Inschrijven voor nieuwsbrief
Woningbouw Gebiedsontwikkeling

Kabinet bestudeert belasting onbebouwde grond met woonbestemming

Ontwikkelingen in Harderwijk. Foto: Remke Luitjes / iStock.com
Auteur Jan Jager

25 november 2024 om 11:50, Leestijd ca. 4 minuten


Het kabinet bestudeert de invoering van een belasting op onbebouwde grond, maar met een woonfunctie. En het gaat aan de slag met de uitwerking en vormgeving van een ‘Rijksgrondfaciliteit’ die gemeenten kan ondersteunen bij de woningbouwopgave en het voeren van actief grondbeleid.

Ontwikkelingen in Harderwijk. Foto: Remke Luitjes / iStock.com

Dit zijn twee van de meest in het oog springende maatregelen die minister Mona Keijzer van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) vrijdag aankondigde in de kabinetsreactie op het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) Woningbouw en Grond

In haar brief kondigt ze zowel maatregelen aan voor het beter laten functioneren van de grondmarkt als het stutten van de bouw.

Algemene diagnose van het IBO die de minister onderschrijft, is dat de grondprijs vaak hoger is dan de waarde van de grond rechtvaardigt, waardoor grond niet beschikbaar komt voor de woningbouwopgave. 

Stijgende grondwaarden en geringe belasting op grond zorgen er volgens de minister bovendien voor dat grondeigenaren ook weinig prikkels hebben om op korte termijn grond beschikbaar te stellen voor woningbouw. 

Andere wijze van taxeren

Daarom gaat het kabinet aandacht besteden aan de wijze van taxeren, het verkennen van alternatieven voor de inbrengwaarde van grond en het meer voorspelbaar maken van kostenverhaal. 

Daarnaast hamert de minister op duidelijkheid over de betaalbaarheid van het toekomstige programma: op woondealniveau twee derde van het programma betaalbaar voor middeninkomens, waarbij 30 procent van het programma sociaal. Die duidelijkheid aan de voorkant moet resulteren in realistischer grondprijzen. 

De planbatenheffing, die in het hoofdlijnenakkoord en regeerprogramma is aangekondigd, wordt in de komende maanden uitgewerkt. ‘Uiteraard is er alleen ruimte voor een planbatenheffing bij projecten waar een waardestijging van de grond is door een functiewijziging, waarbij rekening wordt gehouden met alle te maken kosten’, aldus de minister, die schrijft dat de verwachting is dat halverwege 2025 concrete voorstellen voor de planbatenheffing kunnen worden gedeeld.

Rijksgrondfaciliteit

Ook kijkt het kabinet hoe, indien dit naast de invoering van een planbatenheffing wenselijk is een belasting op onbebouwde grond met een woonfunctie vorm kan worden gegeven, met als doel woningbouw te bevorderen en speculatie met bouwgrond tegen te gaan. 

Ook gaat het kabinet gaat aan de slag met de uitwerking en vormgeving van een Rijksgrondfaciliteit, die gemeenten kan ondersteunen bij de woningbouwopgave en het voeren van actief grondbeleid. Voor het einde van dit jaar informeert het kabinet de Kamer over de voortgang van deze en andere sporen op het grondbeleid. 

Realisatiestimulans: vast bedrag per betaalbare woning

Om - volgens de minister - substantiële tekorten bij bouwprojecten te verkleinen, komt het kabinet in lijn met het IBO-advies met een realisatiestimulans in de vorm van een vaste bijdrage per betaalbare woning. 

Vanaf 2025 committeert het Rijk zich bestuurlijk en juridisch om bijdragen aan gemeenten te leveren met deze realisatiestimulans. Dat betekent dus dat de woningbouwproductie van 2025 al kan rekenen op een bijdrage. 

De basis hiervoor is het woningbouwprogramma, zoals in de woondeals wordt afgesproken. De realisatiestimulans wordt vanaf 2026 voor het eerst uitgekeerd. 

Bij de Woontop in december wordt meer duidelijkheid gegeven over de exacte invulling van het instrument, zoals de hoogte van de uitkering per woning, hoe gemeenten in aanmerking komen voor de bijdrage en op welk moment de bijdrage wordt verstrekt. Hier wordt op dit moment aan gewerkt. 

Woningbouwimpuls, bedrijfsverplaatsingen

Voor specifieke locaties met een groot volkshuisvestelijk belang waarbij het publieke tekort door ingrepen evident te groot is om alleen met de realisatiestimulans te dekken wordt de Woningbouwimpuls voortgezet. 

Hiermee kan bijvoorbeeld worden bijgedragen aan noodzakelijke bedrijfsverplaatsingen en bijbehorende schadeloosstelling, evenals het saneren van zwaar vervuilde grond. 

Daarnaast kan het worden ingezet voor de ontsluiting van nieuw te bouwen woningen en andere grote ingrepen die nodig zijn om grond beschikbaar en geschikt te maken voor woningbouw. Voor de grootschalige woningbouwgebieden komt er een vervolg op het Gebiedsbudget.

Actieve Rijksbetrokkenheid

Tot slot kondigt de minister een meer actieve Rijksbetrokkenheid voor gebiedsontwikkelingen aan, waarin vraagstukken spelen die gemeentegrenzen overstijgen, of andere bovenregionale opgaven kennen. ‘Het kabinet gaat deze actieve Rijksbetrokkenheid beter organiseren en heldere keuzes maken wanneer voor een gebiedsontwikkeling meer nodig is van het Rijk dan de bovenstaande instrumenten en regelingen zoals die nu voorhanden zijn’, aldus de minister.

Op 21 juni werd het IBO-rapport ’Op grond kun je bouwen’ aangeboden aan de Tweede Kamer. In dat rapport schetste een ambtelijke werkgroep, bestaande uit verschillende ministeries, het Centraal Planbureau (CPB), het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en de Nederlandsche Bank, knelpunten bij het realiseren van voldoende woningbouw en adviseerde oplossingsrichtingen en maatregelen om de woningbouwproductie op te schroeven.

Het terugdringen van het woningtekort is een topprioriteit van het kabinet. Hoofdaanbeveling van het IBO is om de woningbouw te beschouwen als een keten. Eén knelpunt oplossen voegt geen woningen toe als verderop in de keten opstopping ontstaat, aldus de werkgroep.

Gerelateerde Artikelen