Sluisbuurt, op het Zeeburgereiland, is de trots van de gemeente Amsterdam als het om stadsontwikkeling gaat. Met forse – en omstreden – hoogbouw van 60 tot 125 meter. Er komen 5500 woningen. De skyline van de hoogbouw is straks tot ver buiten Amsterdam te zien. De onlangs opgeleverde wolkenkrabber Justus – 100 meter hoog, 33 verdiepingen met 289 middenhuurappartementen – zet de toon. Duco Stadig, wethouder van de hoofdstad van 1994 tot 2006, had altijd oog voor de praktische kant van stadsontwikkeling. Daarom trok niet zozeer de architectuur van Justus zijn aandacht, maar vooral het als “innovatieve primeur” gepresenteerde ondergrondse afvalsysteem (Ondergronds Afval Transportsysteem, OAT).
Wij doken in de materie.
Vanaf 2025 voeren bewoners hun afval af via een geavanceerd buizensysteem. Je stopt je vuilniszak van maximaal dertig liter in een opening, waarna het afval door een netwerk van buizen naar een centrale plek wordt gezogen. Gaat dit op het oog efficiënte systeem echt werken? Een cruciale kwetsbaarheid is het vereiste “goede” gedrag van bewoners. In de afvalruimte gooi je bijvoorbeeld je gft, papier en restafval in een opening, maar dit moet allemaal netjes verpakt zijn in zakken van dertig liter. Zijn mensen bereid om hun kartonnen dozen in stukjes te scheuren die in zo’n zak passen?
Het risico is levensgroot dat bewoners hun afval niet volgens de voorschriften afvoeren. Dan volgt verstopping en ligt het systeem plat.
De vergelijking met de stortkokers van de Bijlmermeer dringt zich op. Destijds faalde dat systeem doordat het afhankelijk was van bewonersgedrag. Die hielden zich niet aan het protocol. Uiteindelijk werden de stortkokers gesloten en moesten bewoners hun afval naar containerparkjes brengen.
De gemeente doet er goed aan nu alvast locaties voor containerparkjes te reserveren
Dan het ondergrondse zuigsysteem zelf. Bij iedere technische innovatie hoort de vraag naar storingsgevoeligheid. Storingen kunnen eenvoudig het hele systeem platleggen, waarna bewoners geen andere optie hebben dan hun afval buiten op straat te zetten. Herhaalde reparatie leidt tot hoge kosten en langdurig ongemak voor de bewoners.
In Amsterdam-Slotervaart testte de gemeente in 2018 een vergelijkbaar systeem. De uitkomst: regelmatig haperende installaties, hoge kosten en klagende bewoners.
Als het systeem faalt – en dat zit er dik in – zal de gemeente containerparkjes moeten inrichten, zoals destijds in de Bijlmer. De gemeente doet er goed aan nu alvast locaties te reserveren.
Een hoogstedelijke omgeving combineert hoogbouw met hoge bebouwingsdichtheden, intensief ruimtegebruik én duurzame ambities. Of dat ook een prettige leefomgeving oplevert, hangt sterk af van het feitelijk gedrag van bewoners en bezoekers. Ontwerpers gaan meestal uit van gewenst sociaal gedrag. Dat zien we ook bij een befaamd stadsontwerper als David Sim: bij hem deugen de mensen, asocialen ontbreken. Kortom: de stedelijke verdichtingsprogramma’s die op stapel staan, vragen om meer inzicht in het menselijk gedrag en minder romantisme bij ontwerpers en techneuten.