Klimaatplan 2025-2035: de energietransitie als luchtspiegeling

Energietransitie Beleidsnota’s Klimaatadaptatie
Auteur Jop Fackeldey

27 oktober 2025 om 20:59, Leestijd ca. 3 minuten

Nederland loopt voorop in klimaatambities, maar niet in uitvoering. Het Klimaatplan 2025–2035 bulkt van de doelen, roadmaps en goede bedoelingen, maar mist regie en daadkracht. Zolang de uitvoering stokt, blijft de energietransitie vooral een luchtspiegeling, schrijft onze columnist Jop Fackeldey.
Jop Fackeldey is voormalig wethouder in Lelystad (ruimtelijke ordening, wonen) en gedeputeerde in Flevoland (energie). Nu zelfstandig adviseur. Hij schrijft maandelijks een column in ROm, het vakmagazine over ruimtelijke ontwikkeling en de fysieke leefomgeving en gratis voor ambtenaren en bestuurders-politici in dat beleidsdomein. Voor informatie over abonnementen klik hier.

De Nederlandse overheid presenteert - of moet ik zeggen presenteerde? - zich graag als klimaatkampioen, zeker op papier. Met de publicatie van het Klimaatplan 2025-2035 wordt opnieuw stevig uitgepakt: Nederland moet en zal vooroplopen in de Europese energietransitie met ambitieuze doelen voor CO2-reductie, duurzame elektriciteit en circulaire economie. Maar wie het plan afpelt, ziet vooral beleid dat schittert door goede bedoelingen, maar een te beperkt uitvoeringsperspectief. En ja, we produceren weliswaar meer stroom uit zon en wind dan uit fossiele energie, maar dat is pas het begin, nog lang niet het doel.

Het Klimaatplan bulkt van de actielijnen, roadmaps en ‘commitments’, maar het concrete resultaat blijft achter. Zo kwam ik in het Klimaatplan de verplichte aanleg van zonnepanelen op grote daken en versnelling van vergunningverlening voor windparken op land en zee tegen. Mooi! Vooral doe Maar hoe dan?

Steeds opnieuw wordt beleid gepresenteerd als een succes zodra het op papier staat, zonder dat er een harde koppeling is met daadwerkelijke voortgang in de praktijk. Het Planbureau voor de Leefomgeving waarschuwde eerder al: de huidige maatregelen leiden, zelfs als alles volgens plan verloopt, niet tot het halen van de klimaatdoelen voor 2030, laat staan die voor 2035.

In plaats van knelpunten daadkrachtig op te lossen, wordt de lat simpelweg lager gelegd

Een voorbeeld. Wind op zee gold jarenlang als hét paradepaard van Nederland. Met de gunstige ligging aan de Noordzee en een sterke maritieme sector leek 50 gigawatt aan windvermogen in 2040 haalbaar én nodig. Want alleen met een forse uitrol van wind op zee kan Nederland de elektrificatie van industrie, mobiliteit en gebouwde omgeving waarmaken. De plotselinge verlaging van deze doelstelling naar 30 tot 40 gigawatt is een klap in het gezicht van de energietransitie.

De motivatie voor deze bijstelling is pijnlijk: vertragingen in vergunningverlening, netcongestie en gebrek aan investeringszekerheid. In plaats van deze knelpunten daadkrachtig op te lossen, wordt de lat simpelweg lager gelegd.

De energietransitie wordt zo een luchtspiegeling: indrukwekkend op papier, ongrijpbaar in de praktijk

De energietransitie is een complex samenspel van infrastructuur, marktwerking en maatschappelijke acceptatie. Maar waar het Klimaatplan grossiert in termen als ‘versnellingsagenda’s’ en ‘regievoerderschap’ ontbreekt het aan harde garanties op uitvoering. Vergunningsprocedures blijven traag en ondoorzichtig en de afstemming tussen Rijk, regio en gemeente verloopt stroperig. Het gevolg is een beleidskluwen waarin iedereen naar elkaar wijst, maar niemand daadwerkelijk doorpakt.

De energietransitie wordt zo een luchtspiegeling: indrukwekkend op papier, ongrijpbaar in de praktijk. De energietransitie vraagt om leiderschap dat niet capituleert bij de eerste tegenslag, maar problemen in de uitvoering frontaal adresseert. Dat betekent: meer echte regie, met doorzettingsmacht, snellere besluitvorming, stevige investeringen in het elektriciteitsnet en vooral een eind aan het doorschuiven van verantwoordelijkheden. De energietransitie verdient geen luchtspiegeling, maar een solide fundament waarop burgers en bedrijven kunnen bouwen. Het is tijd om de focus van beleid te verleggen naar uitvoering.

Gerelateerde Artikelen