Inschrijven voor nieuwsbrief
Beleidsnota’s Landelijk gebied Verstedelijking

Ruimte zat in Nederland

Auteur Marcel Bayer

01 juni 2024 om 14:27, Leestijd ca. 5 minuten

Het idee dat er niets meer bij kan - geen boer, geen migrant, geen distributiebedrijf, geen woning in het groen – heeft zich stevig vastgezet in de beleving van veel Nederlanders. Onterecht, er is ruimte zat, tenminste als we durven te kiezen.

“We zitten vol”, is de gedachte. Koningin Juliana sprak het al uit in 1950 tijdens haar troonrede met de spraakmakende woorden ‘Nederland is vol, vol, vol.’ Toen hadden we een nationaal emigratiebeleid, om de druk enigszins te verlichten. Vervolgens ging het Nederland in de jaren zestig en zeventig goed voor de wind, wat overigens niet veel te maken had met dat emigratiebeleid, maar veel meer met de enorme bouwactiviteit tijdens de Wederopbouw, het herstel en de uitgroei van de bedrijvigheid, mede door meer Europese samenwerking, en de algemene stijging van de welvaart. Er bleken ook best nog wat mensen bij te kunnen. Sterker, we werden van een emigratie- juist een immigratieland. Van 1950 tot 1980 groeide de bevolking van 10 naar 14 miljoen en verder door naar de 18 miljoen die we nu hebben. Onderweg riepen  verschillende politici, meestal van rechtse en populistische huize, dat Nederland vol was. 

Bebouwing rukt op

Onnodig te zeggen dat politici die aangeven dat Nederland vol is, inspelen op het gevoel en niet op de feiten. Onlangs nog kwam het CBS in de Natuurlijk Kapitaalrekeningen met de laatste cijfers over de verdeling van de grond naar de grootste groepen gebruikers. In 2022 was ruim 45 procent van de oppervlakte (18.8 km duizend km2) van Nederland agrarisch gebied, waarbinnen akker- en tuinbouw de hoofdmoot vormt (10,7 duizend km2). Het overige deel is grasland. 

Natuur- en bosgebied is de kleinste hoofdgroep met bijna 16 procent van de landoppervlakte. Bebouwde gebieden besloegen in 2022 meer dan 20 procent (7 duizend km2) van de totale oppervlakte van Nederland.

Bebouwde gebieden besloegen in 2022 meer dan 20 procent van de totale oppervlakte van Nederland. Agrarisch gebied besloeg 45 procent (CBS)

Het CBS becijferde ook dat de hoeveelheid natuur- en bosgebied afneemt sinds 2013 (2,5 procent, 158 km2, vergelijkbaar met anderhalf keer de stad Den Haag). De achteruitgang van het areaal agrarisch gebied nam nog iets sterker af (178 km2) maar relatief was de terugloop minder (0,9 procent, tegen 2,5 procent voor natuur en bos)   Het bebouwd gebied voor wonen, industrie en infrastructuur (is met 277 km2 gegroeid, wat neerkomt op 3,4 procent. 

Onmiskenbaar dijden steden en dorpen de afgelopen 10-12 jaar uit om ruimte te bieden aan de grote vraag naar woningen, met hoofdzakelijk woonmilieus die in de stad zelf en binnen de bebouwde kom van het dorp schaars en dus duur zijn. Verder vroeg de economische groei van het afgelopen decennium ruimte, ondanks de naweeën van de kredietcrisis en de coronapandemie. De blikvangers daarbij zijn hyperscale datacentra, logistiek en distributiebedrijven, omdat die een voorkeur hebben voor goed bereikbare locaties in de nabijheid van stedelijk gebied en dus goed zichtbaar zijn vanaf onze hoofdwegen. Ook dat beïnvloedt de beeldvorming.

Gevoelige onderwerpen

Blijkbaar zit er veel economische dynamiek in en rond steden en dorpen, in de economische kerngebieden met name maar ook daarbuiten. Bebouwde gebieden dus; in totaal zo’n vijfde deel van het grondgebied. Ondanks het beperkende ruimtelijkeordeningsbeleid de afgelopen decennia – denk aan het contourenbeleid, het streven naar binnenstedelijke verdichting en de Ladder voor duurzame verstedelijking, is de groei van bebouwd gebied doorgegaan. En de volgende ronde uitbreidingen komt eraan met het ‘straatje erbij’, naast het ‘straatje erbinnen’ en ‘straatje erop’. 

De feiten zijn dus dat er een beweging ‘naar buiten’ plaatsvindt: in stedelijke gebieden, in plattelandskernen en op nationale schaal van de Randstad naar de Bandstad. Omdat de vraag er is, omdat de trends laten zien dat die vraag er blijft en misschien nog wel gaat toenemen. Dat laatste omdat er naar verwachting nog zo’n anderhalf tot twee miljoen landgenoten bijkomen – en dan volgen we het ‘gematigde’ scenario dat de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050 ons voorspiegelt – én omdat we een ondernemend volkje zullen blijven. Bovendien heeft een circulaire economie, zeker in de overgangsfase, sowieso al meer ruimte nodig, 

Bij migratie kantelt het debat al

Gevoelige onderwerpen als immigratiebeperking, woningbouwlocaties, de plaatsing van grote windturbines, vliegverkeer en last but not least landbouwhervorming, worden bespreekbaar als genoeg mensen vinden en vooral voelen dat ze er niet meer omheen kunnen. De politiek volgt dan meestal vanzelf. Bij migratie kantelt het debat al: in de politiek staat het met stip op 1 en dus wordt er gesproken over immigratiebeperkende maatregelen. Vervolgens blijkt dat er meerdere soorten immigratie zijn en is de meest in het oog springende – die van vluchtelingen en asielzoekers – nog niet eens het grootste probleem. 

Pijnlijke keuzes

Simpele oplossingen zijn er niet, wat populisten ook roepen. Als er al een probleem is met vluchtelingen en asielzoekers, dan heeft dat veel meer te maken met de beroerde wijze waarop wijzelf de opvang hebben geregeld. Wil je migratie breed aanpakken, dan zul je het moeten hebben over de economie die we willen hebben; bijvoorbeeld over de 24-uur en instant delivery-economie, en over de agro-industrie.

Louter denken aan bedreigingen en beperkingen gaat ons daarbij niet helpen

Dit land zit vol met mensen, die de ander graag de maat nemen en die paal en perk willen stellen aan van alles en nog wat, maar vooral aan dat wat hen gevoelsmatig in hun bestaanszekerheid bedreigt. Links of rechtsom zullen we de komende tijd een aantal ingrijpende en dus pijnlijke keuzes moeten maken om ons land mooi en leefbaar te houden en tegelijk de broodnodige vernieuwingen de ruimte te kunnen bieden. Louter denken aan bedreigingen en beperkingen gaat ons daarbij niet helpen. Die paar procenten extra bebouwd gebied gaan er hoe dan ook komen, die windmolens op land ook, distributie en logistiek schragen onze economie, arbeidsmigranten voor de kennis én de handjes blijven we nodig hebben en leven met de elementen doen we al duizend jaar. Dan kunnen we maar beter onze wereldwijd vermaarde kennis en creativiteit benutten om een sprong naar voren te maken. 

Gerelateerde Artikelen