Dr. ir. Ties Rijcken is publicist over water, natuur en klimaat, verbonden aan de Technische Universiteit Delft. Deze bijdrage staat in ROm september 2024. Eerder schreef hij met Friso de Zeeuw in ROmagazine ‘Water en bodem sturend vraagt om versterkte dijkbewaking’ (ROm, mei 2024)
1. Landaanwinning in het Markermeer betekent minder zoetwaterberging. En dat is nodig vanwege de klimaatverandering, voor landbouw, drinkwater en veenvernatting.
Het Markermeer, IJsselmeer en de Flevorandmeren zijn bij elkaar zo groot dat duizenden woningen langs het Markermeer nog geen tiende procent van de totale zoetwaterbergingscapaciteit af kunnen snoepen. Nog minder dan een tiende procent als je meerekent dat er minder water verdampt waar een woongebied een oppervlak bedekt dat eerst open water was.
Het nieuwe natuurgebied de Markerwadden heeft de waterberging met twee tiende procent verminderd. Daarbij heeft niemand het over verlies aan waterberging – hoe zit dat?
Woningbouw buitendijks leidt tot een verwaarloosbaar verlies aan zoetwaterberging, binnendijks wél tot verlies van landbouwgrond
2. Vanaf nu hebben we elke druppel zoetwater nodig.
Is dit een feit of een afweging? Eén woning in het Markermeer betekent zoetwaterverlies goed voor zo’n tien kilo minder aardappels in een droog jaar (in de meeste zomers is er genoeg zoetwater). Kies maar wat je belangrijker vindt, in het licht van de woningnood en de grote internationale markt voor aardappelen.
En voor de boeren onder ons: als een woning niet buitendijks in het water maar binnendijks in een weiland of akker wordt gebouwd, verlies je geen zoetwater in een droge zomer, maar landbouwgrond in élk jaar, droog of normaal.
Kustvisie Lelystad (enkele duizenden woningen).
3. Landaanwinning maakt mogelijke toekomstige zoetwatermaatregelen moeilijker.
De zoetwatervoorziening in de eenentwintigste eeuw is een belangrijk dossier. Er zijn veel oplossingen. Bijvoorbeeld meer peilopzet in de lente of meer peiluitzetting in de zomer, van enkele centimeters op het IJsselmeer en Markermeer tot meer dan een halve meter op alleen het IJsselmeer. Of een andere distributie van zoetwater vanuit de grote rivieren: minder over de Waal, meer over de IJssel en het Amsterdam-Rijnkanaal. Dit is een afweging tussen de baten van meer zoetwater in het IJsselmeer versus meer diepgang voor de scheepvaart op de Waal. Een tiende procent van het oppervlak van het Markermeer afhalen voor woningbouw heeft geen noemenswaardige invloed op deze afwegingen.
4. Er is ook nog verlies aan “komberging”: zoals in januari 2024. Toen liep tien procent van de regen in Nederland naar het Markermeer en dat kan daar niet makkelijk weg.
Ook hier gaat het om een héél gering verlies van de kombergingscapaciteit als gevolg van de woningbouw, goed voor minder dan één millimeter hoger peil. Als je de afwatering een probleem vindt, zou dat dan niet vooral gericht moeten zijn op de bestaande dijken die de binnendijkse gebieden beschermen, en op de bestaande 48 havens, jachthavens en buitendijkse gebiedjes met woningen en recreatiewoningen (inclusief Gooimeer, Eemmeer en Eem)?
Schets as Almere-IJburg door M55 (met de IJmeerlijn en mogelijkerwijs tienduizenden woningen).
5. Inderdaad: die kregen in januari 2024 natte voeten en begonnen toen bij de overheid om compensatie te zeuren, terwijl ze hadden moeten weten dat ze buitendijks zaten. Dat gedrag gaan we meer krijgen als we meer buitendijkse woningen toestaan.
Het is inderdaad vervelend als je als waterschap of Rijkswaterstaat waarschuwt voor de kans op natte voeten buitendijks en zegt dat jij daar niet verantwoordelijk voor bent, en je vervolgens toch gesodemieter krijgt. Maar gaat het niet wat ver om dan helemaal geen nieuwbouw meer toe te staan?
Als er ergens burenconflicten zijn over aanbouw, is het dan wijs om aanbouw dan maar helemaal te verbieden? Je kunt als overheid ook nóg meer duidelijkheid geven over de verantwoordelijkheid bij bouwen in het buitendijkse gebied of strengere regels maken, met bijvoorbeeld een bouwhoogte iets onder de kruin van de dijk zelf.
Extra gemalen kosten nauwelijks ruimte en zijn niet duur
De overheid kan ook de nationale waterinfrastructuur verbeteren, zoals de afwatering van het Markermeer via het IJsselmeer naar de Waddenzee en eventueel via het Amsterdam-Rijnkanaal naar de Noordzee, met extra gemaalzekerheid. Daarmee help je nieuwe én bestaande buitendijkse ruimtegebruikers. Zou dat niet juist waardering en vertrouwen in de overheid geven, waar veel Nederlanders naar verlangen?
6. Maar nieuwe infrastructuur kan niet meer, het watersysteem loopt tegen zijn grenzen aan, het einde van de maakbaarheid is nabij.
Het verkeer op de wegen in Nederland komt inderdaad steeds vaster te zitten. Onderhoud en vervanging gaan nog wel, uitbreiden (dijkverhoging, wegverbreding) wordt al lastiger, nieuwe infrastructuur moet zich een taaie weg banen door “nimby”, de claimcultuur, omgevingsregelgeving, bestuurlijke stroperigheid, de veelheid aan politieke partijen, verkokerde organisaties, enzovoort.
Maar extra gemalen kosten nauwelijks ruimte en zijn niet duur. Gemalen hoeven niet non-stop aan te staan en kunnen grotendeels draaien op zon en wind op momenten dat de energie goedkoop of zelfs gratis is – zeker weten dat dat niet meer kan?
Doorsnede Markermeer; let op het verschil in verticale en horizontale schaal. Beeld Waterstudio Ties Rijcken
7. Zo komen we steeds meer in een “lock-in” terecht, waar we nooit meer uit komen. We graven ons in, met steeds meer technologie. Terwijl de zeespiegel maar blijft stijgen ...
Wat is het verschil tussen deze lock-in en een snelweg, een treinstation, het Rijksmuseum? Het kopen van een huis, trouwen, kinderen krijgen ... relatief grote beslissingen die een stempel drukken op de toekomst. Wat als de angst voor lock-ins de noeste arbeid ondermijnt die de onvermijdbare lock-ins op de planeet aarde nou eenmaal van ons vragen?
Het kost minder geld, energie en materialen om het Markermeerpeil te houden op waar het nu ligt, dan om het mee te laten stijgen met de zee
Als het zeewaterpeil stijgt, kost het minder energie en materialen om het huidige Nederland voor het overgrote deel in stand te houden (met dijken en gemalen), dan om te verhuizen naar hoge gronden. Evenzo kost het minder geld, energie en materialen om het Markermeerpeil te houden op waar het nu ligt, dan om het mee te laten stijgen met de zee (met dijkverhoging en ophoging van de 48 buitendijkse gebieden).
Brengt een dergelijk bouwverbod Nederlanders niet juist in paniek? De nationale waterinfrastructuur op orde houden, juist als het klimaat verandert, zou dat niet juist rust, stabiliteit en ontwerpvrijheid geven voor woningbouw en andere ruimtelijke ontwikkeling?
8. Buitendijks bouwen schaadt de waternatuur van het Markermeer.
Goed punt. De natuurwaarde van het Markermeer is al niet zo best en moet niet slechter worden. Laten we de woningbouwers langs het Markermeer meegeven dat ze met nieuwe ondieptes, rietpartijen en vogeleilanden de biodiversiteit moeten vergroten. Dat maakt de nieuwe waterwijken bovendien nóg mooier!