Opinie: niet tien nieuwe steden maar een land met een plan

Gebiedsontwikkeling Verstedelijking Woningbouw
Auteur ROmagazine.nl

09 oktober 2025 om 17:55, Leestijd ca. 3 minuten

Rob Jetten, fractievoorzitter en lijsttrekker van D66 opperde onlangs om tien nieuwe steden te bouwen. Het idee klink ambitieus en grijpt de aandacht, maar verhult waar de werkelijke bottleneck zit en dreigt daarmee een herhaling te worden van een bekend patroon, een vergezicht zonder doorwerking. Dat schrijven Gerwin Gabry, Martijn Niehof en Gijs van den Boomen van KuiperCompagnons in dit opinie-artikel.

Onze geschiedenis laat zien dat Nederland vooruitkomt wanneer er visie, lef en doorzettingsvermogen samenkomen. Op die manier heeft Nederland vaker bewezen dat grote opgaven kansen bieden voor economische en ruimtelijke vernieuwing. Mansholts landbouwbeleid, de Deltawerken en de 4e Nota leverden niet alleen oplossingen voor acute problemen, maar ook nieuwe economische motoren.

De woonopgave kan dat opnieuw doen – mits we de juiste investeringen durven te maken. 

Probleem niet bij locaties

Het risico van het huidige debat is dat het blijft hangen in aantallen woningen of de vraag waar die moeten komen. Feit is dat er al plannen liggen voor 1,2 miljoen woningen. Gemeenten en ontwikkelaars hebben locaties klaarstaan, van de Gnephoek tot het Vijfde Dorp. 

Toch stokt de uitvoering. Waarom? Omdat investeringen in spoor, wegen, water en voorzieningen achterblijven. Zonder verbindingen blijven woningbouwplannen papieren beloftes.

Nederland bouwt nu alsof infrastructuur vanzelf volgt. In werkelijkheid loopt de praktijk achter: gemeenten lobbyen bij het Rijk om hun gebied ontsloten te krijgen. Dat is inefficiënt, kostbaar en versnipperd.

Wat er nodig is

  1. Een centrale regisseur: een zelfstandig ministerie dat langjarige keuzes maakt en uitvoeringsorganisaties het mandaat geeft om door te pakken. De geschiedenis laat zien dat uitvoeringsorganisaties – van Rijkswaterstaat tot de Deltawerken – het verschil maken tussen papieren ambities en tastbare resultaten.
  2. Gerichte infrastructuurinvesteringen: uitbreiding van spoorlijnen, knooppunten en stations. Oude lijnen verdienen vernieuwing, nieuwe lijnen zijn nodig.  
  3. Koppeling met bredere transities: woningbouw kan tegelijk bijdragen aan stikstofreductie, klimaatadaptatie en regionale economische vernieuwing. Zo ontstaat draagvlak, niet alleen in de Randstad maar ook in de regio’s.
  4. Een mix van icoonprojecten en snelle resultaten: grote werken inspireren, kleine verbeteringen in bereikbaarheid en leefkwaliteit geven vertrouwen en versnelling.

Echte opgave: verbindingen

Tien nieuwe steden kunnen een interessante gedachte zijn, en het is goed dat de politiek weer groots durft te denken. Maar Nederland heeft vooral behoefte aan een integrale visie die bestaande plannen in beweging krijgt, de infrastructuur op orde brengt en decennialang standhoudt. Het gaat niet om het optuigen van een nieuw vergezicht, maar om een land met een plan. 

Een plan dat de urgentie van de woningcrisis als motor gebruikt. Een plan waarin integraliteit de sleutel is: wonen wordt verbonden met natuur, water, bereikbaarheid en economie. En een plan dat zijn kracht bewijst in de uitvoering: geen papieren ambities, maar organisaties en budgetten die doorpakken. 

Als Nederland zijn wooncrisis écht wil oplossen, is er maar één weg vooruit. Niet nóg een ballon oplaten, maar bouwen aan een visie die net zo duurzaam, daadkrachtig en inspirerend is als de grote verhalen die ons land eerder hebben gevormd. De woningcrisis vraagt niet om luchtballonnen, maar om een harde investeringsagenda. 

Het bouwen van steden en wijken is geen kostenpost, maar een economische strategie. Investeringen in infrastructuur en leefkwaliteit zijn randvoorwaarden om woningbouw los te trekken én versterken de economische structuur van Nederland.

Daarmee ligt de echte keuze voor ons: durven we een integraal plan te maken dat standhoudt, of laten we de wooncrisis verworden tot weer een gemiste kans?

Gerelateerde Artikelen