Inschrijven voor nieuwsbrief
Participatie Sociale cohesie Omgevingswetgeving

De Utrechtse aanpak: samen wonen, leren en werken

Asielopvang én de buurt verder helpen

Plan Einstein Pahud in het Utrechtse Overvecht herbergt driehonderd asielzoekers en dertig starters. Beeld Rufus de Vries
Auteur Marko Faas

02 september 2024 om 17:29, Leestijd ca. 8 minuten


Een asielzoekerscentrum of huisvesting van statushouders kan op veel plekken tot felle weerstand leiden. Niet bij veel Utrechtse projecten. Buurtbewoners reageren steeds vaker positief op de aankondiging van de gemeente dat er vluchtelingen zullen komen. De Utrechtse aanpak dus, die asielopvang ziet als een wijkvoorziening en onderdeel van de gemeenschap.

Plan Einstein Pahud in het Utrechtse Overvecht herbergt driehonderd asielzoekers en dertig starters. Beeld Rufus de Vries

Dit artikel staat in de nieuwe editie van ROmagazine, september 2024. ROm is het maandelijkse vakmagazine voor ruimtelijke ontwikkeling en de fysieke leefomgeving, en digitaal gratis voor ambtenaren, bestuurders en politici in die domeinen. Hier kunt u zich abonneren

Het begon bij Plan Einstein aan de Einsteindreef in de Utrechtse wijk Overvecht, vertellen de Utrechtse oud-wethouder Kees Diepeveen, Rutger Oolbekkink van Provincie Utrecht en Ruben Cales van adviesbureau TwynstraGudde. Met vijf anderen vormen ze het zogeheten Kansenmakersteam, dat gemeenten bijstaat in het opvangen van asielzoekers en statushouders en Oekraïense ontheemden. Diepeveen kreeg eind 2015 als wethouder van Gemeente Utrecht de verantwoordelijkheid om voornamelijk Syrische asielzoekers onder te brengen. In de stad was al een azc en de meest geschikte plek voor de nieuwe opvanglocatie werd gevonden in de wijk Overvecht.

Bewoners kwamen in opstand tegen de nieuwe opvanglocatie, zegt hij. ‘We kregen te horen: “We hebben niets tegen het opvangen van vluchtelingen, maar mijn kinderen staan al tien jaar op de wachtlijst.” En: “Ikzelf voel me ook aan de kant staan, want ik ben al vele jaren werkloos.” Kortom, begrijpelijke reacties uit een wijk die zo zijn eigen problemen kent. Wij hebben geluisterd en gezegd: dan gaan we twee dingen anders doen dan een traditionele vluchtelingenopvang.’

Ruimte vrijspelen

Allereerst werd het beoogde aantal vluchtelingen teruggebracht van vierhonderd naar driehonderd. ‘Daarmee speelden we ruimte vrij die we konden benutten voor het tijdelijk huisvesten van jongeren die een binding hebben met de wijk’, zegt Diepeveen. ‘Vervolgens hebben we een bondje gesloten met de Universiteit Utrecht en de Volksuniversiteit voor gesubsidieerde trainingsprogramma's die zowel asielzoekers als buurtbewoners konden volgen, bijvoorbeeld over het opzetten van een bedrijf.’

‘We willen vluchtelingenopvang onderdeel laten uitmaken van het leven in onze gemeenschappen’

‘Daar ligt de oorsprong van de Utrechtse aanpak en het Kansenmakersteam’, volgens Diepeveen. ‘Omdat de Utrechtse aanpak zegt: wij willen vluchtelingenopvang niet apart zetten in onze samenleving, maar onderdeel laten uitmaken van het leven in onze gemeenschappen, in onze wijken, buurten en gemeenten. Oftewel, wij willen de opvang normaliseren.’ Het Kansenmakersteam gebruikt daarom als uitgangspunt: samen wonen, samen leren, samen werken. De naam Kansenmakersteam komt daaruit voort: ‘We beschouwen de komst van vluchtelingen als een kans door dit te verbinden met andere maatschappelijke opgaven.’ Zoals in het geval van project Einstein de realisatie van woningen voor jongeren en cursussen voor de buurt.

Plan Einstein Pahud

De opvanglocatie aan de Einsteindreef was tijdelijk. De bewoners zijn herplaatst en de locatie is opgeheven. Inmiddels heeft de opvolger van het plan opnieuw een plek in Overvecht gekregen. Plan Einstein Pahud herbergt driehonderd asielzoekers en dertig starters.

Voor Ruben Cales, specialist woonruimte voor doelgroepen bij adviesbureau TwynstraGudde, was de eerste inloopavond over het Plan Einstein Pahud een vreemde gewaarwording. ‘Dit was anders dan elke andere voorlichtingsbijeenkomst die ik had bijgewoond over asielopvang in het land. Mensen waren hier oprecht blij en kwamen zelf al met initiatieven om ook iets aan de wijk toe te voegen.’ De verbaasde Cales kreeg een aanbod van buurtbewoners om taallessen op te zetten en mensen wilden kookclubjes starten voor en met de asielzoekers. ‘Er was een man die al vierhonderd handtekeningen had verzameld om een gemengde buitenschoolse opvang op het terrein te realiseren.’ Deze mensen hadden ervaring met Plan Einstein aan de Einsteindreef en zagen dat de buurt daarvan had meegeprofiteerd, vertelt Cales. ‘Ze hadden door dat we de buurt een beetje mooier kwamen maken.’

De gemeenten Utrecht en Amersfoort, die zich inmiddels bij het initiatief had aansloten, gunden deze aanpak en dit enthousiasme ook aan andere gemeenten in de provincie en financierden daarom het nieuwe Kansenmakersteam, waar Rutger Oolbekkink als eerste kansenmaker voor werd aangetrokken. Gemeenten kunnen een beroep doen op de provincie waardoor het lokale ambtenarenapparaat wordt ondersteund bij vraagstukken in de opvangketen. ‘Het succes van Plan Einstein aan de Einsteindreef zit erin dat het van een opvangplek een voorziening van de wijk is geworden’, zegt Oolbekkink. Alle andere plannen in de provincie, zoals in Bunnik en de locatie in het Utrechtse Overvecht, gaan daarvan uit. ‘Naast het sturen op aantallen, sturen we in de provincie ook op kwaliteit: hoe kun je de opvang onderdeel van de wijk maken?’

Impressie in vogelvlucht van Houten Hub, in Houten, waar asielopvang wordt gecombineerd met wijkvoorzieningen als de Voedselbank en een weggeefwinkel. Beeld Bureau MB/a

Houten hub

Die vraag staat ook centraal in Houten. Of eigenlijk al sinds 2017, zegt de nieuwe Houtense wethouder Daan Vermeulen. ‘Toen heeft de gemeenteraad gezegd: we willen wat doen voor de vluchtelingen die naar Nederland komen. We willen één plek, één concept, waar we vluchtelingen kunnen opvangen en laten integreren.’ Toen was ook de gedachte dat er woningen zouden komen voor Houtenaren. Dat is uitgewerkt op een locatie die uiteindelijk niet bleek te voldoen, weet Vermeulen. In 2022 is er een nieuwe tijdelijke locatie voor vijftien jaar gevonden, die de Houten Hub is gaan heten. De aanpak is wel gebleven: integratie en ook voorzieningen voor Houtenaren. ‘Het is een doorontwikkeling van het Utrechtse model’, aldus Vermeulen. ‘We kijken naar wat Gemeente Utrecht tot nu toe heeft gedaan en wat we daaruit kunnen leren.’

Een van de lessen volgens Vermeulen is de verhouding Houtenaren-vluchtelingen. Die is in Plan Einstein Pahud 30-300. ‘Dat proberen we in Houten meer in balans te krijgen: 150 Houtenaren en 175 vluchtelingen. Al zijn er nog steeds mensen die graag nog meer woningen voor Houtenaren zouden willen. Misschien dat we over een aantal jaren terugkijken en denken: de balans had toch net wat anders kunnen zijn. Het is een lerend proces natuurlijk.’

‘Mix bevolkingsgroepen: maak geen postzegel waar je maar één groep onderbrengt’

Daarnaast komt in het pand een locatie van de Voedselbank en een Doorgeefluik, een weggeefwinkel. ‘Handig voor mensen die met niets naar Nederland komen.’ Ook komt er een vestiging van de Krachtfabriek, een instelling voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. Die organisatie moet naast Houtenaren ook vluchtelingen een opstap geven naar betaald werk. ‘Veel vluchtelingen hebben door hun geschiedenis problemen en vragen meer begeleiding voordat ze op de arbeidsmarkt aan de slag kunnen’, aldus Vermeulen.

Bevolkingsgroepen

De wethouder is voor de ontwikkeling van de Houten Hub niet over één nacht ijs gegaan. De liberaal werkte lang als arts bij de GGD en erkent dat hij bij zijn aantreden nog weinig wist van asiellocaties. ‘Dus ik ben gaan kijken: welke hebben we allemaal, welke typen en hoe is de mix, in welke wijken staan ze. Maar ook: hoe kunnen bevolkingsgroepen goed met elkaar samenleven?’ Zijn conclusie: ‘Mix bevolkingsgroepen: maak geen postzegel waar je maar één groep onderbrengt.’

Als het aan Vermeulen ligt, krijgen de vluchtelingen in de Houten Hub meer ruimte dan gebruikelijk. ‘Dus geen kamertjes met zes vluchtelingen en stapelbedden.’ Meer rust en privacy zorgen ervoor dat mensen eerder kunnen deelnemen aan de maatschappij, betoogt hij.

Met alle ervaring en inzichten heb je nog geen Houten Hub. Daarbij helpt het Kansenmakersteam, zegt Vermeulen. ‘Dat team staat ons bij met raad en daad. Ruben, Kees en Rutger hebben ons in contact gebracht met mensen in de provincie, zowel de gedeputeerde als ambtenaren. Als we bepaalde expertise nodig hebben, dan kunnen ze daarbij helpen.’ Het gaat volgens de wethouder dan om juristen of specialisten in communicatie en participatie. Want daar is het wel eens misgelopen in Houten. En heel belangrijk: het Kansenmakersteam weet de weg binnen het COA, het Centraal Orgaan opvang asielzoekers.

‘Wees volstrekt helder over waar inwoners over mee kunnen praten en waarover niet’

Want die Utrechtse aanpak werkt alleen als het COA meewerkt. Oolbekkink somt enkele pijlers op: ‘Als mensen naar Utrecht komen, moeten ze in deze provincie blijven. Ook moet er een stabiel opvangklimaat zijn voor de kinderen.’ Bovendien: gemeenten kiezen vaak voor relatief kleine locaties. Het COA moet veel mensen onderbrengen en ziet juist kostenvoordelen in locaties met enkele duizenden mensen en gemengd wonen. Goed met COA afstemmen is dus cruciaal, zegt hij.

Instrumenten

Grote locaties moeten er ook zijn, vinden de leden van het Kansenmakersteam, want er is nu een groot tekort aan opvangplekken. ‘Dat zijn lastige vraagstukken’, zegt Kees Diepeveen. ‘Terwijl wij bezig zijn met een duurzaam en stabiel opvanglandschap, zijn we dagelijks vooral druk met noodopvang op de korte termijn. Daar moeten we niet in blijven hangen.’ Volgens hem kan de Spreidingswet daarvoor zorgen. ‘Die is heel erg nodig om rust te creëren.’

Ruben Cales wil het liefst nog verder gaan. ‘We zijn gebonden aan bestaande ruimtelijke procedures. Het zou mooi zijn als er een soort crisis- en herstelwet kan komen met meer ruimtelijke instrumenten die het mogelijk maken om voor eens en altijd uit de crisis te blijven.’

Daan Vermeulen wil daar niet op wachten. De wethouder ziet een snellere oplossing in beter communiceren naar omwonenden. ‘Wees volstrekt helder waarover inwoners mee mogen praten en waarover niet.’ Kortom: het besluit staat vast, maar over de invulling is te praten. Dat kan dan weer leiden tot een nieuw Plan Einstein.

Gerelateerde Artikelen