Demissionair minister De Jonge (BZK) voor ruimtelijke ordening en wonen vindt dat een aantal provincies veel te restrictief is met ruimte bieden voor woningbouw. Zo houdt hij voet bij stuk in zijn conflict met het provinciebestuur van Zuid-Hiolland. ‘Landschap is belangrijk en ook het open houden van het Groene Hart. Toch moeten gemeenten kunnen bouwen voor de eigen starters, ouderen die bijvoorbeeld kleiner willen gaan wonen, en ook voor het op peil houden van de voorzieningen en de leefbaarheid. Van dorpen moeten we geen museum maken.'
'Zuid-Holland moet leveren'
Tegelijkertijd zijn straatjes erbij nooit de enige oplossing, geeft hij ook aan. Het gaat ook om grote uitleglocaties. De discussie daarover loopt nu onder meer met Zuid-Holland. Die willen geen plekken aanwijzen van meer dan drie hectares. ‘Ja sorry, dat kan echt niet.’ Zuid-Holland moet leveren, zegt hij nadrukkelijk. Ook omdat in de provincie tot 2030 een kwart van de nationale woningopgave ligt en de overheid daarvoor een derde van het totale budget voor ondersteuning van de woningbouw krijgt.
Bouwen in oosten, zuiden en noorden
Voor de langere termijn komen er ingrijpende ruimtelijke keuzes aan, weet De Jonge te vertellen. We ontkomen er niet aan om dan nieuwe locaties aan te wijzen in het oosten, zuiden en noorden van het land. ‘Je kunt niet met zijn allen op een kluitje in de Randstad blijven wonen. We zullen dus het steven moeten wenden.’
Die keuzes worden gemaakt in de nieuwe Nota Ruimte. Die steekt hij wel anders in dan de voorgaande nota, met een lang participatietraject. ‘Kennelijk was er destijds zoveel chagrijn over hoe rigide dat allemaal werkte, over Jan Pronk en over zijn departement, dat we van te veel afscheid hebben genomen dan eigenlijk verstandig was.’In juni komt de demissionair minister eerst met een voorontwerp. Daarmee organiseert hij de participatie met de samenleving en ook uitvoerig overleg met de partneroverheden. Vervolgens komt eind van het jaar de concept-Nota Ruimte. ‘Daarin maken we daadwerkelijk weer ruimtelijke keuzes onderweg naar 2030 en 2050 en 2100.’
Minister Hugo de Jonge aan tafel bij ROm Live met hoofdredacteur Marcel Bayer. Beeld Elba\REC
‘Het gaat echt over een integrale ontwikkeling in die gebieden en die keuzes moet je dus ook in samenhang met al die andere ruimtelijke keuzes maken.’ Daarbij helpt de Omgevingswet, aldus De Jonge.‘Integrale omgevingsplannen maken integrale provinciale omgevingsvisies maken een integrale nationale omgevingsvisie. En daarbinnen de keuzes op een integrale manier tot stand brengen. Daar helpt die Omgevingwet geweldig mee.’
Niet wachten op Nota Ruimte voor regie
‘We wachten niet op de Nota Ruimte om daadwerkelijk al die regie weer te nemen’, zegt hij. Er liggen te veel dossiers waar gemeenten en zelf provincies lastig keuzes kunnen maken. Neem hyperscale datacentra. ‘Daarvan hebben we zelf als Rijksoverheid gezegd: “Dat gaan we dus niet meer doen.”’ Gemeenteraden kunnen volgens De Jonge de impact van dit soort bedrijven helemaal niet overzien, als het gaat om energie- en watergebruik.
Daarom maakt hij afspraken met partneroverheden als provincies. ‘Dat zie je bijvoorbeeld bij het beleid rondom distributiecentra. Ik heb met de provincies afgesproken dat zij daar regels over gaan opstellen in hun provinciale verordeningen.'
De hele uitzending is terug te kijken op ROm Live