Vliegen is niet alleen een individuele keuze

Gezonde leefomgeving openbare ruimte Milieu
Auteur Agnes Franzen

18 juni 2025 om 21:47, Leestijd ca. 4 minuten

Twintigers vliegen weer vaker, ondanks groeiend klimaatbewustzijn. Ze voelen de urgentie, maar missen vertrouwen in de effectiviteit van hun keuzes. In een tijd van systeemveranderingen en afkalvend institutioneel gezag rijst de vraag: hoe stimuleren we duurzaam gedrag als collectieve oriëntatie ontbreekt?

Laatst las ik in een NRC-artikel dat twintigers de afgelopen vijf jaar méér zijn gaan vliegen, terwijl andere leeftijdsgroepen hun vlieggedrag juist hebben verminderd. Jongeren worden in hun dagelijks leven vooral geconfronteerd met uitdagingen als studieleningen, het vinden van betaalbare huisvesting en onzekerheid op de arbeidsmarkt. Klimaatbewustzijn is er zeker, maar staat vaak niet voorop. Hun levensfase nodigt juist uit om de wereld te ontdekken. Daarbij leeft het idee dat individuele gedragsverandering weinig uithaalt zonder collectieve actie.

Dit beeld herken ik. Mijn dochter maakte – tussen haar eindexamens en de uitslag – ter afleiding een aantal vliegreizen, betaald van haar eigen geld. Omdat ze nog jong is – net 17 – besloten we haar reis samen te beginnen in Helsinki en af te sluiten in Barcelona. In de tussenliggende periode verbleef ze bij een vriendin in Tallinn, te bereiken per boot, en ontmoette een andere vriendin in Kopenhagen, waar haar broer woont.

Bij jongeren brokkelt het geloof in de effectiviteit van individuele keuzes af

Klimaatbewust én toch gaan vliegen. Inmiddels ligt het aantal vluchten bijna weer op het niveau van vóór corona: slechts zes procent lager. Uit recent onderzoek van Ipsos I&O blijkt dat het geval van urgentie met klimaatverandering onder Nederlanders afneemt – vooral onder jongeren. Zij voelen zich machteloos door de omvang van het probleem en het uitblijven van tastbare beleidsresultaten. Het geloof in de effectiviteit van individuele keuzes brokkelt af. Steeds meer auteurs signaleren deze ‘klimaatspanning’.

Zo beschrijft Roxane van Iperen in haar essay Eigen planeet eerst hoe het democratisch systeem ons belemmert om effectief klimaatbeleid te voeren. Individuen functioneren binnen een bouwwerk van instituties – wetgeving, religie, cultuur, subsidiestromen en marketing – dat verandering vertraagt. Niet de democratie zelf, maar het systeem dat zich als democratisch presenteert, werkt volgens haar in tegen de belangen van de gemeenschap.

‘Het democratisch systeem werkt in tegen de belangen van de gemeenschap’

Recent zien we dit terug in wat zij ‘Alt-democratie’ noemt: een alternatieve invulling van democratie die zich losmaakt van klassieke principes en instituties. Volgens haar is de publieke ruimte grotendeels geprivatiseerd door onzichtbare spelers ‘in the cloud’, waardoor er geen gedeelde realiteit meer bestaat. Deze actoren maken deel uit van een andere gemeenschap en hanteren een afwijkende definitie van wat ‘optimaal’ is. Besluitvorming is vooral gericht op commercieel belang, niet op dat van de burger.

Toch zien we bij vliegbewegingen kleine veranderingen. Zo besloot het kabinet in april het aantal vluchten op Schiphol vanaf november 2025 structureel te beperken tot 478.000 per jaar, met maximaal 27.000 nachtvluchten. Hoewel bedoeld om hinder voor omwonenden te verminderen, vond de Raad van State de onderbouwing hiervoor onvoldoende. Niettemin markeert deze stap een breuk met dertig jaar luchtvaartbeleid, waarin economische groei vaak voorrang kreeg boven leefkwaliteit.

Begin juni zette de rechter deze trend kracht bij door de natuurvergunning van Schiphol te vernietigen wegens een zwakke onderbouwing van stikstofreductie en gebrekkig onderzoek naar de geluidsimpact op natuurgebieden. Het huidige aantal vluchten staat daardoor juridisch op losse schroeven. Mogelijke antwoorden zijn het verkrijgen van extra stikstofrechten, stillere vliegtuigen of een verdere verlaging van het aantal vluchten.

Gedragsverandering vergt ook een sterk collectief verhaal

We zitten middenin zowel trage als plotselinge en snelle systeemveranderingen. De wet- en regelgeving wordt aangescherpt, maar gedragsverandering vergt ook een sterk collectief verhaal. De uitdaging is hoe we de samenleving als geheel hierin meenemen – zeker in de schaduw van een Alt-democratie, waarin vertrouwen in instituties onder druk staat en wereldbeelden steeds vaker botsen.

Ondertussen praat ik met mijn kinderen over de wereld die zij willen ontdekken. We zoeken samen naar manieren om bewust en kritisch om te gaan met de invloed van technologie op onze keuzes. Het gaat niet alleen over hun gedrag en de impact daarvan, maar vooral over de mogelijke toekomsten waar we samen deel van uitmaken.
Zoals Louise O. Fresco recent schreef: ‘Pessimisme en optimisme zijn geen tegenpolen, maar corrigeren in combinatie elkaars perspectieven. We moeten voorwaarts, met nieuwsgierigheid en vertrouwen in ons collectieve lerende vermogen.’

Gerelateerde Artikelen