Het boek over de extreemrechtse stad lag al een tijdje onaangeroerd op mijn bureau. Ik had het tijdens mijn vorige bezoek aan Berlijn gekocht in een gespecialiseerde boekhandel voor architectuur. Maar op de momenten dat ik tijd had gehad om erin te gaan lezen, koos ik liever voor een roman dan de taaie samenvatting van een dissertatie.
Na de rellen in Den Haag vond ik het toch tijd worden om mij te verdiepen in de kijk van extreemrechts op de hedendaagse stad. Op basis van een uitgebreide analyse van tweehonderd extreemrechtse tijdschriften beschrijft de Duitse sociaal-geograaf Johann Braun in Stadt von Rechts. Über Brennpunkte und Ordnungsversuche gedetailleerd waarom deze stroming er zo’n hartgrondige hekel aan heeft. In hun ogen heeft het modernisme de oude, organische gegroeide steden vernietigd en ingeruild voor een verzameling van anonieme gelijkvormige wijken. Gewone burgers zijn er vervreemd van de natuur en hun geschiedenis. Tegenover de dichte bebouwing, veelkleurige bevolking en openheid voor invloeden van buitenaf stelt zij het romantische ideaal van de behaaglijke en kleinschalige voorindustriële stad met een harmonieus straatbeeld dat voortborduurt op regionale bouwtradities. In die stad is geen plaats voor ontwortelde kosmopolieten of vreemdelingen die het idee van een natuurlijke gemeenschap verstoren. Alleen zo kan er een stuk heimat ontstaan waar de gewone burger zich mee identificeert.
Die afschuw van de moderne liberale stad is ook zichtbaar in de felle kulturkampf die de AfD in de Duitse deelstaat Sachsen-Anhalt dit jaar ontketende. De aanleiding waren de landelijke verkiezingen en het naderende jubileum van het Bauhaus in Dessau. Die wereldberoemde academie werd precies honderd jaar geleden in het 140 kilometer verderop gelegen Weimar opgericht. De Groene Amsterdammer beschreef eind augustus treffend de verbazing én ongerustheid in intellectuele kringen toen de regionale AfD-leider de school ervan beschuldigde ‘mensverachtende architectuur’ te propageren en Duits nationaal erfgoed te verwerpen. In dezelfde termen als de nazi’s een eeuw geleden hanteerden, waarschuwde de partij voor ‘het dwaalspoor van de moderniteit’ waarin de connectie van de mens met zijn land en zijn culturele wortels zou worden ontkend.
In die stad is geen plaats voor ontwortelde kosmopolieten of vreemdelingen die het idee van een natuurlijke gemeenschap verstoren
Je zou deze ideeën kunnen afdoen als onschuldige verkiezingsretoriek van een populistische partij. Maar de AfD is in Sachsen-Anhalt al een tijdje de grootste politieke stroming: één op de drie inwoners heeft erop gestemd. Als er volgend jaar regionale verkiezingen worden gehouden, is het niet denkbeeldig dat ze een absolute meerderheid in het deelstaatparlement behalen. Het is de nachtmerrie van de directie van het Bauhaus. Die krijgt dan honderd jaar na de oprichting van de school een extreemrechtse cultuurminister als voorzitter van haar raad van bestuur.
Van de politieke macht die de AfD in Sachen-Anhalt volgend jaar misschien bereikt, kan de PVV na het uiteenvallen van het radicaal-rechtse kabinet alleen maar dromen. Toch kleurt in de laatste peiling van Maurice de Hond voor de verkiezingen van 29 oktober het overgrote deel van Nederland lichtblauw. In haar verkiezingsprogramma neemt de partij niet direct de anti-moderne retoriek van zijn collega’s in Sachsen-Anhalt over. Maar de PVV klaagt wel in lijn met het extreemrechtse gedachtegoed dat in onze steden ‘hoofdoekjes domineren’. Ze wil dat Nederlanders zich weer veilig gaan voelen door de criminaliteit van niet-westerse ‘allochtonen’ keihard aan te pakken. In wijken moet de Nederlandse cultuur weer dominant worden.
Op 29 oktober staat daarmee ook in Nederland veel op het spel voor iedereen die streeft naar open, bruisende en diverse steden. Het wordt tijd dat meer mensen begrijpen welke kant we in de ruimtelijke ordening opgaan als de retoriek van extreemrechts de boventoon gaat voeren in ons land.


