Inschrijven voor nieuwsbrief
Circulaire economie Omgevingswetgeving Woningbouw

WikiHouse-project De Stripmaker, Almere, opgeleverd

’Opschaling van houtbouw vraagt om concrete landelijke normen’

‘Er is genoeg kennis, aanbod van marktpartijen en beschikbaar hout met FSC- en PEFC-keurmerk. Toeleveranciers, aannemers en ook de grote bouwbedrijven hebben houtbouwconcepten in productie.' Beeld Lingotto
Auteur Joren Bassant

26 augustus 2024 om 18:30, Leestijd ca. 8 minuten


Houtbouw lijkt de wind mee te hebben. Verschillende belangwekkende houtbouwprojecten zijn al gerealiseerd en ook de grote bouwbedrijven zoals Heijmans en BAM stappen over op houtbouw. Toch laat een echte landelijke transitie nog op zich wachten. Expert biobased bouwen Peter Fraanje vindt het de hoogste tijd worden voor een nationaal programma voor houtbouw. Metropoolregio Amsterdam geeft daarin volgens hem het goede voorbeeld.

‘Er is genoeg kennis, aanbod van marktpartijen en beschikbaar hout met FSC- en PEFC-keurmerk. Toeleveranciers, aannemers en ook de grote bouwbedrijven hebben houtbouwconcepten in productie.' Beeld Lingotto

Dit artikel staat in ROmagazine september 2024. ROm is het vakmagazine over ruimtelijke ontwikkeling en de fysieke leefomgeving en gratis voor ambtenaren en bestuurders-politici in dat beleidsdomein. Voor informatie over abonnementen klik hier

De oplossing voor de enorme verduurzamingsopgave in de gebouwde omgeving en de bouwindustrie zelf ligt bij houtbouw, stelt Peter Fraanje. Houtbouw kan snel en op korte termijn voldoen aan de grote vraag naar woonruimte, terwijl tegelijkertijd de klimaatdoelstellingen voor Parijs kunnen worden gehaald. Fraanje is milieukundig expert op het gebied van biobased bouwmaterialen en werkzaam bij Built by Nature. Deze stichting zet zich nadrukkelijk in voor de opschaling van houtbouw en doet dat door onderzoek financieel te ondersteunen, belanghebbenden samen te brengen en beleidsmakers te stimuleren. 

Stimulans

‘Houtbouw is niet alleen duurzaam omdat het veel CO2 opslaat en een lage milieu-impact heeft, het constructiemateriaal laat zich ook goed combineren met andere biobased materialen', zegt Fraanje. De prefabricage van houten elementen vindt plaats in hallen en fabrieken onder gecontroleerde omstandigheden. Biobased isolatiematerialen zoals vlaswol, hennep of stro kunnen droog en indien gewenst met robots worden toegepast in dakdozen, wand- en vloerelementen. ‘Houtbouw is ook goed te combineren met andere bouwmethoden’, zegt Fraanje, die hiervoor bij TNO werkte als adviseur circulair en biobased bouwen.

Geprefabriceerde houtbouwwoningen zijn te bouwen in enkele weken

‘Hout is tot zo'n vijf keer lichter dan traditionele materialen zoals beton en leent zich goed voor zowel renovatieprojecten, optoppen als voor nieuwbouwprojecten. HSB elementen of CLT (kruislaaghout) elementen kunnen met biobased isolatiematerialen op locatie worden geassembleerd. Dit verkort de bouwtijd, voorkomt langdurige overlast en leidt tot lagere uitstoot van CO2 omdat hout licht en sterk is. De houtbouwelementen of het complete houtbouwhuis kan elektrisch dus stikstofvrij worden gemonteerd op een lichte fundering. Waar traditionele bouw minstens een jaar de tijd nodig heeft, kan vooraf gefabriceerde houtbouw gerealiseerd worden in enkele weken.’

Peter Fraanje: ‘Het is hoog tijd dat het Rijk concrete, eenduidige doelstellingen voor houtbouw gaat stellen.’

Houtbouwwoningen hebben verder nog het voordeel dat ze makkelijk demontabel of verplaatsbaar zijn. Daarmee ligt de oplossing voor de woningnood en de klimaatproblematiek op een presenteerblaadje, aldus Fraanje. ‘Van cruciaal belang voor de betaalbaarheid is dat de prefabricage van woningen, de industriële bouw, verder opschaalt, om zo een transitie in de bouw naar houtbouw mogelijk te maken. HSB is nu al concurrerend met traditionele bouwmethoden en ook CLT is hard op weg een zeer aantrekkelijk optie te worden voor corporaties en andere huisvesters.

Markt loopt voorop 

De markt is er klaar voor, ziet Fraanje. ‘Er is genoeg kennis, aanbod van marktpartijen en beschikbaar hout met FSC- en PEFC-keurmerk. Toeleveranciers, aannemers en ook de grote bouwbedrijven hebben houtbouwconcepten in productie. Kijk maar naar de speciale houtbouw-concepten van BAM (Flow) of Heijmans (Horizon). Het aanbod houtbouw- en biobased woningen groeit.’ Hij noemt verschillende houtbouwprojecten, die op stapel staan, onderweg zijn of reeds zijn gerealiseerd. Zoals in Amsterdam het 21 verdiepingen tellende HAUT en de Nelson Mandelabuurt (werktitel, red.), een houten woonwijk van 700 woningen, en de eerder dit jaar aangekondigde ‘The Dutch Mountains’ in Eindhoven: het grootste houtbouwproject van de wereld. Een ander project wat in het verschiet ligt is

Horizons, in de Amsterdamse Sluisbuurt, een circulair woongebouw dat voor 62 procent uit biobased en hergebruikte materialen en voor 96 procent herbruikbaar aan het einde van zijn levensduur. Het energiepositieve, houten gebouw slaat bijna 3.000 ton CO2 op.

We moeten af van houtbouw zien als experimenteel

En toch komt houtbouw nog te langzaam op gang, vindt Fraanje. Het maakt nu vijf procent van de totale Nederlandse bouwproductie uit, ruim 3.000 houtbouwwoningen per jaar. ‘Er wordt bij houtbouw nog te vaak gesproken van een experiment, en daar moeten we vanaf. Veel mensen denken ook dat de keuze voor prefab-houtbouw tot een eenheidsworst aan woningen leidt. Niets is minder waar. Tegelijkertijd zijn er vooroordelen over brandveiligheid of geluidoverlast in houten woningen. Dat deze opvattingen onjuist zijn, en architectuur en hout wel goed samengaan, kunnen we leren van de projecten die al gerealiseerd zijn.’ 

Houten WikiHouses aan De Stripmaker, juli 2024. Beeld Feenstra Fotografie 

WikiHouse De Stripmaker, Almere

In de wijk De Stripmaker, in Almere-Buiten, wonen inmiddels 27 “zelfbouwers” in hun eigen zogenoemde WikiHouse. Deze houten huizen zijn door hen zelf ontworpen en gebouwd, zijn deels vrijstaand, duurzaam en betaalbaar. Het is een goed voorbeeld van bouwen met biobased materialen, in dit geval volledig met hout. De bewoners kiezen zelf hun gewenste ontwerp dat ze als bouwpakket vanuit de fabriek geleverd krijgen. De bouwtechniek is inmiddels ook beschikbaar voor woningcorporaties of wooncoöperaties. Ook daarvoor bestaan kant-en-klare ontwerpen die partijen direct kunnen downloaden en in elkaar zetten.

WikiHouse wil graag opschalen in Nederland en kent al een projectenportefeuille van circa 300 stuks in verschillende gemeenten. Om marktpartijen daarvoor te interesseren is nu een informele uitvraag uitgezet. Volgens Ivar Diekerhof, projectleider bij WikiHouse, is het ook in het belang van innovatieve projecten zoals deze dat de gehele houtbouwmarkt groeit. ‘Het helpt om het te normaliseren en om het uit de experimenteerhoek te halen. Hierdoor kunnen nieuwe houtbouwprojecten daadwerkelijk schaal gaan maken.’ Hij is er positief over: ‘Biobased wordt het nieuwe normaal. Als partijen daar niet in meegaan, verliezen ze hun marktaandeel.’ 

Positieve stappen overheid

Projecten als WikiHouse in Almere, HAUT en Horizons in Amsterdam laten zien dat de bouwwereld voorsorteert op houtbouw, benadrukt Fraanje. Ook zijn er programma’s en projecten opgezet waarin marktpartijen en overheden zich samen inzetten voor een markttransitie naar houtbouw. Voorbeelden zijn de Paris Proof Commitment vanuit DGBC en de Green Deal Houtbouw in de Metropool Regio Amsterdam (MRA). Waar het nog in ontbreekt is eenduidige en bindende sturing vanuit de overheid, stelt Fraanje. ‘Het beleidskader is er in feite. Nederland wil in 2050 een biobased economie hebben. Ook wil het Rijk dat in 2030 het eindige primaire grondstoffengebruik met 50 procent wordt gereduceerd door over te stappen op circulaire en biobased grondstoffen. In 2050 zou de economie ook helemaal circulair en duurzaam moeten zijn. Nota bene in 1995 heeft de overheid al beleid ontwikkeld om 20 procent meer hout in de bouw toe te passen.‘

Fraanje vindt dat overheden, zowel het Rijk als provincies en gemeenten, gerichter moeten inzetten op houtbouw en andere biobased bouwvormen, en er een programma voor moeten ontwikkelen.’ Een goede stap, volgens hem, is Nationale Aanpak Biobased Bouwen, die eind 2023 is opgesteld. Daarin staat dat de overheid ernaar streeft in 30 procent van de nieuwbouw minstens 30 procent biobased materialen toe te passen. ‘Als dit nu simpelweg als eis zou worden gesteld aan woningnieuwbouw, ontstaat er duidelijkheid in de markt en kan het bedrijfsleven investeren en anticiperen’, aldus Fraanje.  

HAUT in Amsterdam is met een hoogte van 73 meter en 21 verdiepingen, het hoogste hybride houten gebouw van Nederland, en een van de hoogste ter wereld. Om de ambitieuze duurzaamheidsambities te waarborgen werkten HAUT CV, Lingotto en Team V samen met experts van Arup om zo alle mogelijkheden van hout als innovatief bouwmateriaal te benutten. Beeld Lingotto

MRA sturend voorbeeld 

Naast een concrete beleidsdoelstelling is het sturen op prestaties een mogelijkheid. Het meest concrete instrument momenteel is de MPG-score, de verplichte toets op de milieubelasting van de gebruikte bouwmaterialen. De milieuprestatie-eis voor woningen ligt nu op 0,8 en gaat op 1 juli 2025 naar 0,5. Het Rijk zou nog beter kunnen sturen als CO2 als leidende milieufactor binnen de MPG hoger wordt gewaardeerd en als ook koolstofopslag gaat meetellen bij de milieuprestatie, vindt Fraanje.

De heldere, eenduidige en bindende doelstellingen voor de toepassing van hout, zoals het samenwerkingsverband van de MRA die hanteert, is volgens Fraanje een goed voorbeeld. In 2021 werd hier een duidelijk convenant gesloten: vanaf 2025 is 20 procent van de woningbouwproductie in de metropoolregio van hout en andere biobased materialen. De afspraak werd gemaakt met onder meer 25 vastgoedpartners en 32 gemeenten, goed voor de bouw van minstens 3.000 woningen houten woningen per jaar.

‘De bouwsector heeft na de totstandkoming van de MRA voor miljoenen geïnvesteerd in productielijnen voor houtbouw. Zonder het concrete streven van 20 procent was dat niet gebeurt. Een goede afzet is voor marktpartijen namelijk leidend, zeker in de huidige tijd waarin bouwprocessen lang duren. Duidelijke vereisten vanuit een overheid zorgen dat zulke ambities en realiteit dichter bij elkaar komen.’ 

 

Gerelateerde Artikelen