
Dit artikel staat ROm juli 2025. ROm is een maandelijks vakmagazine over ruimtelijke ontwikkeling en de fysieke leefomgeving en gratis voor ambtenaren en bestuurders-politici in dat beleidsdomein. Neem nu een abonnement! Klik hier.
Noord-Brabant staat onder grote ruimtedruk. Met 2,6 miljoen inwoners, sterke landbouw- en industriesectoren, logistieke hubs én beschermingswaardige natuur, is het zoeken naar balans. ‘Alles wat in Nederland speelt, speelt hier’, zegt Roijackers. ‘We zijn even economisch succesvol als de Randstad, maar hebben ook de kenmerken van een landelijke provincie.’
Gebiedsgerichte aanpak
Die veelzijdigheid vraagt om maatwerk. Sinds 2021 werkt de provincie aan een gebiedsgerichte aanpak onder de noemer GroenBlauw Landbouw: de groenblauwe gebiedsgerichte aanpak (GGA). ‘We beginnen niet met beleid, maar met het gebied zelf’, stelt Hagar Roijackers. Dat betekent: luisteren naar wat er leeft, kijken naar wat juridisch en ecologisch nodig is, en van daaruit bepalen welke maatregelen kansrijk zijn.
‘Het is niet dat we alles kunnen, maar we moeten door’
Elf gebieden, waaronder Natura 2000-gebieden, staan centraal. De provincie werkt inmiddels in vijf zogeheten prioritaire gebieden aan versnelling: de Grote Beerse (Kempeland-West), Brand-Oost/Hengstven, Helvoirtse Broek, de Westelijke Langstraat en Noord-Rand Midden. Ze zijn geselecteerd op basis van drie criteria: juridische druk, uitvoerbaarheid en aanwezige ‘gebiedsenergie’, legt de gedeputeerde uit. ‘De urgentie is er hoog, de samenwerking sterk en er is uitvoeringskracht. Het momentum is er. We hebben de partners mee en kunnen echt doorpakken.’
Het streven is om maatwerk te leveren, toegespitst op lokale dynamiek. ‘We proberen in elk gebied een ruimtelijk plan te maken dat natuur, water, landbouw en andere functies verenigt. Daarbij hoort ook dat we uitvoeringskracht op het juiste moment kunnen inzetten’, aldus Roijackers. Ze noemt het voorbeeld van de Westelijke Langstraat, een gebied met ‘veel initiatief’: ‘De puzzelstukken liggen daar klaar, maar één ontbrekend stuk land kan het verschil maken. Daar komt het grondinstrument om de hoek kijken.’
Grondinstrument ingezet
Dat grondinstrument is de Volledige schadeloosstelling met onteigening als sluitstuk (VSSO). ‘Dit wordt al lang toegepast voor woningbouw en infrastructuur, maar nauwelijks voor natuur en water. Dat moet veranderen’, stelt Roijackers. ‘De ecologische opgaven zijn minstens zo bindend.’
'We beginnen niet met beleid, maar met het gebied zelf’
Het instrument wordt pas ingezet na jarenlange gesprekken. ‘Bij het PAS in 2016 benaderden we 161 percelen. Slechts drie keer was uiteindelijk onteigening nodig. Meestal komt er beweging zodra duidelijk is dat we het serieus menen.’ De financiële ruimte binnen het VSSO-instrument is essentieel. ‘Je kunt boven marktwaarde bieden, ook voor inkomens- en vermogensderving. Daarmee ontstaat onderhandelingsruimte die anders ontbreekt. Je creëert ruimte voor maatwerkoplossingen – van grondruil tot nieuwe bedrijfsmodellen.’
In het Helvoirtse Broek, onderdeel van de Loonsche en Drunense Duinen, stond de samenwerking enkele jaren geleden op scherp. ‘Er was wantrouwen. Gemeenten tekenden plannen waar grondeigenaren zich niet in herkenden. Emoties liepen op, partijen liepen van tafel’, blikt Roijackers terug. Als gebiedsgedeputeerde pakte ze het voortouw. ‘We zijn opnieuw begonnen. Eerst door te erkennen wat er misging. Door te praten over de pijn in het gebied. Door elkaar te leren verstaan.’ Dankzij verdiepingsonderzoek en betere participatie zijn plannen bijgesteld. ‘De boomtelers kregen een plek aan tafel. Gemeenten hebben plannen aangepast. Het vertrouwen is teruggekeerd.’
‘Als we beleid op elkaar afstemmen, kunnen we veel effectiever puzzelen'
Brabantse aanpak
Deze Brabantse aanpak kenmerkt zich door de koppeling van sectorale opgaven aan gebiedsgerichte sturing. In het programma Gebiedsgerichte AanPak Groen-Blauw-Landbouw worden doelen voor stikstofreductie, waterkwaliteit en klimaatadaptatie geïntegreerd binnen gebiedsplannen. ‘We maken van een complex probleem een gezamenlijk traject, met betrokkenheid van boeren, terreinbeheerders, gemeenten en waterschappen’, legt gedeputeerde Roijackers uit.
‘We maken geen blauwdruk van bovenaf. We starten met gesprekken in het gebied, ook als het schuurt. Dan pas komen de instrumenten op tafel’
Een essentieel onderdeel is de samenwerking op basis van vertrouwen. ‘We maken geen blauwdruk van bovenaf. We starten met gesprekken in het gebied, ook als het schuurt. Dan pas komen de instrumenten op tafel.’ Deze volgorde is volgens Roijackers cruciaal om eigenaarschap en langdurige betrokkenheid te creëren. ‘We investeren in mensen. In gesprekken. In de zachte kant. Dat kost tijd, maar het is essentieel om samen verder te komen.’
Bundeling van middelen
Naast bestuurlijke inzet speelt financiering een sleutelrol. ‘We bundelen geldstromen uit het Nationaal Programma Landelijk Gebied, het Programma Natuur en eigen provinciale middelen’, vertelt Roijackers. Grondbeleid – via pacht en aankoop – financiële middelen en juridische instrumenten zoals VSSO worden integraal ingezet. In samenwerking met gebiedspartners wordt afgestemd waar en wanneer welk middel het beste werkt. ‘Elke GGA-regio kan rekenen op miljoenen euro’s. Mits er concrete projecten liggen die doelbereik dichterbij brengen.’
Daarnaast investeert de provincie in onderzoek. Hydrologische modellering maakt inzichtelijk welke percelen cruciaal zijn voor waterhuishouding of ecologisch herstel. ‘Dat helpt bij prioriteren’, is de ervaring van Roijackers, ‘en het biedt onderbouwing aan de onderhandelingstafel. Gemeenten en grondeigenaren zien wat realistisch is – en wat niet.’ De provincie werkt aan actualisatie van het eigen grond- en pachtbeleid en zoekt afstemming met andere overheden. ‘Gemeenten hebben soms veel grond in GGA-gebieden. Als we beleid op elkaar afstemmen, kunnen we veel effectiever puzzelen.’
Meervoudig ruimtegebruik
De toekomst van het landelijk gebied vraagt volgens Hagar Roijackers om innovatieve combinaties van functies. ‘We moeten toe naar meervoudig ruimtegebruik. Een perceel hoeft niet één functie te hebben. Denk aan een waterberging die tegelijk biodiversiteit versterkt en ruimte biedt voor extensieve recreatie. Dit vraagt andere vormen van ontwerp én andere spelregels.’ Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan, moet ze erkennen. Wet- en regelgeving, fiscale drempels en bestemmingsplannen zitten vaak in de weg.
‘De Dienst Landelijk Gebied en ruilverkaveling hadden hun waarde. Die actieve ruimtelijke ordening mogen we opnieuw uitvinden'
Toch ziet ze lichtpuntjes. ‘We hebben pioniers die het al doen: natuurbeheer combineren met recreatie, energieopwekking, landbouw en zelfs kleine woningbouw. Dat klinkt theoretisch fantastisch, maar is in de praktijk taai werk. Dan is het aan het openbaar bestuur om dat mogelijk te maken.’ Het vraagt een gedeputeerde die knopen durft door te hakken. ‘Soms moet je bestuurlijke ruimte maken voor oplossingen die juridisch nog niet standaard zijn, maar die in de praktijk wél werken.’ Roijackers pleit hierbij voor het combineren van nieuwe ambities met oude kennis. ‘De Dienst Landelijk Gebied en ruilverkaveling hadden hun waarde. Die actieve ruimtelijke ordening mogen we opnieuw uitvinden. In combinatie met de frisse energie van nu kunnen we tot echte systeemverandering komen.’