Ineens stond ie daar midden op het maagdelijk lege stadsplein aan het IJ: een manshoog billboard waarop Amsterdam werd bedankt voor de keuze voor tropisch hard hout. Een dag later werd duidelijk waarom de reclamezuil was geplaatst: bouwers en beleidsmakers hieven er het glas op hun duurzame keuze voor de houten boardwalk van de nieuwe IJboulevard.
Waarom moeten we iedere vierkante meter invullen en koloniseren?
Eeuwigheid
Fraai is zo’n billboard niet maar voor een feestje doe ik niet moeilijk over zo’n tijdelijke stoorzender. Het werd pas vervelend toen de zuil er na twee weken nog stond en de gemeente geen enkele aanstalten maakte om hem te verwijderen. Mijn ergernis werd alleen maar groter toen honderd meter verderop plotseling ook twee zwarte informatiezuilen van minstens tweeënhalve meter hoog verschenen, pal voor het net gerenoveerde NACO-gebouwtje. Weg was het vrije uitzicht op het monumentale huisje in Amsterdamse School-stijl. De degelijke verankering in de grond maakt duidelijk dat van een tijdelijke verstoring geen sprake is: deze zuilen zijn bedoeld voor de eeuwigheid.
Contramal
Amsterdam is niet uniek: overal zetten gemeenten hun openbare ruimte vol met zuilen, borden, hekjes en andere objecten. Pleinen worden opgedeeld in zones voor verschillende gebruikers en functies. En om het er gezellig te maken, krijgen horecaondernemers met hun terrassen vrij spel. Een plek leeg laten als rustpunt en contramal voor het steeds drukker wordende stadsleven eromheen lijkt geen optie. Waar ligt dat toch aan? Waarom moeten we iedere vierkante meter invullen en koloniseren? Ontwerpers kunnen bij het ontwerp van een plein of hof de beste bedoelingen hebben, in de praktijk slaat de verrommeling al na een paar weken toe.
Buitenland
In andere landen is er vaak meer waardering voor lege pleinen. Ze vervullen een ceremoniële functie of worden aangelegd om gebouwen eromheen extra allure te geven. Bovendien is het de plek waar bewoners elkaar in de avonduren ontmoeten.
We zouden best eens wat vaker die economische bril waarmee we naar de openbare ruimte kijken, af mogen zetten
In Nederland hebben pleinen meestal een verkeersfunctie of zijn ooit aangelegd om er markt op te houden. Het is niet de bedoeling om ze leeg te laten. Ruimte is schaars dus die moet je zo efficiënt mogelijk benutten. Toch zouden we best eens wat vaker die economische bril waarmee we naar de openbare ruimte kijken, af mogen zetten. Iedereen die een keer over het Vrijthof in Maastricht heeft gekuierd, weet hoe bevrijdend zo’n lege plek aan kan voelen tussen de drukke winkelstraten en volle terrassen. Het is een van de weinige voorbeelden in eigen land die laten zien dat een goed pleinontwerp en -beheer niet is voorbehouden aan landen als Frankrijk of Spanje. We kunnen het ook zelf, maar dan moet die knop in ons hoofd wel een keer om. Wie durft?