Vroeger plofte zo’n stevig boekwerk op je redactiebureau, dan las je de inleiding en samenvatting. Vervolgens bladerde je door de teksten, bekeek de beelden en gaf wat meer aandacht aan onderdelen die je dacht dat relevant en interessant waren. En je schreef jouw stukje erover. Nu bekruipt mij de gedachte: wat staat hier voor nieuws in, en wat is de meerwaarde?
Urgentie
De missie van de onderzoekers bij het CPB is duidelijk. Terwijl het politieke debat vooral gaat over de gevolgen van keuzes op de korte termijn, voor de continuïteit en winstgevendheid van bedrijven en voor de portemonnee van burgers, is het ook noodzakelijk om verder vooruit te kijken. Het wordt tijd om te kiezen wat voor samenleving we willen zijn en wat dat betekent voor de economie. Die twee zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Uiteindelijk draait veel om geld: hoe we over een tijdje ons geld verdienen en wat we ermee doen. Daar kun je keuzes in maken, en dat doen we ook altijd al. In meer en mindere mate, soms heel zichtbaar, meestal door gewoon door te gaan op de weg waarop we zitten. Niet kiezen is namelijk ook een keuze. Maar daarmee lopen we nu op alle fronten vast.
Het wordt tijd om te kiezen wat voor samenleving we willen zijn en wat dat betekent voor de economie
Kiezen voor later. Vier visies voor 2050, een lange termijnverkenning voor de Nederlandse economie gaat over keuzes die hard nodig zijn. Een citaat: ‘De noodzaak om belangrijke langetermijnuitdagingen aan te pakken wordt steeds meer gevoeld. De coronapandemie en de meer grimmige geopolitieke situatie hebben geleid tot zorgen over internationale afhankelijkheid. De groei van het aantal huishoudens door toegenomen migratie en de groeiende individualisering hebben geleid tot verdere druk op de woningmarkt en angst voor verlies aan identiteit en eigenheid. De financiële crisis, de flexibilisering van de arbeidsmarkt en machtsconcentratie bij grote bedrijven hebben nieuwe vragen opgeroepen over bestaanszekerheid en de verdeling van welvaart in de samenleving. De opwarming van de aarde en de afname van biodiversiteit hebben de schijnwerper gezet op de gebrekkige duurzaamheid van onze huidige productie en consumptie.’
Onrealistisch
Het CPB schetst vier scenario’s: Markt, Autonoom, Duurzaam en Samen. Ze zijn gebaseerd op verschillende opvattingen over de rol van de overheid, de samenleving en het individu. Een disclaimer daarbij is dat we leven in een tijd van onzekere en internationale ontwikkelingen, die de speelruimte voor ons landje danig verkleint. Wat wordt bijvoorbeeld de komende jaren het Europese beleid voor verduurzaming, klimaatadaptatie en strategische autonomie?
In het scenario Markt staat de individuele vrijheid voorop en blijven we streven naar meer groei en welvaart. Kiezen we voor Autonoom dan werken we – vooral vanwege de onzekere geopolitieke situatie – aan zelfvoorziening en gemeenschapsdenken. In het scenario Duurzaam staat de leefbaarheid van de aarde voorop, waar we in internationaal samen hard aan werken. Dat samen staat ook centraal in scenario Samen, maar dan gedacht vanuit de solidariteitsgedachte en voor een meer gelijke verdeling van kansen en welvaart. Evident dat de rol van de overheid in al deze scenario’s nogal verschilt.
De afgelopen eeuw hebben we nooit voor honderd procent op één van deze vier scenario’s ingezet. Het is altijd een combinatie van geweest. Waarom zou dat in de komende decennia anders zijn?
Even los van de voordehandliggende keuze voor juist deze mogelijke toekomstbeelden – zijn er überhaupt meer smaken? – is de vraag vooral of het uit elkaar trekken van deze opties realistisch is. Beperken we ons voor het gemak even tot ons eigen land dan moet je toch constateren dat we de afgelopen eeuw nooit voor honderd procent op één van deze vier scenario’s hebben ingezet. Het is altijd een combinatie van geweest. Waarom zou dat in de komende decennia anders zijn?
Oplossingen
Natuurlijk, het is altijd verstandig om na te denken over keuzes die je kunt maken, om beleidsmakers en ook politici een menukaart voor te schotelen. Maar zouden volksvertegenwoordigers, bestuurders bij de overheid en in het bedrijfsleven dan niet impliciet nadenken over de gevolgen van hun besluiten?
Wetenschappers en onderzoekers hebben hun eigen overwegingen en moeten feitelijke trends in beeld brengen en mogelijke consequenties daarvan. Maar dat gebeurt al volop. Meer dan goed voor ons is. Je kunt jezelf afvragen of de gemiddelde beleidsmaker en politicus zo langzaam niet doodmoe is van al die – vaak minder rooskleurige - perspectieven die worden geschetst. Terwijl we nauwelijks verder komen met de aanpak van urgente problemen. Er wordt luidkeels gevraagd om oplossingen, om uitvoering van wat we als maatregelen hebben afgesproken.
De afgelopen jaren hebben we uit alle geledingen van het beleidscircus bespiegelingen langs zien komen over de toekomst. Onderzoeksinstituten, de planbureaus, ontwerpateliers; ze leveren met de regelmaat van de klok vergezichten. Mooie en verontrustende kaarten, beelden in het algemeen, kunnen inspireren en prikkelen om keuzes te maken. Ik wil best geloven dat leden van het vorige kabinet aangenaam werden verrast met de kaartbeelden die ze kregen voorgeschoteld uit de Voorontwerp Nota Ruimte. Dat zal in de provincie- en gemeentehuizen, en bij de waterschappen niet anders zijn.
Data en beelden doen ertoe. Echter, nog belangrijker, véél belangrijker is wat we ermee doen
Data en beelden doen ertoe. Echter, nog belangrijker, véél belangrijker is wat we ermee doen. Want data en beelden zijn er inmiddels in overvloed. Moeten we daar voor de komende tijd nog meer tijd en geld in steken? Is het niet verstandiger om te investeren in de uitvoeringskracht en daar het onderzoek op te richten: verzamelen van data over het effect van beleid, zoals het PBL doet met de Monitor NOVI? Waar het nu vooral op aankomt, is dat politici eindelijk knopen doorhakken en dat op alle overheidsniveau de uitvoering wordt versterkt. Ideeën genoeg, we hebben handjes nodig!