Met de donut op weg naar een duurzame toekomst

Een gebiedsproces in de geest van Kate Raworth

Participatie Natuur en ecologie Ruimtelijke economie Gebiedsontwikkeling Landelijk gebied
Auteur Sabine Van Rooij e.a.

23 december 2024 om 11:02, Leestijd ca. 10 minuten


In de regio Haarlo en Olde Eibergen werken mensen die betrokken zijn bij dit gebied samen aan een toekomstvisie voor het gebied. De uitdagingen waar ze voor staan zijn complex en ze zijn op zoek naar een nieuw bestaansmodel voor boeren binnen de kaders voor water- en landschapskwaliteit. Onderzoekers van Wageningen University & Research (WUR) gebruikten het Donutmodel van Kate Raworth als startpunt om oplossingsrichtingen te formuleren voor een duurzaam voedsel- en landschap in de Achterhoek. Dat levert nuttige lessen op.

Dit artikel staat in ROmagazine december 2024. ROm is het vakmagazine over ruimtelijke ontwikkeling en de fysieke leefomgeving en gratis voor ambtenaren en bestuurders-politici in dat beleidsdomein. Voor informatie over abonnementen klik hier

Door Joyce Zwartkruis, Sverre van Klaveren, Imke de Boer, Sabine van Rooij

De auteurs zijn onderzoekers bij Wageningen University & Research (WUR). Dit artikel kwam tot stand met medewerking van Bianca de Vlieger, Gerbrich Bonekamp en Amy Wortel. De auteurs bedanken Wageningen University & Research Kennisbasis programma KB34 “Circular & Climate Neutral Society” (KB-34-002-010) dat is ondersteund met financiering vanuit het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur.

Stakeholders betrekken bij landschapsontwerp wordt steeds vaker gezien als een belangrijke bouwsteen voor landschapsplanning en is een voorwaarde voor ‘landschappelijke duurzaamheid’ (Roe, 2013, Calderon and Butler 2019). Maar er ontstaat ook een tegenstelling: enerzijds wil men kwantitatief in beeld brengen wat de situatie is van waterkwaliteit, bodemkwaliteit, emissies, luchtkwaliteit, biodiversiteit, productiviteit, en monitoren hoe deze verandert. Anderzijds gaat participatie juist uit van pluraliteit van perspectieven en oplossingen, zeer specifiek voor de context in een gebied, waarbij samen leren van belang is. De Donuttheorie van Kate Raworth kan een brug vormen. Met haar Donuttheorie, waarin ze het sociale fundament als binnenring en de ecologische grens als buitenring samenvoegde, stimuleerde tot anders denken over de economie.

Karakteristiek beeld van de Achterhoek. Beeld A. Havelaar-iStock.com

Het idee van de Donuteconomie

In 2017 lanceerde Kate Raworth haar ideeën voor een nieuwe economie, waarbij het niet langer gaat over economische groei, maar een economie die menselijke waarden en ecologische grenzen centraal stelt. Ze ontwikkelde een raamwerk bestaande uit een sociaal fundament als binnenring en een ecologische grens als buitenring. De ruimte tussen de ringen, de donut, laat zien waar het wenselijk is dat de economie plaatsvindt, zonder schade aan mens of natuur. Het ontwerpen van een donut is het creëren van een kompas voor de economie.

De donut in het gebiedsproces

Hoogleraar Imke de Boer en collega’s voor de Raad voor Dierenaangelegenheden hebben de Donut uitgewerkt voor het voedselsysteem. De buitenring omvat zes ecologische processen waarin het voedselsysteem een belangrijke rol speelt. De binnenring bevat naast de rechten voor de mens, ook die voor productiedieren (RDA, 2020). Deze benadering benadrukt mens- én dierwelzijn binnen planetaire grenzen en roept de overheid op om kaders te stellen.

De binnen- en de buitenring zijn met elkaar verweven, want keuzes over bijvoorbeeld de bedrijfsgrootte hebben invloed op de milieufactoren en de sociale dynamiek in een gebied. De donut kan dan helpen om complexe, interdisciplinaire uitdagingen met diverse stakeholders te navigeren in bijvoorbeeld gebiedsprocessen.

Een visie voor de toekomst

In het gebied tussen Haarlo en Olde Eijbergen (HOE) bestond al samenwerking tussen boeren en burgers om te werken aan een duurzamere toekomst voor hun gebied. Om het donutproces op te starten hebben we een kennis-actienetwerk gestart om samen met het netwerk te leren wat het natuurlijk systeem in dit gebied kan bieden.

Enerzijds ontwikkelden we samen een gedeelde kennisbasis, met daarin het natuurlijke basissysteem en de nationale milieurandvoorwaarden centraal. Anderzijds werkten we in cocreatie met boeren en burgers aan een schets van een gewenst landschap voor hun achterkleinkinderen in 2070. Door gezamenlijk te bepalen welke waarden belangrijk zijn en deze vervolgens ruimtelijk weer te geven op een kaart en te toetsen aan te verwachten maatschappelijke veranderingen, komen de sociale waarden en fysieke waarden bij elkaar.

Kaart van Haarlo Olde Eibergen

Zowel de buiten- als binnengrenzen van de donut zijn niet altijd even duidelijk voor een gebied, ofwel niet duidelijk vastgesteld door de staat. Maar in het HOE-gebied wilde men een visie voor de toekomst ontwikkelen, waarbij de grenzen wel van belang zijn. Het gebied heeft hier zelf het heft in handen genomen en we hebben gezamenlijk de waarden en hun doelen voor het gebied vastgesteld. Sommige doelen, zoals “geen pesticidegebruik”, gaan verder dan wat op rijksniveau bepaald is. Uit onderzoek blijkt dat in veel gevallen stakeholders in een gebied gemeenschappelijke waarden hebben (Wojtynia et al., 2021), maar dat bijvoorbeeld een onderwerp als de Nederlandse rol in het mondiale voedselsysteem geen gemeenschappelijk beeld oplevert. In het HOE-gebied is voor dat onderwerp een duidelijke keuze gemaakt: we produceren voor de regio.

In Nederland, maar zeker ook in de Achterhoek, staat het sociale fundament onder druk. Sociale hechting lijkt soms te verwateren, intensivering van de landbouw verandert het landschap en de economie is er een van schaal. Door te beginnen bij de normen en waarden van het gebied creëerden we een positief momentum in de geest van Raworth: je creëert perspectief op een economie die past bij de doelen.

De donut biedt een startpunt voor een gesprek waarmee stakeholders elkaar kunnen vinden

De binnen- en buitenring

Bij aanvang van het HOE-duurzaam project is begonnen met diepte-interviews waarin de eigen doelen en waarden voor het gebied aan bod kwamen. Raworths donut heeft geholpen om de verschillende elementen te bespreken. De binnen- en buitenring zijn met elkaar verbonden: een mooi landschap gaat ook over behoud van biodiversiteit. Gezamenlijk hebben we het fundament en ecologisch plafond voor mens, natuur en landbouwhuisdier scherper gekregen. In dit protocol zijn vragen opgenomen over de wensbeelden die geïnterviewden hadden bij voedsel, landschap, economie, samenleven, water, energie, natuur, dierenwelzijn, bestuur, wonen, representaties. Aanvullend zijn vragen toegevoegd over landschapsdiensten en dilemma’s van de Wageningen Perspectives on Agriculture and Nature (Bos et al., 2023) om de sociaalecologische dynamiek van de gemeenschap te kunnen karakteriseren en de eerste stappen richting transitie te kunnen duiden. Discussie hierbij was wiens sociale fundament in het midden stond: dat van de mens, van het vee, van de natuur, of van allemaal? Waar een onderwerp als dierenwelzijn beperkter naar voren kwam, heeft het denken vanuit de donut geholpen dat toch bij de actoren onder de aandacht te brengen.

De planetaire grenzen en mate van overschrijding. Beeld WUR (https://nos.nl/artikel/2490480-mens-heeft-aarde-over-grenzen-geduwd-blijkt-uit-gezondheidscheck-voor-planeet, aangepast aan Richardson 2023)

De waarden die uit de interviews naar voren kwamen zijn geclusterd en in een verhalend narratief gevat. Dit is teruggelegd bij de belanghebbenden. Daarna zijn verschillende passende maatregelen, zoals vernatting, groene verbindingen en het terugbrengen van landschapselementen gekoppeld aan deze geclusterde waarden, zoals een herkenbaar landschap, voldoende water, goede kwaliteit daarvan en sociale rechtvaardigheid. Deze zijn gezamenlijk geselecteerd op wenselijkheid voor het gebied. Het natuurlijk basissysteem plus de maatregelen zijn gevisualiseerd in een enkel kaartbeeld van het toekomstbeeld, waarbij ook de samenhang tussen de binnen- en de buitenring op de kaart in beeld gebracht is: door bijvoorbeeld aan te geven waar ruimte is voor natuur en vernatting en welke gewassen op die plekken geteeld kunnen worden.

Geleerde lessen

Het gebruik van de Donuttheorie in een gebiedsproces heeft zeker waarde, maar het nut ervan heeft grenzen. Het werken met de Donuttheorie stimuleert in ieder geval een andere manier van denken: het ontwerpen van een donut is het creëren van een kompas voor de economie. Economische groei is dan niet meer het overheersende motief; wel het vinden van een eerlijk bestaansmodel. De donut hielp ons in het HOE-gebied om alle aspecten goed mee te nemen in het denken over de opgaven in het gebied en mogelijke oplossingen. Samen komen we met stakeholders tot het aanlokkelijke punt van Raworth: het kan anders.

We trekken uit het proces een aantal relevante lessen voor het toepassen van de donut in gebiedsprocessen.

1 Gedeelde waarden

De Donuttheorie biedt een startpunt om te komen tot gedeelde waarden die aangeven wat de grenzen voor het gebied zijn voor zowel de binnen- als de buitenring Door te starten bij de gemeenschappelijke waarden die in de donut liggen, is nog maar in beperkte mate gesproken over traditionele economische groei, en ook minder over verdienmodellen. Er werd vooral gesproken over welke waarden men belangrijk vindt, en hoe men zou willen leven en hoe die waarden bij zouden kunnen dragen aan een bestaansmodel voor boeren. De term “waterboeren” werd regelmatig genoemd, dit zijn boeren die geld verdienen met het leveren van voedsel en schoon drinkwater. Daarbij kwamen waarden als noaberschap, de rol van de boer en circulariteit naar voren, maar ook regionale/lokale productie en geen pesticidengebruik. De deelnemers gaven bij de evaluatie aan dat ze het samen komen tot gedeelde waarden belangrijk vonden. Dat heeft ertoe geleid dat we samen hebben geleerd wat de mogelijkheden in het gebied zijn én dat ze daarvoor samen het heft in handen kunnen nemen. Door de waarden te vertalen in ruimtelijke principes werd zichtbaar waar welke opgaven liggen, bijvoorbeeld op het gebied van water vasthouden.

Economische groei is niet meer het overheersende motief, wel het vinden van een eerlijk bestaansmodel

2 Helpt urgentie in beeld te brengen

De donut heeft ook geholpen de urgentie in beeld te brengen. De doelen die binnen de donut vallen, zijn misschien niet voor alle elementen vastgesteld door de overheid, maar de urgentie wordt wel gevoeld. In dit gebiedsproces is aan de hand van de donut de ruimte in beeld gebracht en zijn gezamenlijk de doelen bepaald voor het gebied.

Op basis van inzicht in stromen van fosfaat, stikstof en water kunnen we wel de concrete uitdagingen ten opzichte van de bestaande doelen en wetgeving in beeld brengen, maar de exacte grenzen van het ecologische systeem op gebiedsniveau blijven moeilijk in beeld te brengen. Bovendien is de invloed van buiten het gebied op bijvoorbeeld de waterkwaliteit groot. De donut helpt echter wel om grenzen van huidig gebruik en beheer in beeld te brengen, en met cijfers inzicht in te brengen over de stand van zaken in het gebied. Daarbij kun je je afvragen of inzicht in de huidige stand van zaken helpt bij het nadenken over een gewenste toekomst.

3 Op weg naar een duurzame toekomst

Ten slotte heeft de Donuttheorie bijgedragen om boeren, burgers en overheden in het gebied in beweging te krijgen. De Donuttheorie, en de toekomstvisie die eruit voortkwam, bleek een methodiek waarmee stakeholders elkaar konden vinden. Agrariërs, inwoners uit de buurt én lokale overheden hebben elkaar op een veilige manier ontmoet, hebben van elkaar geleerd en hebben elkaars waarden afgetast. Dit zal de samenwerking op de lange termijn bevorderen en de mogelijkheden vergroten om te weken aan de maatregelen die nodig zijn voor de toekomst. Als meerdere gebieden dat doen, kan dat leiden tot meerdere kleinere veranderingen, die gezamenlijk een grotere beweging in gang kunnen zetten en die leiden tot bijvoorbeeld nieuwe bestaansmodellen.

 

 

 

Gerelateerde Artikelen