Helemaal opheffen van het instrument om verstedelijking te sturen, hoeft nu nog niet van de Tweede Kamer. VVD’er Wim Meulenkamp wil er in ieder geval voor vijf jaar vanaf. Het instrument zit woningbouw in de weg, stelt hij. ‘Deze ladder is in 2012 bedacht om de plancapaciteit omlaag te brengen’, zegt hij bij de aankondiging van de motie. ‘Wat ons betreft, past deze ladder dan ook absoluut niet meer in de huidige tijd en zorgt deze voor onnodig veel vertraging bij bouwprojecten’, aldus Meulenkamp.
De motie werd mede-ondertekend door BBB-Kamerlid Marieke Wijen-Nass. Zij zegt tegen Stadszaken dat het belangrijk is dat de Ladder van duurzame verstedelijking wordt gepauzeerd. ‘In de praktijk zien we dat het in veel gevallen een belemmering kan zijn voor het bouwen van woningen. Het scheelt daarnaast een hoop administratief werk, wat zich zal doorvertalen in de huizenprijzen. In kleine kernen zien we dat er amper of niet woningen worden bijgebouwd, terwijl iedereen daar wel op wacht. Als we signalen krijgen dat landbouwgronden op grote schaal verkocht worden, dan trekken we natuurlijk als BBB aan de bel.'
'In kleine kernen zien we dat er amper of niet woningen worden bijgebouwd, terwijl iedereen daar wel op wacht'
Minister Mona Keijzer ontving de motie, met voorstemmers ChristenUnie, de SGP, het CDA, de VVD, JA21, FVD en de PVV, instemmend. Dat bleek al tijdens debatten over de begroting van haar minister van VRO begin deze maand. ‘Ik wil af van die Ladder. Dank u wel, zeg ik tegen de heer Meulenkamp. Maar we moeten wel even opletten dat gemeenten en provincies niet vervolgens weer allerlei beperkende maatregelen opleggen. Dat is op dit moment mijn zoektocht.’
Schuiven met de benedengrens
Het is niet de eerste keer dat de Tweede Kamer morrelt aan de Ladder. In oktober dit jaar kwam de PVV-er Jeremy Mooiman met motie om onderzoek te doen naar de effecten van specifieke varianten met grotere aantallen woningen die uitgezonderd kunnen worden van de Ladder voor duurzame verstedelijking. Een van de onderzochte varianten zal uitgaan van 100 woningen per kern. Vorig jaar oktober schreef toenmalig minister voor VRO Hugo de Jonge in een brief aan de Kamer dat hij de benedengrens naar plannen met 50 woningen wilde brengen. Dat was om het inmiddels beruchte "straatje erbij" te faciliteren. Onderzoek in Noord- en Zuid-Holland, Utrecht en Noord-Brabant zou de mogelijkheden daarvoor ondersteunen.
'De Ladder is in feite een leidraad voor een goed gesprek over goede ruimtelijke ordening en speelt dus een cruciale rol in ordentelijke besluitvorming en verantwoording naar de samenleving'
Het voornemen van De Jonge ontlokte meteen een scherpe reactie van het College van Rijksadviseurs (CRa) dat de Ladder juist een waardevol instrument is voor goede lokale ruimtelijke ordening. ‘In de praktijk wordt de Ladder niet ervaren als een instrument dat kleine uitbreiding verhindert.’ Volgens het college geeft het vooral kleinere gemeenten de mogelijkheid om te sturen op woningbouw waar behoefte aan is, in plaats van de huizen die projectontwikkelaars willen bouwen. ‘Het is in feite een leidraad voor een goed gesprek over goede ruimtelijke ordening en speelt dus een cruciale rol in ordentelijke besluitvorming en verantwoording naar de samenleving.’ Ook kan het afschaffen ervan een onbedoeld effect hebben in de hoogte van de grondprijzen en op andere beleidsprogramma’s in het ruimtelijke domein, stelt het college. Wouter Veldhuis zegt desgevraagd dat hij nog steeds pal staat achter die brief.
Onduidelijkheid en gezwabber
Uit onderzoeken die toenmalig minister De Jonge liet doen ter onderbouwing van zijn beleidsvoornemens bleek dat private partijen - in tegenstelling tot overheden - geen meerwaarde in de Ladder zien en evenmin goede mogelijkheden om de Ladder aan te passen. Zij geven aan dat de Ladder na de aanpassing in 2017 nauwelijks meer een (inhoudelijke) belemmering is voor het doorgaan van bouwprojecten. Wel signaleren zij een aantal knelpunten, die niet zozeer projecten tegenhouden, maar wel de uitvoering verzwaren vanwege extra tijd en kosten. Dit komt mede doordat de Ladder vaak pas in een laat stadium in het planproces wordt betrokken. Daarbij zien ze grote verschillen bij de toepassing door provincies. Een van de grootste pijnpunten is de volgens de private partijen strenge (rigide) en uitvoerige toepassing van de Ladder door enkele provincies met betrekking tot buitenstedelijke bouwontwikkeling.
Geïnterviewde private partijen merken op dat de Ladder slechts als motiveringsplicht zou moeten gelden. Ze zien echter dat gemeenten en provincies de Ladder vaak ‘zwaarder’ opvatten of hanteren, waarbij deze oneigenlijk of te stringent wordt toegepast en wordt gebruikt om niet aan een project te hoeven meewerken. Overigens blijkt uit het rapport ook dat private partijen belemmeringen voor buitenstedelijk bouwen vaak ten onrechte met de Ladder verbinden, omdat die belemmeringen door gemeenten en provincies vanwege andere motieven worden opgeworpen.
'We moeten af van dit ad hoc beleid via moties. Maak nu eerst een complete Nota Ruimte waar de Ladder al dan niet onderdeel van is'
Lector Cees-Jan Pen aan de Fontys Hogeschool en vastgoedexpert snapt de opstelling van de Tweede Kamer niet: ‘Sowieso is het onverstandig om even per motie zaken af te schaffen die integraal onderdeel zijn van de RO. We moeten af van dat ad hoc-beleid, wat alleen maar leidt tot onduidelijkheid en gezwabber’. Maak nu eerst een complete Nota Ruimte waar de Ladder al dan niet onderdeel van is. Wat is de impact van het afschaffen op ander ruimtelijk beleid met betrekking tot natuur, landbouw, werken en infra?, vraagt Pen zich af. Daarbij ziet hij niet hoe de Ladder een obstakel is voor woningbouw. ‘Lokaal en provinciaal leidt dit tot betere plannen. Waarom moet de Ladder dan weg?’ Dat het nu vooral wordt gekoppeld aan een ‘straatje erbij’ noemde Pen eerder al "ideeënarmoede". ‘Er is ruimte zat in dorpen, wijken en steden. De woningbouwvraag verandert naar meer eenpersoonshuishoudens, zoals ook de Saatscommissie 2050 voorspelt. Dus wat hoger bouwen, inbreiden, transformeren, optoppen, splitsen et cetera kan nog prima.’ Bovendien komt ook weer meer aanbod vrij van onder meer winkels, maatschappelijke voorzieningen, monofunctionele kantoorlocaties’, zegt Pen. De Ladder helpt juist voor het leggen van een complexe puzzel, aldus Pen. ‘Niet alles kan overal in de RO en de Lladder opheffen voelt als het kind met het badwater wegspoelen.’
Een woordvoerder van het ministerie van VRO kon nog niet zeggen wanneer de ladder definitief zal worden gepauzeerd.