Lager plafond lost bouwcrisis niet op

Woningbouw Beleidsnota’s Omgevingswetgeving
Auteur Jaco Boer

25 juni 2025 om 21:19, Leestijd ca. 2 minuten

De eerste maatregelen die minister Mona Keijzer (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) overneemt van de adviesgroep STOER gaan de woningbouw écht niet versnellen. Ze gaat voorbij aan de veel belangrijkere oorzaken van trage woningbouw, zoals personeelstekorten bij overheid en bij bouwbedrijven, de stikstofproblematiek en budgettekorten bij gemeenten. Bovendien wordt de kans op innovatie in energiezuinige en klimaatvriendelijke bouw verkleind, omdat gemeenten ontwikkelaars niet langer hogere ambities mogen stellen.

Deze week kondigt Mona Keijzer in een Kamerbrief de eerste maatregelen af die ze overneemt uit het advies van de commissie STOER. Een van de maatregelen om de woningbouw te versnellen is het bezuinigen op de kwaliteit van nieuwe huizen. Voor de langere termijn is dat een slechte keuze waarvan het effect op het bouwtempo twijfelachtig is. Binnenkort mag een plafond in een nieuwe slaapkamer tien centimeter lager worden. In 2003 werd de minimale hoogte van 240 centimeter nog veranderd in twee meter zestig. Maar volgens minister Keijzer kan daar best wat van af om te besparen op de kosten en het materialengebruik.

Dat argument geldt ook voor het minder lui maken van trappen in nieuwe woningen en appartementencomplexen. Tweeëntwintig jaar geleden is bepaald dat de hellinggraad van een trap kleiner moet worden zodat de groeiende groep senioren daar minder moeite mee heeft. Maar in de strijd tegen bouwregels gaat ook die eis overboord: een luie trap is duurder en kost meer vierkante meters die een ontwikkelaar ook kan inzetten voor een ander doel.

Met de bezuinigingen op de kwaliteit van nieuwbouwwoningen gaat de minister voorbij aan de échte oorzaken van de trage nieuwbouw van woningen

Het zijn twee opvallende maatregelen uit de lange lijst die de adviesgroep STOER dit voorjaar voorstelde om de woningbouw te versnellen. Behalve de steilere trap en het lagere plafond adviseerde zij om binnen het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) ook geluidsnormen van tijdelijke woningen minder streng te maken en de eisen voor ventilatie en daglichttoetreding te verlagen. In de ogen van de adviesgroep zou zelfs de voorgenomen aanscherping van het beter toegankelijk maken van balkons en dakterrassen kunnen worden geschrapt. Maar dat ging Mona Keijzer te ver: het perkt de bewegingsruimte voor minder validen onnodig in. De andere voorstellen waarvoor overleg met andere kabinetsleden niet nodig is, worden wel zonder verdere aanpassing ingevoerd.  

Met de bezuinigingen op de kwaliteit van nieuwbouwwoningen gaat de minister voorbij aan de échte oorzaken van de trage nieuwbouw van woningen. Denk aan het tekort aan gemeenteambtenaren die vergunningsaanvragen moeten beoordelen of bouwbedrijven die te weinig medewerkers kunnen vinden. Dan is er nog de stikstofcrisis die dankzij Keijzers eigen partij maar niet opgelost wordt en het geldtekort waar gemeenten en provincies bij de aanleg van nieuwe wegen en plantsoenen mee kampen. Minister Keijzer kan beter eerst aan deze knoppen draaien om de bouwmachine weer in gang te zetten dan toekomstige huurders en kopers met slechtere huizen op te zadelen.

Extra pijnlijk aan de nieuwe regels is dat gemeenten in aanbestedingen ook geen hogere ambities van ontwikkelaars meer mogen vragen om energiezuiniger of klimaatvriendelijker huizen te bouwen. Dat betekent dat bouwbedrijven niet langer worden uitgedaagd om op zoek te gaan naar innovatieve oplossingen voor het grote milieubeslag van de sector. Dat is niet alleen schadelijk voor de leefomgeving, maar zet ook de toekomst van bouwbedrijven onder druk.

Gerelateerde Artikelen