Noord-Brabant, Gelderland en Overijssel zetten concrete stappen naar kernenergie

Kleine kerncentrales als troefkaart voor regio’s: kansrijk, maar nog niet klaar

Energietransitie Omgevingswetgeving Beleidsnota’s
Het Britse Rolls Royce, ook betrokken bij de productie van kernonderzeeërs, is een van de bedrijven die zegt al ver te zijn met de ontwikkeling van SMR's. Beeld Rolls Royce
Auteur Marko Faas

05 mei 2025 om 21:43, Leestijd ca. 10 minuten


De energievraag in Nederland neemt snel toe, maar windmolens en zonnevelden stuiten op steeds meer verzet. Small Modular Reactors (SMR’s), ofwel kleine kernreactoren, zouden uitkomst kunnen bieden. Provincies onderzoeken de rol van deze nieuwe nucleaire energie-installaties, die in potentie 250.000 huishoudens of grote industriële clusters van energie kunnen voorzien.

Het Britse Rolls Royce, ook betrokken bij de productie van kernonderzeeërs, is een van de bedrijven die zegt al ver te zijn met de ontwikkeling van SMR's. Beeld Rolls Royce
Dit artikel staat ROm mei  2025. ROm is een maandelijks vakmagazine over ruimtelijke ontwikkeling en de fysieke leefomgeving en gratis voor ambtenaren en bestuurders-politici in dat beleidsdomein. Voor informatie over abonnementen klik hier.  

De provincies Noord-Brabant, Gelderland en Overijssel zetten concrete stappen voor de komst van SMR’s. Overijssel liet Universiteit Twente alvast onderzoeken ‘wat ze ermee kunnen’ - met een positief resultaat. De provincie is volgens de onderzoekers geschikt voor SMR’s omdat er al een vraag ligt van energie-intensieve industrieën, er een goede infrastructuur aanwezig is en kennisinstellingen als Universiteit Twente mogelijkheden bieden voor onderzoek, ontwikkeling en opleiding van gespecialiseerd personeel.

Ook in Gelderland zijn er volop kansen, schrijft gedeputeerde Ans Mol (Energie, gezonde en veilige leefomgeving) in het Gelders actieplan Kleine modulaire kernreactoren. Ze raakte geïnspireerd op een reis van OostNL naar het Verenigd Koninkrijk, waar onder meer Rolls Royce, ook het bedrijf achter de nucleaire aandrijving van Britse onderzeeërs, een SMR ontwikkelt. Naast haar collega Helga Witjes (Financiën, innovatie) waren vertegenwoordigers van het bedrijfsleven mee. Die zien zo’n nucleaire elektriciteitscentrale wel zitten, zei Mol vorig jaar na de reis. ‘Ik heb in Groot-Brittannië met eigen ogen gezien hoe de sector zich inspant om kernenergie in onze provincie mogelijk te maken. Wij stimuleren en ondersteunen dat.’ In het actieplan staat wel duidelijk: het kost jaren om de vergunningen rond te krijgen.

Investeringen

Arjan Raatgever, adviseur energietransitie en ruimtelijke ontwikkeling bij TwynstraGudde vraagt zich af wie de 2 tot 3 miljard euro voor SMR’s op tafel gaat leggen: ‘Dat is niet even een warmtepomp of enkele windturbine bouwen. Dit is echt van een heel andere orde’, aldus Raatgever. ‘Ik ben heel benieuwd of er in Nederland een datacenter of een grote chemiereus is die de eerste zou durven neerzetten.’

Provincies staan voor de vraag of ze zelf financieel moeten bijdragen. Gelderland heeft duidelijk aangegeven dat ze dat niet gaan doen. Toch wil de provincie klaar zijn als er aanvragen binnenkomen. Daarom is een locatieonderzoek gedaan. Voorwaarden voor de zoekgebieden waren onder meer voldoende beschikbare ruimte, garantie van veiligheid voor de omgeving, beschikbaarheid van voldoende koelwater in de omgeving en de vraag naar energie in gebieden.

Welk datacenter of welke chemiereus durft de eerste SMR neer te zetten?

‘In deze fase zijn vier regio’s interessant genoeg voor een vervolgonderzoek naar een geschikte Gelderse SMR-locatie: Arnhem-Nijmegen, Rivierenland bij Tiel, IJssel-Zuid in de buurt van Zutphen en de Randmeren bij Harderwijk. Dat is een mooie uitkomst. Het biedt realistische mogelijkheden die aansluiten op onze ambities’, aldus de Gelderse gedeputeerde Mol bij de presentatie van het locatieonderzoek. ‘De komende tijd doen we vervolgonderzoek en gaan we in gesprek om de komst van een SMR nog concreter te maken.’

Hightech maakindustrie

In Noord-Brabant is locatie-onderzoek nog lang niet aan de orde, zegt de Brabantse gedeputeerde Martijn van Gruijthuijsen (economie, talentontwikkeling). Toch steekt hij wel 4 miljoen euro subsidie in een consortium om een Nederlands-Franse SMR te ontwikkelen. De provincie richt zich met het project PROMOSA niet alleen op toekomstige energievoorziening. Het gaat in dit stadium vooral over economische kansen. ‘We hebben een uitzonderlijk sterke hightech maakindustrie met ervaring in het ontwikkelen en produceren van complexe componenten. Denk aan bedrijven als VDL en Delcon, en aan veel toeleveranciers. Daarnaast hebben we met instituten als DIFFER en de Technische Universiteit Eindhoven de kennisbasis in huis. Deze combinatie van kennis en maakcapaciteit, plus onze traditie van samenwerking tussen bedrijven, kennisinstellingen en overheden, maakt Brabant de ideale plek om deze technologie verder te ontwikkelen’

Een doorsnede van een SMR van Rolls Royce. Beeld Rolls Royce

‘Door nú te investeren’, zo vervolgt hij, ‘zorgen we dat onze Brabantse bedrijven straks vooraan staan bij de wereldwijde uitrol van deze nieuwe generatie reactoren. Dit creëert kansen voor onze hightech maakindustrie en levert kennis en werkgelegenheid op.’

‘We zorgen dat Brabantse bedrijven straks vooraan staan bij de wereldwijde uitrol’

Voor de Brabantse gedeputeerde is het strategisch belang van SMR’s evident. ‘Voor de verdere ontwikkeling van onze regio hebben we een betrouwbare, betaalbare en schone energievoorziening nodig’, stelt hij. ‘Met onze groeiende industrie, datacenters en mobiliteitsvraagstukken zien we dat de vraag naar energie alleen maar toeneemt.’ Daarnaast ziet hij kansen voor het verduurzamen van industriële processen: ‘Deze reactoren kunnen hogetemperatuurwarmte leveren, bijvoorbeeld voor processen waar nu nog aardgas voor wordt gebruikt.’

Windenergie

Raatgever vindt die provinciale interesse logisch te verklaren. ‘Wat ik zie, is dat een deel van de huidige belangstelling voor kernenergie bij provincies, en in het bijzonder voor SMR’s, voortkomt uit de maatschappelijke en politieke weerstand tegen zonnevelden en windturbines. Het lijkt mij belangrijk om onderscheid te maken tussen het onderzoeken van reële kansen voor SMR’s en SMR’s als argument om bijvoorbeeld plaatsing van extra windturbines te vermijden die nodig zijn om de RES-en te realiseren.’

‘Keuze voor SMR’s mag niet ten koste gaan van investeringen in zonne- en windenergie’

Tegelijkertijd ziet hij in de internationale ontwikkelingen voldoende reden om de technologie serieus te nemen. ‘Alphabet, het moederbedrijf van Google, tekende al een overeenkomst met Kairos Power voor de koop van een SMR, Amazon is in zee gegaan met Energy Northwest en ook Microsoft ziet toekomst in nucleaire energie.

In het Verenigd Koninkrijk is Rolls Royce volop aan het investeren. Dat zijn serieuze bedrijven.’ Ook de Europese Unie neemt het onderwerp bloedserieus met de oprichting van de European Industrial Alliance on SMRs. Toch blijft de kernboodschap van Raatgever nuchter: ‘Je moet nooit wachten met nadenken, maar het zou onverstandig zijn investeringen in windenergie uit te stellen totdat SMR’s ingezet kunnen worden. Het heeft een hele andere plaats in het energiesysteem.’

Wettelijk kader

Of de technologie daadwerkelijk zo snel beschikbaar komt als sommige provincies hopen, is nog maar de vraag. Voordat de bouw kan beginnen moet er eerst een vergunning op basis van de Kernenergiewet worden verleend. Joran de Jong, coördinerend vergunningverlener nucleaire installaties bij de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS), geeft aan dat het wettelijk kader in elk geval helder is. ‘In de Nederlandse wetten en regels staat aan welke veiligheidseisen deze kernreactoren moeten voldoen. Dat is niet anders dan bij gebruikelijke kernreactoren. De ANVS kan een vergunningaanvraag voor nieuwe reactorontwerpen in behandeling nemen als de aanvrager een veiligheidsdossier van voldoende detail en kwaliteit aanlevert.’ Raatgever tekent daarbij aan dat er ook programmatische obstakels zijn: ‘De RES-doelstellingen lopen tot 2030. Daar gaan SMR’s ons niet bij helpen, want die staan er niet voor 2030.’

Voor de bouw van een SMR gelden dezelfde procedures als voor een grote kerncentrale

De technologie zelf is divers. Sommige SMR’s gebruiken beproefde drukwater- of kokendwaterreactoren, zoals we die kennen van de centrale in Borssele. Andere ontwerpen zijn geavanceerder, zoals de gesmoltenzoutreactor van Thorizon. Zulke innovaties brengen extra onzekerheden mee. De Jong: ‘Voor deze typen reactoren bestaan nog onvoldoende internationale richtlijnen. Een initiatiefnemer zal dan uitgebreid aanvullend bewijs moeten leveren, bijvoorbeeld om duidelijk te maken wat materiaaleigenschappen of chemische processen in het materiaal zijn.’

Er is nog geen aparte certificering voor deze kleine SMR’s, of SMR’s die met innovatieve technieken werken. ‘Wij beoordelen iedere vergunningaanvraag in z’n geheel. Dat doen we op basis van Nederlandse eisen, die voor een groot deel gebaseerd zijn op internationale richtlijnen en standaarden van Euratom en het Internationaal Atoomenergieagentschap (IAEA), en de staande wetgeving.’

Het Nederlands-Franse Thorizon werkt aan een SMR op basis van Thorium.  
Beeld Jarien Geels/Thorizon

Thoriumcentrales

Het Nederlands-Franse PROMOSA-project ontwikkelt een centrale op thorium. Een kerncentrale op uranium wekt energie op door het splijten van uranium. Een thoriumcentrale werkt anders: die zet thorium om in een splijtbare stof die daarna energie levert. Thoriumcentrales zijn nog in ontwikkeling, maar kunnen door de toepassing van gesmolten zout veiliger zijn, minder radioactief afval produceren en het risico op misbruik voor kernwapens verkleinen. Thorium is onder meer aanwezig in Scandinavië en Australië en het winnen ervan is relatief eenvoudig. Ook het afval verschilt: uraniumcentrales produceren afval dat honderdduizenden jaren gevaarlijk blijft, terwijl thoriumafval na enkele honderden jaren veel minder schadelijk is.

Inhoudelijke kennis

Over het tijdspad is De Jong helder: ‘Voor onze vergunning zijn ten minste meerdere jaren nodig. Dit hangt sterk af van de kwaliteit van het initiatief. Om te starten moet de complete ontwerpdocumentatie beschikbaar zijn, een locatie in beeld zijn en moet de organisatie voldoende inhoudelijke kennis hebben om met ons in gesprek te gaan.’ Volgens hem zijn er nog geen initiatieven die aan de vereisten voldoen, en er loopt ook nog geen vooroverleg met mogelijke initiatiefnemers. ‘Wel zijn we met een aantal partijen in zogeheten “oriënterend overleg”.’

De discussie over ruimte ligt volgens De Jong genuanceerd. ‘Je hebt hele kleine SMR’s en exemplaren die in capaciteit bijna net zo groot zijn als de kerncentrale Borssele. De nucleaire veiligheidseisen zijn dusdanig dat er radiologisch gezien alleen beperkingen gelden binnen de terreingrens van de installatie.’

Vanuit de omgevingsvergunning zijn er beperkingen aan de afstand tot bewoning door conventionele aspecten, zoals het geluid van een turbinehal voor de wat grotere SMR’s. Raatgever wijst verder op de ruimte die nodig is voor de installaties: ‘Voor een SMR van 300 megawatt heb je, afhankelijk van de precieze locatie en het type, minimaal 10 tot 20 voetbalvelden aan ruimte nodig, voor de installatie zelf en de veiligheidszone eromheen. SMR’s met minder vermogen kosten natuurlijk minder ruimte.’

Tegelijkertijd benadrukt De Jong dat SMR’s in theorie op veel plekken zouden kunnen worden ingepast, voor sommige typen zelfs op een plek waar geen koelwater beschikbaar is. ‘Overal in Nederland mogen kerncentrales, inclusief SMR’s, gebouwd worden, als er aan de veiligheidseisen wordt voldaan en het omgevingsplan van de betrokken gemeente dat toestaat.’

Nucleaire componenten

De ambities zijn er al wel: het project PROMOSA wil over vijf jaar starten met het bouwen van de eerste testfaciliteit en die bevat geen nucleaire componenten. ’Dat moet een technologische ontwikkel- en testomgeving worden’, zegt Van Gruijthuijsen. ‘Het is nog te vroeg om over concrete locaties te spreken’, laat de gedeputeerde weten. ‘Hier is in ieder geval geen kernenergiewetvergunning voor nodig.’ De Jong beaamt dat: ‘Op dit moment zijn er nog geen initiatieven rond dit project die zich concreet bij ons hebben gemeld om toe te werken naar een vergunningaanvraag.’

Het kabinet staat positief tegenover kernenergie, maar het standpunt over SMR’s is nog niet duidelijk. In een debat eind maart zei minister Dirk Beljaarts van Economische Zaken dat zijn collega minister Sophie Hermans van Klimaat en Groene Groei halverwege dit jaar met een Kamerbrief komt over SMR's.

Uiteindelijk zal de prijs gaan bepalen wat onze energiemix wordt, stelt expert Arjan Raatgever vast. ‘Ook al zijn SMR’s voorlopig nog in ontwikkeling en erg duur, ze hebben straks wel een eigen strategische waarde. ‘Hoe meer elektriciteit je op eigen grondgebied kunt opwekken, hoe mooier het is.’

 

Gerelateerde Artikelen