Kabinet anno 2024

Klimaatadaptatie Landelijk gebied Beleidsnota’s Gebiedsontwikkeling
Auteur Agnes Franzen

09 december 2024 om 18:12, Leestijd ca. 4 minuten

Hoe staan we ervoor in de ruimtelijke ordening zo aan het einde van het jaar. Kijken we naar het kabinet dan wordt het regelmatig bekritiseerd met termen als ‘gebrek aan visie’, ‘onrealistische doelstellingen’ en ‘vertraagde uitvoering’. Vooral de aanpak van migratie, het trage verloop van de stikstofaanpak en ontbreken van daadkracht in de klimaat- en energietransitie moeten het ontgelden. Opgaven die behalve een ruimtelijke component ook een sociale dimensie bevatten. Hierbij een reflectie daarop, met voor onder de kerstboom bij ieder onderwerp een leestip.

1 Migratiestromen

Voor haar beleid haalt minister Marjolein Faber van Asiel en Migratie vaak Denemarken aan. Dit land heeft één van de strengste migratie- en asielbeleidsmodellen in Europa, met maatregelen die gericht zijn op tijdelijke opvang, preventie van nieuwe asielaanvragen en een strikte handhaving van uitzettingen. Wat opvalt is een brede politieke en maatschappelijke consensus over het strenge beleid, ongeacht politieke kleur. Het zorgt voor minder interne verdeeldheid wat de uitvoerbaarheid eenvoudiger maakt.

Terecht blijft er tegengeluid tegen polariserende uitspraken, met name richting asielzoekers

Tegenstanders wijzen op de humanitaire gevolgen zoals onzekerheid en slechte omstandigheden bij de huisvesting. Iets wat we in Nederland bij de oppositie ook horen. Tegelijkertijd zien we mede door het rapport Gematigde groei van de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050 dat steeds meer partijen het verlagen van het aantal arbeidsmigranten steunt.

Terecht blijft er tegengeluid tegen polariserende uitspraken, met name richting asielzoekers. Dit verdeelt immers de samenleving, maakt samenwerking tussen partijen lastiger en ondermijnt het vertrouwen in de politiek. Neem de Spreidingswet, hier horen we zeker op het platteland veel protesten. Naast verlies van autonomie bij gemeenten ervaren burgers sociale druk door aanspraak op voorzieningen en verschillende culturele achtergronden van migranten, die veelal ook nog eens weinig ervaring hebben met democratie.  Polariserende politiek versterkt dit alleen maar.

Leestip: het boek Kiezen voor democratie van Marcia Luyten. Ze wijst in haar boek op de rol van social media in het verspreiden van nepnieuws en het versterken van extremen door manipulerende algoritmes. Ze pleit voor een herinrichting van democratische processen met de inzet van - bij gebiedsontwikkeling bekende -  burgerberaden om burgers actief te betrekken bij maatschappelijke opgaven.

2 Verduurzaming van de landbouw

Waar de vorige VVD-minister Christianne van der Wal werkte met een fors transitiefonds (ruim 24 miljard euro) om de landbouw te verduurzamen, is dit door het huidige kabinet met zo’n 15 miljard euro verlaagd. Onder het motto ‘boer aan het roer’ krijgen landbouwbedrijven meer ruimte om met eigen oplossingen te komen die passen bij hun bedrijf. Zo worden voor het verminderen van de stikstofuitstoot specifieke normen per bedrijf vastgesteld. In kwetsbare gebieden zoals de veenweidegebieden en rond Natura 2000-gebieden gaat het kabinet voor een gebiedsgerichte aanpak. Boeren die bijdragen aan natuurherstel kunnen rekenen op langjarige financiële zekerheid. Met ingang van 2026 is hier jaarlijks 500 miljoen euro voor beschikbaar.

Ook voor boeren is een economisch haalbaar toekomstperspectief belangrijk

De oppositie vindt dit beleid van BBB minister Femke Wiersma echter te weinig concreet voor natuurherstel. Innovaties in staltechnologieën worden mede door trage vergunningverlening en technische haalbaarheid als onzeker gezien. En coalitiepartij NSC bekritiseert het uitstel van het PAS-uitvoeringsprogramma, wat volgens hen de onzekerheid voor deze boeren vergroot en hervormingen vertraagt. Hierbij speelt mee dat boeren vanaf 2026 niet méér mest mogen uitrijden dan andere Europese landen, wat voor veel boeren betekent dat ze moeten stoppen als ze niet kunnen extensiveren. Kortom, ook voor boeren is een economisch haalbaar toekomstperspectief belangrijk.

Leestip: Hoe we uit het dorp vertrokken van Wouter Mensink. Hij pleit voor een nieuwe dialoog tussen stedelijke en plattelandsbewoners om te kijken wat hen bindt in plaats van scheidt. Hij ziet dat veel mensen vast zitten in stereotypen en vooroordelen over elkaar en pleit voor gesprekken, het delen van persoonlijke verhalen en ervaringen.

3 Klimaat en energietransitie

Volgens de Klimaat- en Energieverkenning 2024 zal Nederland zijn klimaatdoel van 55 procent emissiereductie in 2030 niet halen, ondanks een verwachte reductie 44-52 procent met het huidige beleid. Overheden lopen vast door vertraging van landelijke wetgeving en complexe projecten. Waar het kabinet inzet op schaalvergroting en netwerkoplossingen, vragen regio’s ook om integrale oplossingen en lokale participatie. Tegelijk draagt netcongestie bij aan lange wachttijden voor stroomaansluitingen en belemmert dit de elektrificatie van vervoer en woningen. Om op koers te blijven zijn drastischere en consistentere maatregelen vereist.

Een actueel voorbeeld is de inzet van het kabinet op het verduurzamen van de industrie via infrastructuur voor groene waterstof van de Rotterdamse Haven naar Duitsland. Tot ongenoegen van Tennet is het hiermee samenhangende plan voor de aanleg van hoofdspanningsinfrastructuur stopgezet, omdat de energievoorziening in zuidelijke provincies na 2035 zo onder druk komt te staan.

Drastischere en consistentere maatregelen zijn vereist om op koers te blijven

Verder blijft op lokaal niveau het versnellen van het woningisolatieprogramma belangrijk. Dit sluit aan bij de kabinetsaanpak van energiearmoede en betaalbaarheid voor lagere en middeninkomens. Tot slot, kernenergie is als oplossing nog niet van tafel verdwenen en er is aandacht voor nieuwe technologieën om het energieverbruik te optimaliseren, vraag en aanbod beter af te stemmen en - jawel - decentrale oplossingen te stimuleren.

Leestip: aansluitend bij de opvatting van Kristel Lammers, directeur RES (Regionale Energie Strategieën), dat energietransitie vooral een sociaal-maatschappelijke opgave is, kom ik op de publicatie De sociale kant van de energietransitie, een onderzoeksverslag van de Hogeschool Utrecht. Hierin wordt in beeld gebracht hoe de energietransitie op een sociaal verantwoorde manier kan worden uitgevoerd aan de hand van de casus Smitsveen in Soest. Belangrijke punten in het boek: mensgerichte benadering, eigenaarschap en betrokkenheid, vertrouwen en participatie en lokale oplossingen. Dit naast koppelkansen met andere lokale behoeftes.

Gerelateerde Artikelen