Samen krijg je het warmer

Energietransitie
Auteur Jop Fackeldey

18 maart 2024 om 22:08, Leestijd ca. 3 minuten

De warmtetransitie, nodig om van het gas af te komen, vraagt om collectieve oplossingen. Daarvoor moeten we aan de slag met Groene Stadsvernieuwing

Het is een nieuw buzzwoord: transitievisie warmte. Net als: wijkuitvoeringsplan. En niet te vergeten: aardgasvrij. Voor beleidsmakers warmte is het gesneden koek. Maar ik zie Nederland worstelen. De afspraak is dat in 2050 elk gebouw aardgasvrij is, en dat is veel dichterbij dan het lijkt.

Als je de transitievisies warmte doorkijkt, dan zie je (abstracte) doelen, visies en technieken. Zoals: “energieneutraal in 2050”. Dat voelt lekker ver weg, en voor de meeste burgers is dat abracadabra. Maar die burgers vinden er wel wat van. Want dat is één van de dilemma’s, die warmtetransitie komt bij iedereen achter de voorkeur, heeft financiële consequenties en levert keuzestress op: “mijn ketel is kapot, wat moet ik nou …” In veel gemeenten leidt dat ertoe dat we alle burgers willen betrekken bij de keuzes voor het energiesysteem. Echter, of je ergens met collectieve warmte aan de slag gaat, heeft alles te maken met de dichtheid van de wijk en het aantal potentiële aansluitingen. En minder met individuele opvattingen van de wijkbewoners. 

Of aardwarmte een goed idee is hangt er vanaf of je daarbij kunt komen en tegen welke kosten. Of je restwarmte kunt inzetten hangt ervan af of die in de buurt is. Elektrificeren dan maar. Soms kan het niet anders, maar het lijkt mij de laatste optie als je denkt aan de nu al zware overbelasting van het stroomnet. 

Voor collectieve oplossingen moeten we aan de slag met Groene Stadsvernieuwing

Stap 1 is volgens mij een technische, die de gemeente moet maken: bepaal nu per wijk welke techniek daar geëigend is. Dan begint het pas.

In de jaren tachtig maakten we ons zorgen over de leefbaarheid in dorpen steden. Om dat aan te pakken werd de stadsvernieuwing geïntroduceerd. Het leidde tot de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing. In de praktijk zag ik op veel plaatsen een mooi samenspel tussen bewoners en een faciliterende overheid die over instrumenten en geld beschikte om te kunnen sturen. Cruciaal waren de “best persons”, bijzonder slagvaardige mensen die de problemen in achterstandswijken helpen aanpakken.

Daar waar de gemeente kiest voor collectieve oplossingen moeten we aan de slag met Groene Stadsvernieuwing. Met methodieken en een werkwijze die we geleerd hebben uit de stadvernieuwing in de jaren tachtig. Met groepen burgers en best energy-persons die het voortouw nemen. Met collectieven die willen onderzoeken hoe ze eigenaar van hun eigen warmtenetten kunnen worden. Daarvoor beveel ik de Coalitie coöperatieve warmte aan. 

Vervolgens moeten we integraal kijken naar het energiesysteem in onze stad of ons dorp, en daar ons (nieuwe) ro-instrumentarium voor inzetten. Waar komen de energyhubs? Waar lijkt geothermie een oplossing en moeten we aan de slag met vergunningen en locaties? Wat wordt de rol van groen gas? Waar komt het warmtenet te lopen? Voer voor de energievisie als onderdeel van de omgevingsvisie en het omgevingsplan. Dat doen we parallel en in samenspraak met die burger als onderdeel van de Groene Stadvernieuwing.

Gerelateerde Artikelen