Inschrijven voor nieuwsbrief
Klimaatadaptatie Beleidsnota’s

Strijd om water

Auteur Agnes Franzen

08 april 2024 om 20:49, Leestijd ca. 4 minuten

Nederland heeft een rijke traditie in de omgang met water. Ook nu staan we voor vragen hoe met het water om te gaan. Water en bodem sturend is een verstandig principe, maar niet overal hoeft dit dominant te zijn.

Nederland heeft een rijke traditie in de omgang met water. Met duinen, dijken, de Deltawerken en diverse polders voor landaanwinning. Waarbij De Beemsterpolder en de Hollandse Waterlinie zelfs de Unesco werelderfgoedstatus hebben. Ook nu staan we voor vragen hoe met het water om te gaan. Zo heeft het kabinet eind 2022 besloten dat water en bodem sturend moeten zijn bij de beslissingen over de inrichting van ons land. Maar wat betekent dit nu eigenlijk en is dit overal nodig?

Als eerste de zeespiegel. Van 1900 tot 2020 is onze zeespiegel met 25cm gestegen, mede door bodemdaling. Als gevolg van de klimaatverandering zal het stijgen de komende eeuw veel sneller gaan. Zo is de verwachting van het KNMI dat de zeespiegel tot 2050 met 30 tot 110 cm zal stijgen en dat dit tot 2100, gegeven diverse onzekerheden, kan oplopen tot 2 meter. 

De twee belangrijkste factoren zijn de opwarming van het zeewater en het smelten van landijs op Antarctica. Dit laatste wordt vooral verwacht na 2050. Wat we nu al merken is dat zoutwater dieper landinwaarts komt met een negatief effect op onze duinen, kwelders en natuurlijke habitats. Verder vragen stranden om extra zand, moeten dijken worden verhoogd en verbreed, en wordt de Oosterscheldekering vervangen.

Laat water en bodem sturend zijn bij ruimtelijke keuzes in ‘gevoelige’ gebieden

Dan ons rivierenlandschap. Door het buiten de oevers treden van de Maas in 1993 en 1995 bracht de combinatie van hoge waterstand en hevige regenval in de zomer van 2021 grote schade toe aan woningen en winkels in het stroomgebied. En na de storm Ciarán vorig jaar november, met alle sluizen dicht en water tot aan de ramen in de Amsterdamse Houthavens, zagen we rond de afgelopen jaarwisseling in heel Nederland overstromingen door de harde wind uit het westen en noordwesten en forse regenbuien. Beeldbepalend waren het doorbreken van een dam in Maastricht en kades met zandzakken in diverse steden en dorpen langs het Markermeer. Ook overstroomden diverse buitendijkse gebieden. 

Als antwoord hierop gaan we dijk langs het IJsselmeer en het Markeermeer nog verder verzwaren. Verder liggen er nieuwe programma’s vergelijkbaar met Ruimte voor de Rivier in het verschiet, gericht op het verbeteren van veiligheid, ruimtelijke kwaliteit en leefbaarheid voor 4 miljoen Nederlanders.

Naast bovenstaande ontwikkelingen uiten drinkwaterbedrijven hun zorgen over onvoldoende drinkwater. Dit als gevolg van de vaker voorkomende langdurige droge periodes, vervuiling door meststoffen, zware metalen en bestrijdingsmiddelen en resten van medicijnen. Ook de verzilting vanuit de kust die steeds verder ons land in komt, heeft negatieve gevolgen voor onze zoetwatervoorziening. Water dat ook essentieel is voor natuur- en landbouwgebieden. 

Een andere oorzaak voor een dreigend drinkwatertekort is de bevolkingsgroei met benodigde levering voor nieuwe woningen. Dit naast een algemeen toenemend watergebruik. Drinkwaterbedrijven hebben hierbij te maken met een terughoudende overheid voor het leveren van vergunningen, voor meer capaciteit, benodigde infrastructuur en aanpak van financieringstekorten.

Passend bij bovenstaande uitdagingen hebben we, naast onze waterschappen stammend uit de dertiende eeuw, sinds 2009 een Deltacommissaris en een Deltaprogramma. In 2012 zijn die vastgelegd in de Deltawet. Veder hebben we een kennisinstituut als Deltares en een speciaal gezant voor internationale waterzaken. 

Werk ook aan projecten waar water en bodem niet dominant hoeven te zijn

Aan kennis en organisaties dus geen gebrek. Maar we lopen, net als bij veel andere opgaven, aan tegen (wettelijke) grenzen en botsende belangen. Laat water en bodem daarom sturend zijn bij de vergunningverlening voor vervuilende industrie en landbouw (glastuinbouw is één van de grootste waterverbruikers). En bij het bufferen van water voor natuurbeheerders en drinkwaterbedrijven. Maar werk ook aan projecten waar ze niet dominant hoeven te zijn. 

Leerzame voorbeelden hiervoor zijn adaptief (verplaatsbaar) bouwen, terpdorpen zoals (historisch) Allingawier in een Fries veenweidegebied, projecten zoals Haverleij in Den Bosch en Vogelenzang in Rhenen (wonen en natuur), het getrapte Dakpark in Rotterdam (met parkeren en een woonboulevard), Kustwerk Katwijk (combinatie parkeren en heringericht duingebied) of bijvoorbeeld de dijk-in-boulevard-oplossing in Scheveningen. Met deze en andere nieuwe innovatieve voorbeelden zetten we onze waterrijke cultuur voort. Dit met het besef dat de strijd om water nog maar net is begonnen.

Gerelateerde Artikelen