Auteur Ruben Senden
Ruben Senden, werkzaam aan gebiedsontwikkeling bij advies-, ontwerp- en ingenieursbureau Kragten, verrichtte onderzoek tijdens zijn masteropleiding Urban Systems and Real Estate aan de Technische Universiteit Eindhoven naar hoe we stationsgebieden op een leefbare manier kunnen verdichten.
Dit artikel staat in ROm juli 2025. ROm is een maandelijks vakmagazine over ruimtelijke ontwikkeling en de fysieke leefomgeving en gratis voor ambtenaren en bestuurders-politici in dat beleidsdomein. Voor informatie over abonnementen klik hier.
We weten inmiddels wel genoeg over de potentie om te verdichten in stationsgebieden. Daar is ook in dit magazine de afgelopen jaren al het een en der over gepubliceerd. En ook over hoe gemeenten met kleine, middelgrote en grote treinstations deze opgave aanpakken. In dit onderzoek staat de vraag centraal hoe de verdichtingspotentie zodanig vorm te geven dat de leerbaarheid erdoor wordt versterkt.
Verknopen van kennis uit theorie en de praktijk
Bij het verdichten van stationsgebieden is het verstandig om zowel te bouwen op wetenschappelijke inzichten als praktijkervaringen. Theoretisch gezien moeten we rekening houden met de stedelijke dynamiek, de historische ontwikkeling van stationsgebieden en de verschillende functies van een stationsgebied in een stad. Praktisch gezien kunnen we leren van bestaande gebiedsontwikkelingen die succesvol zijn geweest om vervolgens toe te passen in vergelijkbare gebieden. Vandaar dat gekozen is voor niet alleen een uitgebreid literatuuronderzoek, maar voor verrijking daarvan met 35 expertinterviews en een workshop met experts. In deze 35 interviews is gesproken met overheden (ministeries, provincies en gemeenten), spoorpartijen, gebied- en projectontwikkelaars en advies- en ontwerpbureaus, over hoe zij kijken naar de toekomstige ontwikkeling van stationsgebieden en welke keuzes hierin centraal zouden moeten staan. Aan de hand van de gebiedsontwikkeling Spoorzone Tilburg is te demonstreren wat dit onderzoek aan inspiratie en lessen heeft opgeleverd.
Dwarsverbindingen
‘De Spoorzone Tilburg is een uitstekend voorbeeld van een stationsgebied waarin al veel ontwikkelingen hebben plaatsgevonden en dat nog altijd in ontwikkeling is. Een stuk stad is immers nooit af’, benadrukt Roelof de Graaf, gebiedsontwikkelaar van de spoorzone van de gemeente Tilburg. Dit gebied, dat vroeger een geïsoleerd eiland was vanwege de aanwezigheid van een NS-werkplaats, is nu een gemengd en levendig stadsdeel dat verschillende functies combineert. ‘De Spoorzone Tilburg is daarmee een vitale verbindende schakel geworden tussen de ten noorden van het station gelegen NS-werkplaats, aangrenzende woonwijken en de zuidelijk gelegen binnenstad’, legt De Graaf uit.

Het station van Tilburg met zijn kenmerkende ‘kroepoekdak’ en de open doorgang. Beeld Ruben Senden
De herontwikkeling van de Spoorzone begon toen de NS het gebied in 2010 verkocht aan de gemeente. De voormalige werkplaats, een ongeveer 75 hectare groot terrein waar de NS werkte aan het onderhoud en de reparatie van locomotieven, vormde een fysieke, sociale en economische barrière tussen de noordelijke en zuidelijke woonwijken in Tilburg. De transformatie van dit gebied bood een unieke kans om het gebied te transformeren en volwaardig te integreren in de stad.
'Doordat het station vrij toegankelijk is, functioneert het gebouw als interwijkverbinding tussen de Spoorzone en de binnenstad van Tilburg’
Door het creëren van dwarsverbindingen voor voetgangers en fietsers, onder het spoor door en tussen de gebouwen, werd de openbare ruimte geactiveerd en een verbinding met de stad gerealiseerd. Deze verbindingen – gebaseerd op historische hertgangen – zorgen voor een betere toegankelijkheid en stimuleren het gebruik van de openbare ruimte. Het stationsgebouw met zijn open verbinding en publieke functie heeft hierin een cruciale rol. ‘Doordat het station vrij toegankelijk is, functioneert het gebouw als interwijkverbinding tussen de Spoorzone en de binnenstad van Tilburg.’
Nieuwe iconen en placemaking
Hergebruik van voormalige gebouwen van de oude NS-werkplaats heeft bovendien geresulteerd in een divers aanbod van gemengde functies. In de Spoorzone is bewust gekozen voor het herprogrammeren van het aanwezige industrieel erfgoed. Er staan meerdere monumentale gebouwen, die nieuwe functies hebben gekregen, wat heeft bijgedragen aan de huidige identiteit van het gebied. ‘Je kunt de rol van erfgoed bij gebiedsontwikkeling niet onderschatten. Door deze op een goede manier te benutten draagt dit erfgoed bij aan de stedelijke identiteit van het gebied’, is de ervaring van Ineke de Jongh, erfgoedadviseur bij Kragten.
Er staan verschillende in het oog springende industriële gebouwen, die stuk voor stuk nieuwe iconen zijn geworden in het gebied. Zo is daar de Koepelhal, die voorheen diende als hoofdopslagplaats en nu ruimte biedt voor evenementen. De LocHal, voorheen een werkplaats voor onderhoud en reparatie van locomotieven, is nu een centrum voor kunst en cultuur en huisvest als ‘woonkamer van de stad’ een bibliotheek, café, zalencomplex en studeerruimtes.
De Polygonale Loods, die vroeger een opstelplaats voor locomotieven was, is nu een horecagelegenheid. De Houtloods, voorheen een houtopslag, is getransformeerd tot een restaurant. Het Ketelhuis, dat vroeger de energiebron voor het gebied was, is nu een restaurant met woningen erboven.
Ontwerp gebouwen die toegankelijk zijn voor iedereen en die verschillende functies combineren om sociale interactie te stimuleren
Door vroegtijdig ruimte te bieden aan tijdelijke functies, zijn vrij snel nieuwe gebruikers voor het gebied aangetrokken. Dit zorgde voor levendigheid in de openbare ruimte en maakte het gebied aantrekkelijker voor verdere investeringen. De ontwikkeling van de LocHal, een grote maatschappelijke voorziening, fungeerde als katalysator voor verdere stedelijke ontwikkeling. De LocHal is nu echt uitgegroeid tot icoon van de stad Tilburg. Ondanks de economische crisis trok deze investering andere investeerders aan en stimuleerde het de verdere ontwikkeling van het gebied.
Een strategie voor verbonden stationsgebieden
Op basis van de geleerde lessen uit de Spoorzone in Tilburg en andere voorbeelden, kunnen we enkele praktische handvatten formuleren voor het combineren van verdichtingsopgaven met leefbaarheidsdoelstellingen. Deze handvatten is beschreven in een strategie die gaat over verbonden stationsgebieden. Het leggen van verbindingen is cruciaal, maar dan niet alleen mobiliteitsverbindingen, maar juist een goed doordachte combinatie tussen sociale, natuurlijke en stedelijke verbindingen tussen vastgoedfuncties en met de stedelijke identiteit om zo de verbindingen echt kracht bij te zetten.

De strategie voor verbonden stationsgebieden.
De praktische handvatten zijn een samenvatting van deze strategie.
Zes cruciale aspecten van verbindingen bij stations
Mobiliteitsverbindingen
Zorg voor goede verbindingen voor voetgangers en fietsers om de toegankelijkheid en het gebruik van de openbare ruimte te bevorderen. Elke reiziger in een stationsgebied is bij uitstek een voetganger. De veranderende rol van de auto biedt mogelijkheden om de parkeernorm te verlagen en de openbare ruimte anders in te richten.
Verbindingen met de stedelijke identiteit
Benut bestaande en omliggende kwaliteiten, de zogenoemde stedelijke iconen zoals industrieel of cultuurhistorisch erfgoed, en transformeer dit bestaand vastgoed naar nieuwe functies om een divers aanbod van voorzieningen te creëren. Hiermee bouw je voort op de historische context van een locatie en creëer je collectiviteit om bij te dragen aan de toekomstige identiteit van het gebied.
Sociale verbindingen
Een hoogwaardige openbare ruimte is randvoorwaardelijk voor kwalitatieve verdichting rondom stations. Richt de openbare ruimte daarom in voor recreatie met verblijfskwaliteit, oog voor esthetiek en ruimte voor klimaatadaptatie zoals waterberging en vergroening. Cruciaal is om hierbij oog te hebben voor sociale veiligheid, door publieke functies te positioneren op strategische locaties zoals pleinen en hoekpanden.
Natuurlijke verbindingen
De openbare ruimte vervult een belangrijke rol voor het vergroenen van het stationsgebied. Herintroduceer water en groen in de openbare ruimte waar het kan door het aanleggen van ecologische verbindingen, verbindt deze met omliggende groene en blauwe structuren en creëren multifunctionele plekken in de openbare ruimte, zoals intieme groene rustplekken.
Verbindingen tussen functies
Ontwerp gebouwen die toegankelijk zijn voor iedereen en die verschillende functies combineren om sociale interactie te stimuleren. Zoek naar combinaties tussen publieke en private faciliteiten, waarbij de plinten een open en toegankelijke uitstraling dienen te hebben voor het creëren van levendigheid in het openbaar domein. Bied daarnaast ruimte aan tijdelijke functies om vroegtijdig gebruikers aan te trekken en de levendigheid van het gebied te vergroten. Tijdelijke functies zijn in staat om een gebied te activeren voordat nieuwe ontwikkelingen al van de grond zijn gekomen. Investeer ook juist in maatschappelijke voorzieningen die als katalysator kunnen fungeren voor de gebiedsontwikkeling.
Stedelijke verbindingen
Benader het stationsgebied als integraal knooppunt in het stedelijk weefsel, in plaats van alleen als knooppunt in het mobiliteitssysteem. Leg verbindingen, met een focus op voetgangers en fietsers, naar omliggende stadsdelen om de barrière werking van het spoor te verminderen. Heb hierbij altijd speciale aandacht voor sociaal veilige verbindingen, voornamelijk in het geval van onderdoorgangen, tunnels en viaducten, door te werken met uitdijende constructies, lichte materialen en adequate verlichting.
Een hoogwaardige openbare ruimte is randvoorwaardelijk voor kwalitatieve verdichting rondom stations
Investeren in leefbare stationsgebieden
De voordelen om een stationsgebied op deze wijze te verdichten zijn talrijk.
Ten eerste zorgt het voor een efficiënter gebruik van de beschikbare ruimte in stedelijke gebieden; essentieel in een tijd van groeiende bevolkingsdruk.
Ten tweede bevordert dit de leefbaarheid door de integratie van groenvoorzieningen, waterberging en ruimte voor sociale interactie. Dit draagt bij aan een hogere kwaliteit van leven voor huidige en toekomstige bewoners.
Ten derde stimuleert deze aanpak economische groei door het aantrekken van investeerders en het creëren van nieuwe werkgelegenheid.
Ten slotte draagt het bij aan de duurzaamheid van stedelijke gebieden door het hergebruik van bestaande gebouwen en infrastructuur, wat de ecologische voetafdruk vermindert, en het (her)introduceren van groenstructuren.
De herontwikkeling van de Spoorzone in Tilburg biedt waardevolle lessen voor verdichten en tegelijk versterken van de leefbaarheid in stationsgebieden. Door verbindingen te creëren, open en toegankelijke gebouwen te ontwerpen, bestaand erfgoed te hergebruiken, tijdelijke functies te stimuleren en te investeren in iconische voorzieningen, kunnen stationsgebieden worden getransformeerd tot levendige en aantrekkelijke plekken die bijdragen aan de kwaliteit van leven in de stad voor alle bewoners.
Het onderzoek is tevens hier te raadplegen (in het Engels) via de website van de universiteit.


