Datsja, de tuin als toevluchtsoord

Verstedelijking Omgevingswetgeving Recreatie Participatie
Auteur Bas van Horn

14 april 2025 om 22:12, Leestijd ca. 2 minuten

In Rusland is de datsja al generaties lang een levensader in tijden van crisis. Ook onze volkstuinen blijken, juist in onzekere tijden, meer dan louter hobbygrond. Ze bieden rust, autonomie en een vleugje overlevingsdrang. In deze column verkent Bas van Horn hoe het huisje op een paar vierkante meter grond een veilige marge vormt tegenover de wereld daarbuiten.

Voor de Russen is er altijd nog de datsja. Oorlog, hongersnood of bizar beleid; dat in de vorige eeuw niet nóg veel meer mensen omkwamen dan er zijn omgekomen, is te danken aan de datsja. Over een dergelijk sterk trackrecord beschikken onze volkstuinen niet, maar dat doet niets af aan het gevoel van veiligheid dat we er als tuinders in deze onzekere tijden aan ontlenen.

De Rus vertrouwt in laatste instantie op zijn landje buiten de stad en het (land)huis of huisje dat hij daar heeft. Hier verbouwt hij zijn uien, aardappelen, bieten en kool, hier kruipt hij bij de kachel en vergeet zijn zorgen. Volgens online bronnen houdt ongeveer 45 procent van de Russische stedelingen op deze manier contact met moeder aarde en gepaste afstand tot de overheid.

Onze volkstuinen zijn geen datsja’s en het gezamenlijk oppervlak van de akkers met opstal blijft in onze streken, voornamelijk dankzij woningbouw en verstedelijking, gestaag afnemen. Het jongste cijfer dat ik kan vinden is van 2017 en bedraagt een slinkende 3.608 hectare. Nogal wat tuinders op de meer dan 240.000 volkstuinen die ons land telt, projecteren hun overlevingsfantasieën in deze ongewisse tijden echter op hun tuin en tuinhuisje. Net als de Russen,

Op steenworp afstand van de stadse woning en de wereld, voelt de tuinder de essentie van het bestaan

Als er thuis al geen voorzieningen zijn, dan staan er op de tuin in ieder geval een radiootje, een watertank en een houtkacheltje paraat. Sommigen koesteren een antiek petroleumstel, anderen zweren nu al bij de oude olielamp waarvoor zowaar nog een originele canvas pit verkrijgbaar bleek. Boeken die nog gelezen moeten worden, liggen op een plankje onder het balkenplafond en het vallen van de avond wordt niet voor de TV beleefd, maar op het bankje voor het huisje. Hier, op steenworp afstand van de stadse woning en de wereld, voelt de tuinder de essentie van het bestaan.

Ondertussen zijn de klassieke ‘zwarte aarde telers’ met een productietuin veruit in de minderheid en kweken de meeste recreatietuinders slechts wat exotica omdat de sla en sperziebonen in het seizoen ook voor een paar dubbeltjes in de supermarkt liggen.

Wie tuiniert met het oog op oogst, leert nederigheid. Bij vrijwel iedereen die wel eens iets heeft geprobeerd te verbouwen, groeit het respect voor de boer en zijn oogsten. Wij bakken er doorgaans maar weinig van. Deels door zelfopgelegde beperkingen van ecologische aard, deels door onkunde. Beide kunnen we ons permitteren zolang we niet van de opbrengst hoeven leven.

Wie tuiniert met het oog op oogst, leert nederigheid

Dat weerhoudt ons er niet van te dromen dat ons op de tuin niks kan overkomen. Die illusie delen we met de Russen die misschien net iets meer reden hebben om te vertrouwen op hun tuin en buitenverblijf wanneer ze zich daar wegens onvoorziene omstandigheden terug zouden moeten trekken.

Gerelateerde Artikelen