
‘Voor werken is er nog ongeveer 950 hectare extra uit te geven. Daarna houdt het op. In de REV hebben we een lijn gezocht om hier verder invulling aan te geven, vanuit een economische invalshoek. De omslag die wij moeten maken, is naar een economie die duurzaam, innovatief en inclusief is. Die drieslag willen we telkens terug laten komen.’
‘De omslag die wij moeten maken, is naar een economie die duurzaam, innovatief en inclusief is’
Hoeveel geld reserveert provincie voor het verplaatsings- en herstructureringsfonds?
‘Wij stoppen enkele miljoenen in dat fonds, ook als signaal richting het Rijk dat wij het serieus nemen. Maar het moet van twee kanten komen, dus we vragen ook het Rijk om te investeren.’
In de REV wijst u op de rol van het Rijk om decentrale overheden ‘in hun kracht te zetten’, bijvoorbeeld door economisch beleid een wettelijke taak te maken, zodat gemeenten en provincies hun verantwoordelijkheid beter kunnen dragen.
‘Zeker. Regionaal-economisch beleid is al een taak van de provincie. Bij gemeenten is dat minder eenduidig. Het gaat vooral over kennisontwikkeling en kennisdeling, maar ook om heel concrete beleidsinstrumenten. Zo is het nodig veel scherper te sturen op het beschermen en beter benutten van milieuruimte. Die hebben we keihard nodig voor de circulaire transitie.’
Productiviteitsverhoging
Macro-economen hameren op de noodzaak van productiviteitsverhoging. De metropoolregio Rotterdam Den Haag loopt achter bij Amsterdam en Utrecht. Hoe loopt uw regio de achterstand in?
‘Zuid-Holland heeft een andere economische structuur dan Amsterdam en Utrecht, bijvoorbeeld met meer zware industrie, een haven en een sterk tuinbouwcluster. Die sectoren maken indrukwekkende stappen met digitalisering en robotisering. Ook zien we in onder meer ambtenarenstad Den Haag innovatieve clusters rondom cybersecurity en vitale maakindustrie ontstaan. Met de sterke kennis uit onze universiteiten (Leiden, Delft en Erasmus) kunnen we ook flinke stappen zetten. Je ziet nieuwe clusters ontstaan, zoals het Zuid-Hollandse quantum ecosysteem of het space-cluster. 80 procent van alles wat in Nederland gebeurt op space zit in Zuid-Holland. Leiden Bio Science Park (LBSP) is het grootste innovatiedistrict van Nederland op het gebied van life sciences en health. Om de achterstand in te lopen, moeten we blijven innoveren.’
Het nieuwe Innovatiedistrict Delft profileert zich door te stellen dat álle tien door het Rijk geprioriteerde sleuteltechnologieën in het DNA van het gebied zitten. Waarom niet kiezen voor de kansrijkste?
‘De kracht van Zuid-Holland zit hem in zijn diversiteit. Die diversiteit maakt ons weerbaar bij economische schommelingen, zoals ook bleek tijdens de coronapandemie. Economische activiteiten moeten duurzaam, innovatief en inclusief zijn. Dat is ons selectiecriterium, ongeacht de sector. We sturen op een ‘licence to operate’, niet op niches of sectoren. Dat is het speelbord, verder laten we de markt haar werk doen.’
Toch lijkt kennisvalorisatie in de omgeving van Delft het niveau van Brainport niet te benaderen. Hoe zet je kennis toch in voor meer productiviteit?
‘Daar zit absoluut nog een opgave. Samenwerking is daarin het toverwoord. Bedrijven, kennisinstellingen en overheden moeten elkaar opzoeken en samenwerken tot innovatie en valorisatie te komen.’
Regionale ontwikkelingsmaatschappij
Is er voldoende regionale samenwerking om op te schalen?
‘Dat kan altijd beter. We hebben een aantal mooie structuren waaronder de Economic Board Zuid-Holland, waar alle regionale partners bij elkaar komen. Innovation Quarter is een uitvoerende instantie met een eigen rol en eigen financiering die zelfstandig investeringsbesluiten neemt. Ik vind het zelf wel een uitdaging hoe we die regionale verbindingen nog sterker kunnen maken.’
Zou een economisch stedelijke cluster als de zuidelijke Randstad niet slagvaardiger kunnen opereren met een krachtige ontwikkelingsmaatschappij als Brainport Development, als directe uitvoeringsinstantie onder de Economic Board?
‘Ik hoor die vergelijking vaak, maar je moet dat niet kopiëren. We zijn een andere regio met andere sectoren. Ik draai ‘m graag om. Zuid-Holland is de enige provincie die álles heeft. Álle sleuteltechnologieën, álle topsectoren, drie universiteiten. Ik zeg tegenwoordig 3,5 want de WUR zit hier ook met een grote vestiging. Wij willen ondersteunen en faciliteren zodat al die sectoren zich verder kunnen ontwikkelen, zonder dat wij daar nu heel hard in sturen.’
‘We sturen op een ‘licence to operate’, niet op niches of sectoren’
Investeren in infrastructuur
Het FD schetste recent een beeld van het havenlogistieke complex dat wegkwijnt omdat ze té afhankelijk is geworden van buitenlandse bedrijven die hun investeringen verplaatsen naar plekken waar de verduurzamingseisen minder hoog zijn. Hoe zijn de haven en benodigde miljardeninjecties voor vergroening te redden?
‘Ik zag onlangs de bindende maatwerkafspraak voorbij komen tussen het kabinet en chemiebedijf Nobian in de Botlek (een producent en verwerker van zout, red.) over het terugbrengen van de CO2-uitstoot naar nagenoeg nul in 2030. Een belangrijke mijlpaal.’
‘Het gaat niet alleen om de eisen maar vooral om de kosten die ermee gemoeid zijn. Er treedt vertraging op doordat energie hier veel duurder is, zelfs duurder dan in België en Duitsland. Onvoorspelbaarheid en grilligheid in regelgeving zijn fnuikend. Betaalbaarheid en vooral energiezekerheid zijn het belangrijkst om een investeringsbeslissing te kunnen nemen. Voorspelbaarheid van beleid is daarom essentieel.’
Hoe kan de provincie bij het bieden van die zekerheid samen optrekken met het Rijk?
‘We werken bijvoorbeeld samen met het Rijk bij de aanlanding van wind op zee. Dat is een ongelofelijk belangrijke energie-infrastructuur voor de haven die in de toekomst zekerheid geeft voor grote energievragers. We kijken nu misschien te vaak naar individuele bedrijven, om die te helpen. Vooral vanuit de rijksoverheid zou de focus meer kunnen liggen op energie-infrastructuur voor de toekomst, want als je dan een bedrijf verliest, behoud je nog wel een aantrekkelijke infrastructuur. Daarnaast zou de focus van de Rijksoverheid ook meer kunnen liggen op de kosten van die hernieuwbare energie, zodat de vraag hiernaar toeneemt. De ambitie is er, de eerste projecten worden gerealiseerd dus het is nu tijd voor de volgende stap!’