangehaald als een van de meest succesvolle rijks-investeringsprogramma’s van na de oorlog. Elke euro van de 2,3 miljard die het hele programma heeft gekost, was het waard!
Het was bovendien een fraai voorbeeld van integrale gebiedsontwikkeling, waarbij met de waterveiligheid als primair doel ook andere gebiedsambities zoals natuur-, recreatieontwikkeling en woningbouw werden meegekoppeld. De verbreding van de Waal bij Nijmegen, met de Spiegelwaal en het Rivierpark, is het mooiste voorbeeld van gecombineerde water-, natuur- en recreatiedoelen. Maar ook de bypass Reevediep om de IJssel bij Kampen te ontlasten mag er zijn; daar zijn extra natuur en een woonwijk verrezen.
Kramp
Het venijn zit ‘m vooral in de hardnekkigheid van de argumentatie waarmee voor- en tegenstanders van meer ruimte voor woningbouw in lage polders en aan het water elkaar bestrijden. En net als zo vaak in dit land hebben we de rekkelijken en de preciezen. Neem zo’n principe als Water en bodem sturend. Niemand kan daartegen zijn. Sterker, met dit principe is de afgelopen vijftig tot zestig jaar al aardig rekening gehouden. Anders hadden we de afgelopen tijd wel andere beelden en berichten in de media gekregen.
Net als zo vaak in dit land hebben we de rekkelijken en de preciezen in het debat over klimaatadaptatie
Maar het gaat nu natuurlijk om de volgende slag: Nederland ook klaar maken voor de volgende eeuw en dus voor de reeds ingezette klimaatverandering. Tegelijkertijd hebben we een enorme en zeer urgente woningbouwopgave. Waar die twee uitdagingen elkaar ontmoeten, en dat is toch in een flink deel van Nederland, schiet het debat tussen betrokken experts, bestuurders en politici, meteen in de kramp.
Dat gebeurde de afgelopen jaren naar aanleiding van bijvoorbeeld de woningbouwplannen Zuidplaspolder en Gnephoek in de provincie Zuid-Holland. In de aanloop naar de Kerst kwam de ‘waterwereld’ in het geweer tegen bouwen in het stroomgebied van de rivier. Logisch, het rijzende water drukt ons maar weer eens op de feiten hoe kwetsbaar we met onze steden en dorpen zijn voor de grillen van de natuur.
Twee Utrechtse hoogleraren Maarten Kleinhans en Esther Stouthamer, en onderzoeker Niko Wanders, bepleitten in NRC (De grenzen van het Nederlandse watersysteem zijn bereikt, 22 december 2023) om het water nog meer ruimte te geven, landgebruik minder te versnipperen en binnen het watersysteem minder functies te mengen. Ze adviseren juridische borging van het principe Water en bodem sturend, en een totaal bouwverbod in het stroomgebied van de rivieren.
Risicowijken
Ties Rijcken, onderzoeker watersysteemontwikkeling aan de TU Delft, en Friso de Zeeuw, emeritus-hoogleraar gebiedsontwikkeling -allebei gedreven polemisten - reageerden met een krachtig tegengeluid (Waterexperts willen het land op slot zetten, NRC 1 januari 2024). Aan de hand van drie voorbeelden – Stadsbouwblokken-Meinerswijk bij Arnhem, het Vijfde Dorp in de Zuidplaspolder bij Gouda, en Waterfront Kust aan het IJsselmeer bij Lelystad – illustreren ze hoe ruimte voor water samen kan gaan met andere ruimtelijke opgaven, zoals woningbouw en natuurontwikkeling. Mits zorgvuldig ontworpen en juist rekening houdend met het water- en bodemsysteem.
Juist de uitzonderingen zijn razend interessant om te bekijken waar nieuwe combinaties van functies mogelijk zijn
Een paar dagen later gaf ook de verzekeringswereld acte de présence bij monde van Geeke Feiter-Van Heuvelen in het redactionele artikel ‘400 woningen in uiterwaarden: wie heeft dat verzonnen?’ (NRC 4 januari 2024). Ook zij blijkt voor wettelijke verankering en zij vindt dat ‘geen hypotheken moeten worden verstrekt voor woningen in regio’s waar je echt niet wilt bouwen’.
Een opmerkelijke uitspraak, want gemeenten en provincies hebben al duidelijke regels over waar wel en geen vergunningen voor bouwwerkzaamheden worden verstrekt. De uiterwaarden van rivieren zijn over het algemeen no go-areas, uitzonderingen daargelaten. En juist die uitzonderingen zijn razend interessant om te bekijken waar nieuwe combinaties van functies mogelijk zijn. Altijd met de veiligheid van mens en dier in achterhoofd vanzelfsprekend.
Sociale mediakanalen zijn meningenmachines, enkel en alleen gericht op versterking van het eigen profiel
Zouden verzekeraars zich niet beter kunnen richten op de verzekerbaarheid van waterschade in het algemeen, want dat blijkt lang niet altijd eenduidig en goed geregeld, en in het bijzonder van 900 bestaande financieel kwetsbare wijken, die nu al hoge risico’s lopen op wateroverlast en funderingsproblematiek? ABN-AMRO heeft die risicowijken in kaart gebracht en kwam daar eind november mee naar buiten.
Meningenmachines
Op de sociale mediakanalen gaat de discussie verder en zijn de aanhangers van stedelijke verdichting enerzijds en van ‘een straatje erbij’ anderzijds aangehaakt. De stellingen zijn betrokken, met de bekende boodschappen en argumenten. Weinig nieuws onder de zon dus. En nog minder uitzicht op toenadering en neiging tot gezamenlijke zoektocht naar een aanpak. Maar daar zijn sociale mediakanalen ook niet voor. Dat zijn meningenmachines, enkel en alleen gericht op versterking van het eigen profiel.
De genuanceerde geluiden zijn er wel degelijk maar raken ondergesneeuwd in de sfeer van verwijten en verdachtmakingen. En dat is jammer en ook schadelijk, zeker bij dit onderwerp. Er is niets mis mee om elkaar de maat te nemen, maar doe dat alsjeblieft buiten het vakdebat. Laat daar de feiten spreken, kom met heldere argumentatie en houd het vizier eerst breed om alle afwegingen in gezamenlijkheid te kunnen maken en dan gefocust op de gemaakte keuze. Zo gaan we hier al eeuwen met het water om.